Operation Manual

De projector gebruiken32
2. Menu Pro-beeld
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
Functie
(standaardinstelling/
waarde)
Omschrijving
Automatisch
instellen
grootte (Aan)
Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de
native resolutie van de projector aan.
Aan
: de resolutie van het ingangssignaal wordt omgezet naar de native resolutie
van de projector (1024 x 768). Bij ingangssignalen met een lagere resolutie
worden de gaten tussen de pixels automatisch geïnterpoleerd voordat het beeld
wordt geprojecteerd. Het beeld wordt hierdoor mogelijk minder duidelijk.
Uit: het beeld wordt geprojecteerd met de oorspronkelijke resolutie.
Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner
weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig past u de
zoominstellingen aan of plaatst u de projector verder van het scherm
vandaan, zodat het beeld wordt vergroot. Wellicht dient u hierna ook de
scherpstelling van de projector aan te passen.
Aspect Ratio
(Beeldverhouding)
(4:3)
Er zijn twee instellingen voor de beeldverhouding.
4:3 (voor een standaardscherm)
16:9 (voor breedbeeld)
De optie 16:9 is alleen mogelijk wanneer de componentvideo-ingang
een 16:9-signaal ontvangt. Zie “Een componentvideo-apparaat
aansluiten” op pagina 18 en De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen” op pagina 12 voor meer informatie.
Horizontale
positie (0)
Stelt de horizontale
positie van het
geprojecteerde beeld in.
Verticale
positie (0)
Stelt de verticale positie
van het geprojecteerde
beeld in.
Fase (afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Met deze functie kunt u de klokfase aanpassen
om beeldvervorming te verminderen.
Horizontale
afmeting (0)
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Scherpte (15)
Maakt het beeld scherper of onscherper.
-30 +30
-30
+30