User manual

68
Bij aansluiting van de doorluskabel op de voorafgaande module moet deze
automatisch ingeschakeld worden als de voorafgaande module ingeschakeld wordt.
Toch adviseren wij de voeding voor de slave-module te gebruiken. U kunt zien dat het
led-display aan de voorzijde de bankadresinstelling van de module aangeeft.
RESET de MASTER-module door gelijktijdig indrukken van de knoppen ‘BANK/SCAN’
en ‘CHANNEL’ (kanaal). Hierdoor kan de MASTER-module de nieuw toegevoegde
slave-module herkennen.
Door indrukken van de ‘BANK/SCAN’-knop controleert u of de MASTER-module de
nieuwe slave heeft herkend. Is dat het geval dan signaleert het led-display op de
MASTER het bankadres van de slave-module. Hebt u meerdere slave-modules, dan
moet u de ‘BANK/SCAN’-knop mogelijk een aantal malen indrukken om alle vroegere
slave-modules te doorlopen voordat u de nieuw toegevoegde module bereikt.
Nu kunt u de computers inschakelen die aangesloten zijn op de nieuw toegevoegde
slave-module. Nadat alle computers zijn opgestart, moet u de MASTER-module
wellicht resetten waardoor deze de aanwezigheid van ingeschakelde computers op de
nieuwe slave-module herkent.
OPMERKING:
De OmniView
PRO kan ook doorgelust worden naar OmniView
SE-modules (alleen
F1D102n en F1D104n). Dit geeft u meer keuzemogelijkheden en flexibiliteit. Maakt u
hiervan gebruik, dan is het wenselijk de OmniView
PRO als MASTER-module aan te
wijzen met het oog op het OSD-beeldschermmenu. Hierdoor profiteren alle modules
van de besturing via een beeldschermmenu, ook als de OmniView
SE zelf daarover
niet beschikt.
Apparatuur installeren (vervolg)
P73055/F1D108-OSD/n/man.qxd 4/21/00 2:38 PM Page 68