Operation Manual
31
31
Alternatieve installatiemethode
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Hoofdstuk
Internetverbinding instellen op “Static IP”
Het type verbinding dat werkt met statische IP-adressen is minder
algemeen dan andere typen verbindingen. Als uw provider statische
IP-adressering gebruikt, hebt u uw IP-adres, subnetmasker en het
gateway-adres van uw provider nodig. Deze informatie is verkrijgbaar
bij uw provider of staat vermeld op de documenten die uw ISP bij u
heeft achtergelaten. Vul de gevraagde informatie in en klik vervolgens
op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (5). Na bevestiging
van de noodzakelijke wijzigingen toont de internetstatusindicator
“Connection OK” (Verbinding in orde) als uw router correct is
geïnstalleerd.
1. IP-adres
toegewezen door uw provider Voer uw IP-adres hier in.
2. Subnetmasker
verstrekt door uw provider. Voer uw subnetmasker hier in.
3. ISP gatewayadres
toegewezen door uw provider Voer het gatewayadres hier in.
4. Mijn provider kent meer dan één statisch IP-adres toe.
Als uw provider u meer dan één statisch IP-adres toekent, kan uw
router totaal vijf statische WAN IP-adressen verwerken. Selecteer
“My ISP provides more than one static IP address” (Mijn provider
verstrekt meer dan één statisch IP-adres) en voer de extra
adressen in.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)