Installation Instructions
Een netwerk van communicatiesystemen opzetten84
Netwerken van communicatiesystemen
Voorbeeld van een netwerk van een communicatiesysteem
Voor vaste verbindingen kunnen daarbij verschillende types
kabels en transmissieprotocollen worden gebruikt. De gewenste
communicatienetwerktopologie (afstand, verbindingscapaciteit)
bepaalt welke vorm van vaste verbinding in aanmerking komt.
Protocol: Q.SIG of DSS1
Als transmissieprotocol kunnen bij voorkeur het voor vaste ISDN-
verbindingen bestemde protocol Q.SIG of alternatief het voor
ISDN-kiesverbindingen in het Euro-ISDN bestemde protocol DSS1
worden gebruikt. Een aantal eigenschappen van het netwerk van
communicatiesystemen kunnen daarbij alleen met het protocol
Q.SIG worden gebruikt. Met name het aanmerken van een verbin-
ding als interne of externe oproep kan met het protocol DSS1 niet
worden doorgegeven.
Beide protocollen realiseren de communicatie in meerdere proto-
colniveaus:
z L1: niveau 1 definieert de fysische eigenschappen van de lei-
ding en de elektrische codering van de signalen.
z L2: niveau 2 maakt de communicatie via afzonderlijke, van
elkaar onafhankelijke kanalen mogelijk die afgeschermd zijn
tegen fouten.
z L3: niveau 3 definieert het beheer van de afzonderlijke kanalen
en realiseert de in ISDN voorziene eigenschappen.
Master/Slave
Voor een ISDN-verbinding kan worden vastgelegd welk communi-
catiesysteem de protocol-master en welk communicatiesysteem
de protocol-slave is. Die relatie is voor alle drie protocolniveaus
onafhankelijk van elkaar te bepalen.
Voor elk protocolniveau moet het verbonden toestel altijd passend
geconfigureerd zijn. Als een kant de protocol-master voor een
vaste verbinding
externe lijn
telecom-
systeem
telecom-
systeem
telecom-
systeem
telecom-
systeem
telecom-
systeem