Operation Manual

BenQ DC 5530 User’s Manual
↑⊥
Nederland
De DC C60 gebruiken
23
3.3. Stand Prioriteit Sluitertijd [ TV ]
In deze stand worden de foto’s genomen volgens de prioriteit die werd ingesteld voor de
sluitertijd. De camera stelt automatisch de lensopeningswaarde in volgens de sluitertijd.
Een snelle sluitertijd produceert een foto die eruit ziet alsof een bewegend onderwerp stil staat.
Een trage sluitertijd levert een foto die de indruk geeft van een vloeiend beeld.
1. Stel de keuzeschakelaar in op [ TV ] en druk op de
knop [ ].
2. Stel de sluitertijd in met de opdrachtschakelaar.
Draai de Opdrachtschakelaar naar de zijde .
(naar snellere sluitertijden)
Draai de Opdrachtschakelaar naar de zijde .
(naar tragere sluitertijden)
Het instellingsbereik is:
1/1500, 1/1250, 1/1000, 1/800, 1/650, 1/500, 1/400,
1/320, 1/250, 1/200, 1/160, 1/125, 1/100, 1/80, 1/64,
1/50, 1/40, 1/32, 1/25, 1/20, 1/16, 1/13, 1/10, 0.13s,
0.16s, 0.20s, 0.25s, 0.3s, 0.4s, 0.5s, 0.6s, 0.8s, 1s, 1.3s,
1.6s, 2s, 2.5s, 3.2.s, 4s, 5s, 6.4s, 8s
De sluitertijd en de overeenkomstige waarde voor de
lensopening worden weergegeven op het scherm. Als
u geen geschikte combinatie kunt instellen, wordt de
waarde voor de lensopening rood weergegeven. U
kunt echter wel foto's maken.
3. Stel uw foto in, druk de ontspanknop halverwege in, en
druk hem vervolgens volledig in.
3.4. Stand Prioriteit Opening [ AV ]
In deze stand worden de foto’s genomen volgens de prioriteit die werd ingesteld voor de
lensopening. De camera stelt automatisch de sluitertijd in volgens de lensopening.
Een lage waarde voor de lensopening levert een portretopname met een onscherpe
achtergrond. Hoe lager de waarde voor de lensopening, hoe waziger de achtergrond zal worden.
Een hoge waarde voor de lensopening levert scherpe beelden van zowel objecten die
dichtbij gelegen zijn, als van objecten zoals landschappen. Hoe hoger de waarde voor de
lensopening, hoe groter het gebied wordt voor scherpe beelden.
Opmerking
Als u de sluitertijd trager dan 0,5 seconden instelt, leidt dit tot een foto met een langdurige
belichting en de [ ] wordt weergegeven op het scherm.
Wanneer in de stand flitserfotografie, [ ] en [ ] zijn ingesteld, is de snelste sluitertijd
1/250 seconde.
In de opnamestand [Continu] en [Autobelichting] kan de sluitertijd niet trager dan 0,5
seconden worden ingesteld.