Operation Manual
• Zout of zeewater kan ernstige schade toebrengen aan de camera.
• Laat de camera niet vallen en vermijd stoten en schokken van de camera. Een ruwe omgang met de
camera kan het interne elektronische circuitbord beschadigen, de lensvorm vervormen of kan ervoor
zorgen dat de lens niet meer kan worden ingetrokken.
• Gebruik geen chemische schurende producten, oplosmiddelen of krachtige reinigingsmiddelen om de
camera schoon te maken.
• Er kan vingervet op de cameralens achterblijven waardoor onzuivere foto's of video's kunnen worden
opgenomen. Om dit probleem te vermijden moet u de cameralens schoonmaken voordat u foto's
maakt of video's opneemt. U moet de cameralens ook regelmatig schoonmaken.
• Indien de lens vuil is, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te reinigen.
• Raak de lens niet aan met uw vingers.
• Indien vuil of water in de camera terecht komt, schakel de camera dan onmiddellijk uit en neem de
batterijen uit. Verwijder vervolgens het vuil of water en stuur de camera ter reparatie op naar het
onderhoudscentrum.
• Telkens wanneer er gegevens aanwezig zijn in het interne geheugen of op de externe geheugenkaart,
moet u een back-up maken op een computer of schijf. Zo beschikt u over een back-upoplossing als er
gegevensverlies optreedt.
• Als de lens zich niet in de camera terugtrekt, moet u eerst de batterijen vervangen (meestal is dit een
gevolg van lege batterijen). Daarna zou de lens automatisch naar binnen moeten schuiven. Als de lens
nog steeds niet naar binnen schuift, moet u contact opnemen met uw leverancier.
• Duw de lens in geen geval met de hand naar binnen, anders kan de camera beschadigd raken.
• Alle originele accessoires zijn alleen ontworpen voor gebruik met dit cameramodel dat u hebt
aangeschaft. Gebruik deze accessoires niet met andere cameramodellen of camera's van andere merken
om onvoorspelbare gevaren of schade te voorkomen.
• Voordat u een geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze eerst met de camera formatteren.
• Vergeet niet de overschrijfvergrendeling (indien beschikbaar) in de ontgrendelde positie te plaatsen.
Anders worden alle gegevens op de geheugenkaart (als die er zijn) beveiligd en kan de kaart niet worden
bewerkt of geformatteerd.
Wer ko mge v in g
• Gebruik of bewaar de camera niet in de onderstaande omgevingen:
• Direct zonlicht
• Stoffige plaatsen
• In de buurt van een luchtkoeler, verwarming of andere warmtebronnen
• In een gesloten auto in direct zonlicht
• Onstabiele locaties
• Gebruik de camera niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt.
• Gebruik de camera niet in of in de nabijheid van water.
• De bedrijfstemperatuur van de camera ligt tussen 0° en 40° Celsius. De gebruiksduur zal korter worden
wanneer u de camera bij een lage temperatuur gebruikt.
• De capaciteit van uw camerabatterijen zal telkens verminderen wanneer u deze oplaadt/ontlaadt.
• Opslag bij een te hoge of te lage temperatuur zal ook leiden tot geleidelijk capaciteitsverlies. Het gevolg
is dat de werktijd van de camera aanzienlijk kan teruglopen.
• Het is normaal dat de camera tijdens het gebruik warm wordt omdat de camerabehuizing warmte kan
geleiden.










