Operation Manual

31
Draadloze N+ modem-router
HOOFDSTUKInhoud 1 2 3 4 6 7 8 9 105
ALTERNATIEVE INSTALLATIEMETHODE
5. Internetstatusindicator
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina's van de router en geeft de
verbindingsstatus van de router aan. Wanneer de indicator in blauw
“Connection” (Verbinding) aangeeft, is de router verbonden met internet.
Wanneer de indicator in het rood “No Connection” (Geen verbinding)
aangeeft, heeft de router geen verbinding met internet. Deze indicator
wordt automatisch bijgewerkt zodra u de instellingen van de router wijzigt.
6. De knoppen Connect/Disconnect (Verbinding maken/Verbinding
verbreken)
Gebruik deze knoppen voor het handmatig tot stand brengen van een
ADSL-verbinding of het verbreken van de ADSL-verbinding.
7. Language (Taal)
Toont de ingestelde taal voor de geavanceerde gebruikersinterface.
Selecteer de gewenste taal door te klikken op een van de beschikbare
talen.
8. Version Info (Versie-informatie)
Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
9. LAN Settings (LAN-instellingen)
Toont de instellingen van de LAN-kant van de router. U kunt deze
instellingen wijzigen door op een van de koppelingen (IP Address (IP-adres),
Subnet Mask (Subnetmasker) of DHCP Server (DHCP-server)) te klikken of
door op de koppeling LAN aan de linkerzijde van het scherm te klikken.
10. Internet Settings (Internetinstellingen)
Toont de instellingen van de internet-/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met internet. U kunt deze instellingen wijzigen door te
klikken op de koppelingen of door te klikken op de koppeling Internet/
WAN” aan de linkerzijde van het scherm.
11. WLAN Settings (WLAN-instellingen)
Toont de status van de draadloze functies en de functies voor gasttoegang
van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van
de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen aan de
linkerzijde van het scherm.
12. ADSL-gegevens
Toont de ADSL-status evenals de overdrachtssnelheden.
13. Router Status (Status router)
Toont de status van diverse functies van de router, zoals de voeding en
USB-poort.
14. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina's. “LAN > LAN
Settings” verwijst bijvoorbeeld naar de pagina “LAN Settings” (LAN-
instellingen).