Operation Manual

42
4342
Alternatieve installatiemethode
hoofdstuk
Het verbindingstype van uw internetserviceprovider instellen op
Static IP (IPoA) (Statisch IP).
Dit type verbinding wordt ook wel Classical IP over ATM” of “CLIP”
genoemd. Hierbij voorziet uw internetserviceprovider u van een vast IP voor
de verbinding van uw router met het Internet.
1. IP-adres – Voer het IP-adres in dat u van uw internetserviceprovider
gekregen hebt voor de WAN-interface van de router.
2. Subnetmasker – Vul het door uw internetserviceprovider verstrekte
subnetmasker in.
3. Standaard gateway Voer een standaard gateway IP-adres in. Indien de
router binnen het lokale netwerk geen bestemmingsadres kan vinden,
zal hij de pakketten doorsturen naar de standaard gateway die uw
internetserviceprovider heeft toegekend.
4. VPI/VCI Voer hier de VPI- en VCI-parameters in. Deze gegevens worden
door uw internetserviceprovider verstrekt.
5. Encapsulatie (Inkapseling) Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk van wat
uw provider gebruikt.
Klik op Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om uw instellingen op
te slaan en te activeren. Om de oorspronkelijke instellingen te herstellen,
voordat u opslaat, klikt u op “Clear Changes” (Wijzigingen wissen). U kunt
ook op een van de snelnavigatiekoppelingen klikken voor meer opties.
Uw nieuwe instellingen zullen niet worden opgeslagen, tenzij u op Apply
Changes” (Wijzigingen toepassen) klikt.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)