Operation Manual

Inleiding10
Beschrijving van de afstandsbediening
1. Aan/uit (zie “Starten” op pagina 21 en “Af s l u iten op p ag in a 27 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
Als de projector stand-by staat, drukt u één keer op deze knop om de projector aan
te zetten.
Als de projector aan staat, drukt u twee keer op deze knop om de projector stand-by
te zetten.
2. Stilstaand beeld
Wanneer u op de knop voor stilstaand beeld drukt wordt het beeld stilgezet.
Het pictogram “ ” wordt in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven.
Als u het beeld weer wilt laten bewegen, drukt u opnieuw op de knop voor stilstaand
beeld of op de knop Source (Bron).
3. 5, 6
4. 3, 4
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren deze knoppen als richtingsknoppen
om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen.
5. MENU (zie “De menu's gebruiken op pagina 29 voor meer informatie.)
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in.
6. Keystone (Trapezium) (zie “Keystone (Trapezium) corrigeren” op
pagina 25 voor meer informatie.)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek
worden veroorzaakt.
7. Page Up/Down (Pagina omhoog/omlaag)
Met deze knoppen kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op
opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijv. Mic
rosoft PowerPoint).
8. AUTO (Automatisch) (zie “Het beeld automatisch aanpassen” op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee worden automatisch de beste beeldinstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
1
2
3
4
5
3
6
7
8
9
10
11