Quick Start Guide

30 VOCODER VC340 Quick Start Guide 31
(22) AANVAL – past de tijd aan die de gespeelde
noot in de HUMAN VOICE-sectie nodig heeft
om het maximale volume te bereiken. Positie
0 geeft geen vertraging, dus het geluid
bereikt onmiddellijk het maximale niveau bij
het indrukken van een toets.
(23) VRIJLATING – deze fader beïnvloedt de
VOCODER, HUMAN VOICE en STRINGS. Het
past de tijd aan waarin de gespeelde noot
wegsterft vanaf het maximale volume. Positie
0 geeft geen vertraging, dus het geluid gaat
onmiddellijk uit na het loslaten van de toets.
Snaren sectie
In dit gedeelte kan het keyboard een simulatie van
snaren spelen. Het niveau wordt aangepast met de
STRINGS-fader in de BALANCE-sectie.
(24) AANVAL – past de tijd aan die de gespeelde
noot in de sectie STRINGS nodig heeft om het
maximale volume te bereiken.
(25) TOON – past de toon van de STRINGS-
sectie aan.
(26) LAGER – selecteer het onderste gedeelte van
het toetsenbord om de STRINGS-simulatie
te spelen.
(27) BOVENSTE – selecteer het bovenste gedeelte
van het toetsenbord om de STRINGS te spelen.
Bediening linksonder
(28) HOOG LAAG – dit heeft invloed op het
toetsenbord door het een octaaf omhoog
(HIGH) of omlaag (LOW) te bewegen.
(29) AFSTEMMEN – past de toonhoogte omhoog
of omlaag aan.
(30) VOLUME – past het volumeniveau van
de hoofduitgangen op het achterpaneel
aan. Het heeft geen invloed op de
hoofdtelefoonuitgang. Draai dit naar
het minimum voordat u het apparaat
inschakelt, en breng het vervolgens naar een
comfortabel luisterniveau.
Pitch Shift-sectie
(31) AUTO – wanneer noten worden gespeeld,
zullen ze automatisch in toonhoogte
toenemen. Gebruik de TIME en PITCH SET
knoppen om de timing en het bereik van de
pitch shift te regelen.
UIT – als er noten worden gespeeld, zullen ze
niet automatisch in toonhoogte toenemen,
tenzij een extern pedaal wordt ingedrukt.
HANDLEIDING – als er noten worden
gespeeld, kan de toonhoogte handmatig
worden verschoven met de DOWN /
NORMAL-fader.
(32) OMLAAG / NORMAAL – gebruik deze
horizontale fader om de toonhoogte
handmatig te verschuiven als de
aangrenzende schakelaar op MANUAL staat.
Het toonhoogteverschuivingsbereik wordt
ingesteld met de PITCH SET-knop.
(33) PITCH SET – past de starttoonhoogte van de
pitch shift aan.
H positie: er treedt geen
toonhoogteverschuiving op.
L-positie: maximale pitch shift vindt plaats.
(34) TIJD – past de tijd aan die nodig is om de
toonhoogte te verschuiven. Het heeft geen
eect in de MANUAL-modus.
Achter paneel
(35) STROOMSCHAKELAAR – zet deze schakelaar
aan nadat alle aansluitingen zijn gemaakt. De
aan / uit-schakelaar moet tijdens het gebruik
gemakkelijk toegankelijk zijn.
(36) AC-INGANG – aansluiten op een stopcontact
dat 100 tot 240 VAC, 50/60 Hz kan leveren.
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer.
(37) VENTILATIE – deze ventilatiesleuven laten
lucht toe om de interne circuits te koelen. Dek
geen van deze sleuven af.
(38) MICROFOON XLR – ingang- maak verbinding
met een microfoon voor gebruik met de
VOCODER. Microfoons die fantoomvoeding
nodig hebben, mogen niet worden gebruikt.
Gebruik slechts één microfooningang tegelijk.
(39) MICROFOON TRS-ingang – maak verbinding
met een microfoon voor gebruik met
de VOCODER.
(40) TELEFOONS UITGANG – maak verbinding
met een stereohoofdtelefoon. Zorg ervoor
dat de PHONES-niveauknop (4) op het
bovenpaneel omlaag staat voordat u een
hoofdtelefoon opzet, en breng vervolgens
naar een veilig luisterniveau.
(41) EXTERNE SYNTH-INGANG – op deze ingang
kan de audio-uitgang op lijnniveau van
een extern apparaat, zoals een synthesizer,
worden aangesloten. Het ingangsniveau
wordt aangepast met de EXT SYNTH (5)
ingangsniveau-fader op het bovenpaneel.
(42) VOCODER HOLD – sluit hier een standaard
voetschakelaar aan zodat u de VOCODER
gemakkelijk kunt in- of uitschakelen.
(43) VERANDERING IN TOONHOOGTE – sluit hier
een standaard voetschakelaar aan, zodat u het
pitch shift eect aan of uit kunt zetten. Zorg
ervoor dat de pitch shift-schakelaar (31) op
OFF (EXT CONTROL) staat.
(44) L / M / H SCHAKELAAR – past het
uitvoerniveau aan van Laag, Gemiddeld of
Hoog, zodat het het beste bij uw systeem
past. Low kan bijvoorbeeld worden gebruikt
bij aansluiting op een mixerkanaalingang,
High kan worden gebruikt voor een
lijnniveau-ingang en Medium kan worden
gebruikt als een lager niveau beter is.
(45) MONO-UITGANG – deze uitgang wordt
gebruikt om bijvoorbeeld een enkele
versterker, actieve luidspreker of mixerkanaal
aan te sluiten. De twee interne kanalen van de
VOCODER VC340 worden bij elkaar opgeteld.
(46) STEREO-UITGANG – als u de VOCODER VC340
op een stereo-installatie wilt aansluiten,
zoals een 2-kanaalsversterker, 2 actieve
luidsprekers of 2 mixerkanalen, gebruik dan
deze uitgang en de mono-uitgang.
MIDI-sectie
(47) MIDI IN – deze 5-pins DIN-aansluiting
ontvangt MIDI-gegevens van een externe
bron, zoals een MIDI-toetsenbord, een externe
hardware-sequencer, een computer uitgerust
met een MIDI-interface, enz.
(48) MIDI THRU – dit wordt gebruikt om via de
MIDI INPUT ontvangen MIDI-data door te
geven.
(49) MIDI UIT – deze 5-pins DIN-aansluiting stuurt
MIDI-data gegenereerd door de VOCODER
VC340 naar andere MIDI-apparaten zoals een
externe synthesizer of een computer uitgerust
met een MIDI-interface, enz.
(50) USB POORT – Deze USB type B-aansluiting
maakt aansluiting op een computer mogelijk.
De VOCODER VC340 zal verschijnen als een
klasse-compatibel USB MIDI-apparaat, dat in
staat is om MIDI in en uit te ondersteunen.
USB MIDI INaccepteert inkomende MIDI-
data van een applicatie.
USB MIDI UIT – verstuurt MIDI-data naar
een applicatie.
Toetsenbord
De klaviersplitsing is op twee plaatsen gemarkeerd,
afhankelijk van de instelling van de Low / High
Octave-schakelaar.
(1) HOOG – dit is de splitpositie van het
toetsenbord als de octaafschakelaar op
HIGH staat.
(2) LAAG – dit is de splitpositie van het
toetsenbord als de octaafschakelaar op
LOW staat.
Linkerbovengedeelte
(3) ACTIVATIE LAMPJE – deze LED gaat branden
wanneer het apparaat is aangesloten op een
actieve AC-voeding en de aan / uit-schakelaar
op het achterpaneel is ingeschakeld.
(4) TELEFOON NIVEAU – regel het algehele
volumeniveau van de PHONES-uitgang
op het achterpaneel. Om de kans op
gehoorbeschadiging te verkleinen, dient u
dit tot een minimum te beperken voordat
u een hoofdtelefoon opzet of het apparaat
aanzet, en vervolgens naar een comfortabel
luisterniveau te brengen.
(5) EXT SYNTH-NIVEAU – pas het niveau aan
van alle audio die binnenkomt via de externe
synthesizer-ingang op het achterpaneel.
Een rode LED geeft aan wanneer het
ingangssignaal te hoog is.
Balance Sectie
Met deze drie faders kunt u de niveaus van de
verschillende bronnen in evenwicht brengen.
(6) DIRECT MIC-NIVEAU – pas het niveau van
de directe microfoonzang aan, niet beïnvloed
door de VOCODER.
(7) MENSELIJK STEMNIVEAU – pas het
uitgangsniveau van de HUMAN VOICE aan.
(8) STRINGS NIVEAU – pas het uitgangsniveau
van de STRINGS aan.
Vibrato-sectie
Het vibrato beïnvloedt de VOCODER en HUMAN VOICE.
(9) TARIEF – pas de frequentie aan van de lage
frequentie oscillator die de VOCODER en
HUMAN VOICE moduleert.
(10) VERTRAGINGSTIJD – pas de vertragingstijd
aan voordat het vibrato begint.
(11) DIEPTE – pas de diepte of het eect van het
vibrato aan.
Vocoder-sectie
In dit gedeelte kan het keyboard de VOCODER
bespelen, gebaseerd op de audio-invoer van uw
microfoon. Pas het microfoonniveau aan met
behulp van de MIC LEVEL-fader en pas de TONE- en
MIC LEVEL-faders zorgvuldig aan om feedback in
uw luidsprekersysteem te voorkomen. Het directe
microfoonsignaalniveau kan worden toegevoegd
met behulp van de DIRECT MIC-fader in de
BALANCE-sectie.
(12) TOON – past de toon van de VOCODER-
sectie aan.
(13) MIC-NIVEAU – past het niveau aan van het
microfoonsignaal dat de microfooningang
op het achterpaneel binnenkomt. Een rode
LED geeft aan wanneer het inkomende
microfoonsignaal te hoog is.
(14) LAGER – selecteer dit om de toetsen onder de
toetsenbordsplitsing te bespelen.
(15) BOVENSTE – selecteer dit om de toetsen
boven de toetsenbordsplitsing te bespelen.
(16) ENSEMBLE – dit creëert het eect van een
uitgebreid refrein op de VOCODER. (De UPPER
en / of LOWER schakelaars moeten ook aan
staan, anders zal er geen output zijn.)
Human Voice-sectie
In dit gedeelte kan het toetsenbord simulaties
van de menselijke stem spelen. Het niveau wordt
aangepast met de HUMAN VOICE-fader in de
BALANCE-sectie. De 4’ of 8’ markeringen zijn
gebaseerd op de traditionele lengteaanduidingen
van een trekorgel (4’ is een octaaf hoger dan 8’).
(17) ONDER: MANNELIJK 8’ – selecteer het
onderste gedeelte van het toetsenbord om
een simulatie van de mannenstem te spelen.
(18) ONDER: MANNELIJK 4 – selecteer het
onderste gedeelte van het toetsenbord om
een simulatie van de mannenstem te spelen.
(19) BOVEN: MAN 8’ – selecteer het bovenste
gedeelte van het toetsenbord om een
simulatie van de mannelijke stem te spelen.
(20) BOVEN: VROUWELIJK 4’ - selecteer het
bovenste gedeelte van het toetsenbord om
een simulatie van de vrouwenstem te spelen.
(21) ENSEMBLE – dit creëert het eect van een
uitgebreide chorus op de HUMAN VOICE-
uitgang. (De UPPER en / of LOWER schakelaars
moeten ook aan staan, anders zal er geen
output zijn.)
VOCODER VC340 Bediening
(NL)
Stap 2: Bediening