Operation Manual

55
55
Gebruik van de web-based Advanced User Interface
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Hoofdstuk
128-bits WEP-encryptie
Opmerking voor Mac®-gebruikers:
De optie van een
samengesteld wachtwoord is niet geschikt voor Apple® AirPort®.
Om encryptie voor uw Mac-computer te configureren, moet u gebruik
maken van handmatige encryptie zoals beschreven in het volgende
hoofdstuk.
1. Selecteer 128-bit WEP in het vervolgmenu.
2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt
geselecteerd, kunt u de sleutel opgeven door de hexadecimale
sleutel handmatig in te typen of u kunt een Passphrase
(Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld
en klikken op Generate (Genereren) om een sleutel te creëren.
A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale
sleutels in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
3. Klik op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen
uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met
dezelfde beveiligingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router / accesspoint vanaf een
computer met een draadloze cliënt configureert, dient u te zorgen dat
de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet
gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding.