Operation Manual

58
5958
Gebruik maken van de geavanceerde web-
based gebruikersinterface
BELANGRIJK: Zorg er voor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn,
WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een
verbinding met de router mogelijk maken.
WPA-beveiliging instellen
Opmerking: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, dienen uw
netwerkkaarten uitgerust te zijn met software die WPA ondersteunt. Op het
tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiligingspatch
van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt
uitsluitend met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt gebruik
van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-
shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 39 tekens lang is. Dit
wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en
andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te
krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in de
privé-omgeving.
WPA-PSK instellen
1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze bestaat uit 8 tot 39 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U moet bij al uw cliënten
dezelfde sleutel gebruiken.
4. Klik op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om te eindigen.
Stel nu al uw cliënten op deze manier in.