Operation Manual

23
23
1.5 Schakel uw kabel- of DSL-modem in
door de voeding weer op de modem aan te sluiten.
Opmerking: De poorten van uw router kunnen
zich op een andere plaats bevinden dan aangegeven
in bovenstaande afbeelding.
1.6 Sluit de netvoedingskabel eerst aan op een stopcontact en pas
daarna op de netvoedingsingang van de router.
1.7 U kunt zien of uw modem op de router is aangesloten door de
LED’s aan de voorkant van de router te controleren. Het groene
lampje met de aanduiding WAN licht op als uw modem correct
op de router is aangesloten. Als het lampje niet brandt, loop dan
alle verbindingen nog eens na.
1.8 Kijk of uw computer correct op de router is aangesloten door
de lampjes met de aanduiding LAN 1, 2, 3 en 4 te controleren.
De LED die correspondeert met de genummerde poort waarop u
de computer hebt aangesloten, moet branden als uw computer
inderdaad correct is aangesloten. Als het lampje niet brandt, loop
dan alle verbindingen nog eens na.
Alternatieve installatiemethode
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Hoofdstuk
Naar netvoedingsadapter
Oorspronkelijk op de kabel- of DSL-modem
aangesloten pc- of Mac-computer
Nieuwe netwerkkabel
(naar computer)
Bestaande netwerkkabel
(bij modem geleverd)