CP270 Digital Projector Gebruikershandleiding Welkom
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies ..........3 Inleiding ..............................7 Kenmerken van de projector ................ 7 Inhoud van de verpakking .................... 8 Buitenkant van de projector ................. 9 Bedieningselementen en functies ....... 10 De projector positioneren ......................15 Het kiezen van een plek....................... 15 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen ................................ 16 Aansluitingen ....................
Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 2.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 4 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. Belangrijke veiligheidsinstructies 10.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 13. Plaats de projector niet in de volgende 14. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats deze projector niet op een deken, ruimtes. beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 17. 18. 6 Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, • maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. • Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Haal in dit geval de stekker uit het stopcontact en laat een BenQ-onderhoudstechnicus de projector controleren.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Buitenkant van de projector 1. Voorkant/bovenkant 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 2 Extern besturingspaneel (Zie "Projector" op pagina 10 voor meer informatie.) Ventilatie (warme lucht uit) Snelverstellerknop Lensklep Focusring en zoomring IR-sensor afstandsbediening voorkant Projectielens 5 3 6 7 4 8. 9. 10. Achter/onderkant 8 9 10 11 12 11. 12. 13. 13 14. 15. 16.
Bedieningselementen en functies Projector 6. TEMP (Waarschuwingslampje temperatuur) Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicatoren" op pagina 55 voor details. 7. Links/ Start de FAQ-functie. Zie "De FAQfunctie gebruiken" op pagina 40 voor details. LAMP (Waarschuwingslampje lamp) Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp. Zie "Indicatoren" op pagina 55 voor details. BLANK Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
13. 14. Mode/Enter Selecteer een beschikbare beeldmodus. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 33 voor details. Hiermee opent u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. SOURCE Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 28 voor details.
Afstandsbediening 6. 6 1 7 2 8 3 9 4 10 7. 11 7 12 5 13 8. 1. 2. 3. 4. 5. 12 I I Aan/uit Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 24 en "De projector 9. uitschakelen" op pagina 42 voor details. Stilstaand beeld Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil. Zie "Het beeld stilzetten" op pagina 40 voor details. Links/ Start de FAQ-functie. Zie "De FAQ-functie gebruiken" op pagina 40 voor details. BLANK 10.
12. 13. Timer On Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 37 voor details. Timer Setup Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 37 voor details.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensor op de projector blokkeert.
De projector positioneren Het kiezen van een plek Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. De projector kan op de volgende plekken worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. 4:3 is the eigen beeldverhouding van de projector. Voor de projectie van beelden met een 16:9-verhouding (breedbeeld) dient de projector de grootte van de desbetreffende beelden aan te passen aan de native beeldbreedte van het apparaat.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. 2. Selecteer de schermgrootte. Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de linkerkolommen genaamd "4:3 schermdiagonaal". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand. 3. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale afstand in mm".
Projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 58 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Videoapparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen: • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Een component videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten: 1. Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op S-VIDEO-aansluiting van de projector.
Een composiet videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een composiet videoapparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. 2. Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft, wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte van de lamp. 3. Druk op II Aan/uit op de projector of afstandsbediening om de projector te starten.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu Hoofdmenu WEERGAVE Uit Wandkleur Auto Beeldverhouding Keystone Selecteren Positie Submenu Status ENTER Fase 16 Horizontale afmeting 0 Druk op Menu/Exit om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Voor meer informatie over het gebruik van de OSD, zie "De menu's gebruiken" op pagina 25. Het is buitengewoon vervelend als u de inschakelingsblokkering inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten 1. 2. 3. Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering zodra het OSD-menu is geopend. Kies Uit door op / te drukken. Het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in. • Als het wachtword juist is, verschijnt de pagina Beveiligingsins Tellingen en staat 'Uit' in de rij van Inschakelblokkering.
Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen: 1. Druk op de verstellerknop en til de projector aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de 1 verstellerknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen. 2.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring. 2. Stel vervolgens het beeld scherp door aan de focusring te draaien. Keystone corrigeren Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Vergroten en details zoeken Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven. • Met de afstandsbediening 1. Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk te openen. 2. Druk op Digital Zoom + om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet. 3. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven. 4.
De beeldverhouding selecteren De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv's en computers hebben de beeldverhouding 4:3. Dit is de standaardbeeldverhouding voor deze projector. Digitale tv en dvd's hebben meestal een beeldverhouding van 16:9.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven. 16:9-beeld Het beeld optimaliseren Een beeldmodus selecteren De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Video-ingangssignalen: S-Video, Video, D-Sub / Comp. (YPbPr) 1. 2. 3. 4. Dynamisch modus: Is geschikt voor het spelen van videospellen via een spelconsole in een normaal verlichte kamer. Standaard mode (standaard): Is geschikt voor de kleurrijke films, videoclips van digitale camera’s of dv’s. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van donkere (dvd-)films in een thuisbioscoop of in een donkere kamer.
