Operation Manual

3130
Gebruik maken van de web-gebruikersinterface
3130 3130
128-bits WEP-encryptie
Opmerking voor Mac-gebruikers: De passphrase-optie (samengesteld
wachtwoord) is niet geschikt voor Apple
®
AirPort
®
. Om encryptie te
configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van
de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte.
1. Selecteer 128-bit WEP in het dropdown-menu.
2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd,
kunt u de sleutel opgeven door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen of u kunt een Passphrase (Meervoudig wachtwoord) intypen in
het daarvoor bestemde veld en klikken op Generate(Genereren) om een
sleutel te crren. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers
en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26
hexadecimale sleutels in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits WEP-sleutel
3. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
Encryptie is nu ingesteld voor de draadloze router of accesspoint.
Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden
geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint vanaf een
computer met een draadloze cliënt configureert, dient u te zorgen dat de
beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt,
krijgt u geen draadloze verbinding.
Instellingen voor encryptie van uw draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met WPA (Wireless Protected Access), de nieuwste
beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP (Wired
Equivalent Privacy) -beveiliging ondersteund. Draadloze beveiliging is standaard
uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te bepalen welke
standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveilingingsinstellingen te wijzigen,
klik op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos).