Operation Manual

10 I
FL
afgerond, drukt u op de toets MENU om het
menu te verlaten.
6.5.3-Om een opgeslagen zender
over te slaan:
Indien er bepaalde zenders zijn die
u niet wenst weer te geven tijdens
het navigeren tussen de kanalen
met de P+/P- toetsen, kunt u de deze
functie toepassen. Selecteer de zender die
u wilt verbergen van de programmatabel
op de cursortoetsen P+/P- of -VOL/VOL+
te drukken. Druk op de “RODE” toets.
De naam van de zender die moet worden
overgeslagen verschijnt in het rood. U kunt
deze methode op meer dan één zender
toepassen. Om de overgeslagen zender te
kunnen zien, voert u het zendernummer in
via de cijfertoetsen. Indien u het overslaan
van zenders wenst te annuleren, drukt u
opnieuw op de “RODE” toets. Nadat de
instelling is afgerond, drukt u op de toets
MENU om het menu te verlaten.
6.5.4-Kanalen benoemen
U kunt zenders afzonderlijk of
zenders naar keuze een naam geven
van maximaal vijf tekens. Selecteer
de zender waaraan u een naam wilt
toekennen door op de cursortoetsen
P+/P- of -VOL/VOL+ te drukken.
Druk op de “GELE” toets. Er verschijnt een
vrije ruimte naast het kanaal waarvoor u een
naam wilt specificeren. Hier kiest u de letter,
het nummer of teken dat u wilt gebruiken met
de cursortoetsen P+/P-. Om de tweede letter
te selecteren, drukt u op de cursortoetsen
–VOL/VOL+ en met de cursortoetsen P+/
P- kunt u dan opnieuw de gewenste letter,
het nummer of het symbool selecteren.
Nadat alle tekens ingevoerd zijn, slaat u de
geschreven naam op in het geheugen door
op de “RODE” bevestigingstoets te drukken.
Om andere zenders te benoemen, herhaalt u
bovenstaande procedure. Indien u het menu
wenst te verlaten, drukt u op de toets MENU.
Wanneer een zender geen naam krijgt wordt
automatisch het kanaalnummer van die
zender weergegeven.
7 De instellingen van uw nieuwe televisie:
7.1-Menu-instellingen Beeld
7.1.1-Menu Beeld
In het menu Beeld kunt u andere
beeldinstellingen uitvoeren. Druk hiervoor op
de toets MENU op uw afstandsbediening.
Selecteer BEELD door in Info te drukken
op de cursortoets P+/P- en bevestig uw
keuze met de toets OK. Het Beeldmenu
wordt weergegeven. U kunt in dit menu de
gewenste titel die uitgevoerd moet worden
selecteren.
MENU
BEELD
NORMAAL
UIT
VERANDER
TERUG
HELDERDHEID
CONTRAST
KLEUR
SCHERPTE
KLEURTEMPERATUUR
DNR
Met de cursortoetsen P+/P- kunt u de
gewenste instelling selecteren en het
niveau daarvan aanpassen met
de cursortoetsen –VOL/VOL+.
HELDERHEID, CONTRAST, KLEUR
en SCHERPTE kunnen naar wens
worden ingesteld. De wijzigingen die u
maakt in de beeldinstellingen worden
automatisch opgeslagen zonder dat er
extra handelingen nodig zijn.
7.1.2-Kleurtemperatuur
Met deze functie kan de kleurintensiteit
van het beeld worden aangepast.
Selecteer in het Menu Beeld het tabblad
KLEURTEMPERATUUR door te drukken
op de toetsen P+/P- en selecteer één van de
opties KOUD, NORMAAL of WARM door op
de toetsen –VOL/VOL+ te drukken.
7.1.3-DNR (Ruisreductie)
Met deze functie kunt u interferentie en ruis in
het beeld reduceren. Selecteer in het Menu
Beeld het tabblad DNR door te drukken op de
toetsen P+/P- en selecteer één van de opties
UIT, LAAG of HOOG door op de toetsen
–VOL/VOL+ te drukken.
+
P
P
-
-
VOL
VOL +