Operation Manual

38 Weergavestand
Nederlands
4. Druk op of om het effect te selecteren. De voorbeeldweergave aan de hand van het
geselecteerde effect wordt in de middelste miniatuur weergegeven.
5. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
Bijsnijden
Snijdt een deel van een beeldbestand, verkleint het beeldformaat en overschrijft het
beeldbestand of slaat het op als een ander nieuw bestand.
Een beeld bijsnijden:
1. Schuif de modusschakelaar naar .
2. Druk op of op om naar de opname te gaan die u wilt bijsnijden.
3. Druk op > > Bijsnijden > of .
4. Druk op of op om het formaat te selecteren waarnaar u de opname wilt verkleinen
(8M, 5M, 3M, VGA).
5. Druk op , , of om het bij te snijden gebied te zoeken.
6. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
U kunt afbeeldingen met de afmetingen 3:2, 16:9 of VGA of opnamen die in de
Panoramastand zijn gemaakt, niet bijsnijden.
Grootte wijzigen
Wijzigt een beeldbestand naar een kleiner formaat en overschrijft het beeldbestand of slaat
het op naar een nieuw bestand.
De grootte van een opname wijzigen:
1. Schuif de modusschakelaar naar .
2. Druk op of op om naar het beeld te gaan waarvan u het formaat wilt wijzigen.
3. Druk op > > Formaat aanpassen > of .
4. Druk op of om het formaat te selecteren waarnaar u de opname wilt
verkleinen.
5. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.