Operation Manual

De camera bedienen 57
Nederlands
5. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
Bijsnijden
Snijdt een deel van een beeldbestand, verkleint het beeldformaat en overschrijft
het beeldbestand of slaat het op als een ander nieuw bestand.
Een beeld bijsnijden:
1. Druk op om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of om het beeld dat u wilt bijsnijden, te selecteren.
3. Druk op > > Bijsnijden > of .
4. Gebruik de zoomhendel om het formaat te selecteren waarnaar u de
opname wilt verkleinen (8M, 5M, 3M, VGA).
5. Druk op , , of om het bij te snijden gebied te zoeken.
6. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
Grootte wijzigen
Wijzigt een beeldbestand naar een kleiner formaat en overschrijft het
beeldbestand of slaat het op naar een nieuw bestand.
De grootte van een opname wijzigen:
1. Druk op om te schakelen naar de weergavestand.
2. Druk op of om het beeld waarvan u de grootte wilt aanpassen, te
selecteren.
3. Druk op > >
Formaat aanpassen > of .
U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
U kunt afbeeldingen met de afmetingen 3:2, 16:9 of VGA of opnamen die in de
Panoramastand zijn gemaakt, niet bijsnijden.
OK
OK
OK
OK