Operation Manual
5
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de wijze van verwarmen voor
de oven in. De functiekeuzeknop kan naar links en naar rechts
draaien.
Wanneer de gewenste wijze van verwarmen is ingesteld, brandt
de lamp in de oven.
Toetsen en display
Met de toetsen kunnen extra functies worden ingesteld. De
ingestelde waarden kunnen op het display worden afgelezen.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Als de oven opwarmt, brandt het lampje boven de
temperatuurkeuzeknop. Deze gaat uit tijdens de
verwarmingspauzes. Bij sommige instellingen brandt het
symbool niet.
Grillstanden
Bij het vlakgrillen
$ stelt u met de temperatuurkeuzeknop een
grillstand in.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
De ovenlamp brandt tijdens het gebruik van de oven. Door de
functiekeuzeknop op een willekeurige stand te draaien, kan de
ovenlamp ook worden ingeschakeld zonder dat de oven wordt
verwarmd.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Standen Functie
ý
Uit De oven is uitgeschakeld.
%
Boven-/onder-
warmte
Het bakken en braden is maar op
één niveau mogelijk. Voor gebak
en pizza in bakvormen of op de
bakplaat alsmede voor magere
braadstukken van rund, kalf en wild
is deze instelling zeer geschikt. De
hitte komt gelijkmatig van boven en
onderen.
›
3D-hete lucht* Gebak, pizza, klein gebak, muffins
en bladerdeeg kunt u op twee
niveaus gelijktijdig bakken.
Door een ventilator met ringverwar-
mingselement tegen de achter-
wand van de oven wordt de
verwarmde lucht gelijkmatig ver-
deeld.
0
Pizza-stand Voor het snel bereiden van diep-
vriesgerechten zonder voorverwar-
men, zoals bijv. pizza, patates frites
of strudel. De onderste verwar-
mingselementen en de verwar-
mingselementen aan de achterkant
moeten opgewarmd worden.
$
Onderwarmte Met onderwarmte kunt u gerechten
van onderen nabakken en rooste-
ren. De temperatuur komt van
onderen.
#
Circulatiegrillen Circulatiegrillen is bijzonder
geschikt voor het grillen van vis,
gevogelte en grote stukken vlees.
Het grillelement en de ventilator
schakelen afwisselend in en uit. De
ventilator verdeelt de verwarmde
lucht om de gerechten.
%
Vlakgrillen, klein
oppervlak
Deze wijze van verwarmen is
geschikt voor het grillen van steak,
worstjes, vis en toasts in kleine
hoeveelheden. Het middelste deel
van het grillelement wordt ver-
warmd.
$
Vlakgrillen, groot
oppervlak
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toast grillen. Het gehele
oppervlak onder het grillelement
wordt verwarmd.
&
Ontdooien Voorbeeld: Vlees, gevogelte, brood
en taarten.
De ventilator verdeelt de ver-
warmde lucht om de gerechten.
J
Snelvoorverwar-
ming
Voor het snel verwarmen van
gerechten.
* Wijze van verwarmen conform energie-efficiëntieklasse
EN50304.
Toets Functie
0
Kloktoets Met deze toets kunt u de tijd van
de klok, de bereidingstijd
x en
de eindtijd
y instellen.
C
Toets sleutel Met deze toets kunt u de kinderbe-
veiliging in- resp. uitschakelen.
V
Toets wekker Met deze toets kan de wekker
worden ingesteld.
A
Toets min Met deze toets kan de instel-
waarde na onderen worden bijge-
steld.
@
Toets plus Met deze toets kan de instel-
waarde na boven worden bijge-
steld.
Instelling Functie
û
Uit Oven niet heet.
50-270 Temperatuurbereik De temperatuurweergave is
in ºC.
1, 2, 3 Grillstanden Grillstanden voor de grill,
klein
% en groot $ opper-
vlak.
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk