Operation Manual

De camera bedienen 29
Nederlands
De stand Diafragmaprioriteit gebruiken
Diafragmaprioriteit wordt vaak gebruikt bij het maken opnamen van statische
onderwerpen of om de scherptediepte te benadrukken. Over het algemeen kunt
u het beste een kleiner diafragma gebruiken als u meer scherptediepte nodig
hebt.
De diafragmawaarde aanpassen:
1. Stel de keuzeschakelaar in op .
2. Druk op .
3. Druk op of om de diafragmawaarde aan te passen.
4. Druk op om de instelling te bevestigen.
De stand Sluiterprioriteit gebruiken
De sluiterprioriteit wordt vaak gebruikt voor het maken van opname van
bewegende onderwerpen. Over het algemeen kunt u het beste een kortere
sluitertijd gebruiken om een snel bewegend object op te nemen.
De sluitertijd in Sluiterprioriteit aanpassen:
1. Stel de keuzeschakelaar in op .
2. Druk op .
3. Druk op of om de sluitertijd aan te passen.
4. Druk op om de instelling te bevestigen.
De handmatige stand gebruiken
U kunt de diafragmawaarde en de sluitertijd selecteren in de Handmatige stand.
De waarden in de handmatige stand aanpassen:
1. Stel de keuzeschakelaar in op .
2. Druk op .
7.
Scènestand Hiermee kunt u de gewenste scènemodus
selecteren die geschikt is voor uw
opnameomgeving. Zie "De scènestand
instellen" op pagina 32 voor meer
informatie.
8.
Slimme scene De camera detecteert de
opnameomstandigheden en schakelt
automatisch naar de geschikte scènestand.
Zie "De stand Slimme scène gebruiken" op
pagina 32 voor meer informatie.
Nr. Pictogram Stand Beschrijving
OK
OK
OK
OK
OK