Operation Manual

Bediening
36
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit de voeding aan met de voedingsadapter of optionele batterij. De indicator-LED
Voeding licht oranje op en knippert langzaam.
2. Druk op Power op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten.
De LED-indicatoren Voeding, OK en Bel
lichten oranje op als de projector is
ingeschakeld.
Het opstarten duurt een paar seconden. In de
latere fase van het opstarten wordt het
opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de
helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als de projector voor de eerste keer wordt ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal
volgens de instructies op het scherm.
4. Als u een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een
wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
Zie "De wachtwoordfunctie gebruiken" op
pagina 39 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector vertoont het beginscherm.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal
buiten het bereik van de projector valt, wordt het
bericht 'Buiten bereik' weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat
compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in.
Zie "Timingtabel" op pagina 97 voor details.
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De
beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven.
U kunt ook handmatig door de beschikbare
ingangssignalen cirkelen. Druk op de knop /
op de projector of afstandsbediening om het
gewenste ingangssignaal te selecteren.
De beschikbare opties voor Beeldmodus zijn
afhankelijk van het type ingangssignaal. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 41 voor
details.
De eigen resolutie van deze projector heeft een
beeldverhouding van 16:10. Voor de beste
beeldresultaten moet u een ingangssignaal dat bij deze resolutie uitvoert, kiezen en
gebruiken. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de
instelling "beeldverhouding". Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid
veroorzaken. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 41 voor details.
I
I