Operation Manual

46
Draadloze N+ modem-router
HOOFDSTUKInhoud 1 2 3 4 5 7 8 9 106
GEBRUIKMAKEN VAN DE GEAVANCEERDE WEBINTERFACE
WPA-beveiliging instellen
Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging moet uw
netwerkkaarten uitgerust zijn met software die WPA ondersteunt. Op het
tijdstip van publicatie van deze handleiding is er een beveiligingspatch van
Microsoft beschikbaar als gratis download. Deze patch werkt uitsluitend
met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt gebruik
van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-
shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 39 tekens lang is. Dit
wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en
andere tekens. Elke cliënt gebruikt dezelfde sleutel om toegang te krijgen
tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans wordt gebruikt in een
LET OP: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2
ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding
met de router mogelijk maken.
privéomgeving.
WPA-PSK instellen
1. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) in de
keuzelijst “Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptiemethode).
Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
3. Voer uw Pre-Shared Key in. Dit is een code van 8 tot 39 tekens (letters,
cijfers of symbolen). U moet bij al uw cliënten dezelfde sleutel gebruiken.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Stel nu
al uw cliënten op deze manier in.