Operation Manual
119
118
119
118
Problemen oplossen
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint
vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert,
dient u te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt
is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze
verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple
AirPort®-apparaten ondersteunen uitsluitend 64-bit encryptie.
Apple AirPort 2-apparaten kunnen 64-bit of 128-bit encryptie
ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u
gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te
configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent
Privacy (WEP) beveiliging op een Belkin cliëntkaart
Oplossing:
De cliëntkaart moet dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze
router / aansluitpunt. Als uw router of toegangspoort sleutel 001
12233445566778899AABBCC gebruikt, dan moet de cliëntkaart
exact dezelfde sleutel hebben.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm
“Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de
knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de
kaart bekijken en configureren.
2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties
van de kaart bekijken en configureren.
3. Na drukken op “Advanced” verschijnt de Belkin Wireless LAN
Utility (hulpprogramma). Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de Belkin draadloze kaart beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens
klikt u op “Properties” (Eigenschappen).
5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6. Zorg ervoor dat het selectievakje voor “The key is provided
for me automatically” (Netwerksleutel wordt automatisch
toegekend), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze computer
gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan
uw netwerkbeheerder of dit vakje aangevinkt moet zijn of niet.
7. Typ de WEP-sleutel in het vakje voor “Network Key”
(Netwerksleutel) in.