De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi Afhankelijk van het waargenomen signaaltype zijn er enkele door de gebruiker te definiëren functies beschikbaar als u Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 selecteert. U kunt wijzigingen aanbrengen in deze functies op basis van uw behoeften. Aanpassen van Helderheid Selecteer Helderheid in het menu BEELD en pas de waardes aan door op op projector of afstandsbediening. Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
Selecteren van Kleurtemperatuur Selecteer Kleurtemperatuur in het menu BEELD en pas de waardes aan door op drukken op projector of afstandsbediening. / te De beschikbare opties voor de instelling van kleurtemperatuur* verschillen per signaaltype. 1. 2. 3. 4. T1: Met de hoogste kleurtemperatuur, T1, krijgen beelden meer een blauwe schijn dan bij andere instellingen. T2: Maakt het beeld blauwachtig wit. T3: De witte kleur behoudt de normale schakering. T4: Maakt het beeld roodachtig wit.
5. 6. 7. 8. 9. Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik Geel GROEN ROOD instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt. Magenta Cyaan Druk op om Verzadiging te selecteren en pas de waardes naar wens aan door te BLAUW drukken op / . Het effect van elke aanpassing is direct terug te zien in het beeld.
4. Druk op om Timerpositie te selecteren en stel de timerpositie in door te drukken op / . Linksboven Linksonder Rechtsonder 5. 5 min. 5 min. 5 min. 5 min. Rechtsboven Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door te drukken op / . Selectie Beschrijving Optellen Telt op vanaf 0 naar de ingestelde tijd. Aftellen Telt af vanaf de ingestelde tijd naar 0. 6. 7.
Het beeld verbergen Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is gevestigd, kiest u BLANK op de projector of de afstandbediening om het beeld op het scherm te verbergen. Druk op een willekeurige toets op projector of afstandsbediening om het beeld te herstellen. Het woord 'BLANK' verschijnt rechtsonder in het scherm als het beeld is verborgen.
Het beeld stilzetten Druk op op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen. Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer beweegt.
Gebruik op grote hoogte Als u de projector gebruikt op een hoogte van 1500 - 3000m boven zeeniveau, en de termperatuur tussen 0ºC-35ºC ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken. Gebruik de Hoogtemodus niet als de hoogte tussen 0 m en 1500 m is en de temperatuur tussen 0°C en 35°C ligt. Als u in deze omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te veel afgekoeld. Activeer zo de Hoogtemodus: WAARSCHUWING 1.
De projector uitschakelen 1. Druk op II Aan/uit en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht. 2. Druk nogmaals op II Aan/uit. De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen. Zodra het afkoelen voltooid is, brandt de POWER (Power-lampje) oranje en stoppen de ventilatoren.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Hoofdmenu Submenu Wandkleur 1. WEERGAVE 2.
Timerinterval 1~240 minuten Timerweergave Altijd/1 min/2 min/3 min/Nooit Presentatietimer Timerpositie Aftelrichting Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder Aftellen/Optellen Aan/Uit 4. Taal SYSTEEM INSTLL: Projectorpositie Basis Tafel voor/Tafel achter Automatisch uitschakelen Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Inactief-timer Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Paneeltoetsblokkering Aan/Uit Slaaptimer Uitschakelen/30 min.
Beschrijving van elk menu FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Wandkleur Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina 34 voor details. Er zijn vier opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 32 voor details. Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) Tint BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 35 voor details. (0) 2. BEELD menu 3. INGANG menu 4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu 46 Scherpte (15) Heldere kleur (Aan) De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-systeem is geselecteerd. Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van Scherpte" op pagina 35 voor details.
FUNCTIE (standaardinstelling/ BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) waarde) 4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu Paneeltoetsblokkering (Uit) Slaaptimer (Uitschakelen) Opstartscherm (BenQ-logo) Snelle afkoeling (Aan) Hoogtemodus (Uit) Schakelt alle paneeltoetsen op de projector in of uit, behalve I I Aan/uit en alle knoppen op de afstandsbediening. Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 39 voor details. Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu Baud-ratio (115200) Instellingen herstellen FAQ - Beeld en installatie BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs. Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp Het aantal lampuren onderzoeken De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur lamp = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 3/2 uur (gebruiksduur in de modus Normaal) Zie "Instellen van Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
De timing van de lampvervanging Als het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. Het LAMP (waarschuwingslampje lamp) en het TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan branden als de lamp te heet wordt.
De lamp vervangen • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
5. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd.
10. Draai de schroeven van de lampklep weer vast. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroeven niet te vast. 11. Start de projector opnieuw op. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. Stelt de lamptimer in op nul 12. Open nadat het startlogo is verschenen, het Melding schermmenu. Ga naar het menu Lamptimer herstellen? SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op Mode/Enter.
Indicatoren Lampje Power Status & beschrijving Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer Oranje Uit Uit Stand-bymodus Groen Knippert Uit Uit Opstarten. Groen Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Normale werking. • De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces. • De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de stroom is uitgeschakeld. De projector is automatisch afgesloten.
Problemen oplossen U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Afmetingen 190 mm (B) x 77,5 mm (H) x 205 mm (D) 205 190 77.
Ondersteunde timing timing voor Component-YPbPr signaal Signaalformaat 480i(525i)@60Hz 480p(525p)@60Hz 576i(625i)@50Hz 576p(625p)@50Hz 720p(750p)@60Hz 720p(750p)@50Hz 1080i(1125i)@60Hz 1080i(1125i)@50Hz Horizontale frequentie (kHz) 15,73 31,47 15,63 31,25 45,00 37,50 33,75 28,13 Verticale frequentie (Hz) 59,94 59,94 50,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Informatie over garantie en auteursrechten Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Voorschriften FCC-verklaring KLASSE B: Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.