Operation Manual

82
Draadloze Double N+ Router
HOOFDSTUK
Inhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 109
PROBLEMEN OPLOSSEN
De overdrachtssnelheid verlagen: Het verlagen van de overdrachtssnelheid
kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij
de meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid worden
aangepast. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het "Control
Panel" (Configuratiescherm) van Windows, opent u de map “Network
connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding
van uw draadloze kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u
de knop “Configure” (Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen).
(Gebruikers van Windows 98 moeten de draadloze kaart te selecteren en op
Properties (Eigenschappen) klikken.) Vervolgens selecteert u op het tabblad
Advanced” (Geavanceerd) de “Rate Property” (Overdrachtssnelheid).
Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze
overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan periodiek onderbreking van
de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is. Meestal
zijn langzamere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u
aan te experimenteren met verschillende verbindingssnelheden totdat u
de beste snelheid voor uw omgeving hebt gevonden. Alle beschikbare
overdrachtssnelheden zijn echter geschikt voor internetgebruik. Zie voor
meer informatie de handleiding van uw netwerkkaart.
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of
WEP-beveiliging op mijn router van Belkin.
1. Log in op uw router. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van
de router in. (De standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1.)
Log in op uw router door op de knop “Login” (Inloggen) in de
rechterbovenhoek van uw scherm te klikken. U wordt gevraagd uw
wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld, vult
u dit veld niet in en klikt u op “Submit” (Verzenden). Klik op het tabblad
“Wireless” (Draadloos) links op uw scherm. Selecteer het tabblad
“Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) om naar de pagina
met beveiligingsinstellingen te gaan.
2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
3. Nadat u een WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase
(meervoudig wachtwoord) in het "Passphrase"-veld invoeren en
klikken op "Generate" (Genereren) om uit de passphrase een WEP-
sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen)
om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier
zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van
cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP moet u 26
hexadecimale sleutels invoeren. Voorbeeld: C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3
D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. De
encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw
draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde
beveiligingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de router op een computer met een draadloze
cliënt configureert, moet u ervoor zorgen dat de beveiliging voor deze
draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze
verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort
2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt
uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits
encryptie.