Quick Start Guide

Advanced Features Access Action Result Exit
Change Assignable
Output (ASSIGN)
Hold OSC SYNC Use RANGE
buttons to change
Output function
LFO shape displays
selected option.
Hold OSC SYNC
Envelope
Retriggering
Hold OSC SYNC the KEY TRK
button toggles the
retriggering mode
When the KEY
TRK LED is on -
retriggering is
enabled
Hold OSC SYNC
OSC 1 Shape
(Blend or Switched)
Hold OSC1 RANGE PARAPHONIC will
either throb or ash.
Push to toggle mode
OSC 1 Shape
mode will toggle.
Blend or switch
Hold OSC 1 RANGE
OSC 2 Shape
(Blend or Switched)
Hold OSC2 RANGE PARAPHONIC will
either throb or ash.
Push to toggle mode
OSC 2 Shape
mode will toggle.
Blend or switch
Hold OSC 2 RANGE
LFO
(Blend or Switched)
Hold LFO KEY SYNC PARAPHONIC will
either throb or ash.
Push to toggle mode
LFO Shape mode
will toggle.
Blend or switch
Hold LFO KEY SYNC
OSC 1 Tuning Hold RANGE 1 LFO shape LEDs
shows tuning with
respect to the last
played MIDI note
Top center LFO
Shape LED indicates
that the oscillator is
in tune
Hold RANGE 1
OSC 2 Tuning Hold RANGE 2 LFO shape LEDs
shows tuning with
respect to the last
played MIDI note
Top center LFO
Shape LED indicates
that the oscillator is
in tune
Hold RANGE 2
Poly Chain mode Hold PARAPHONIC The LED will pulse
slowly in mono
mode - quickly in
duo mode
Poly-Chain mode
toggled on/o
Hold PARAPHONIC
Door de gebruiker congureerbare optiesenfuncties
Toewijsbare output
Het is mogelijk om de bron van de “ASSIGN”
-uitgangsaansluiting te selecteren.
Om de bron te wijzigen, houdt u de
“OSC SYNC” -knop ingedrukt totdat
beide “RANGE” -knoppen knipperen.
Demomenteel geselecteerde toewijsbare
uitgang wordt aangegeven door
de knipperende LFO-vorm-LED - de
beschikbare opties zijn (met de klok mee
vanaf de sinusvorm):
1. OSC 1 CV
2. OSC 2 CV
3. “Note On” -snelheid
4. Modwheel
5. Aftertouch
Gebruik de twee bereikknoppen om de
geselecteerde uitgang te wijzigen. Als u
klaar bent, houdt u de “OSC SYNC” -knop
ingedrukt totdat de “RANGE” -knoppen
stoppen met knipperen. De momenteel
geselecteerde toewijsbare outputwaarde
wordt opgeslagen en blijft gedurende
stroomcycli bestaan.
OSC & LFO VORM MODUS BLEND OF
GESCHAKELD
Het is mogelijk om de OSC- en LFO-vorm te
mengen of om te wisselen. Deze functie is
een ongelooijk krachtige unieke tool voor
het maken van geluid.
Houd voor OSC1 de toets “OSC1
RANGE” ingedrukt (hierdoor wordt
de afstemfunctie geopend). De
“PARAPHONIC” -knop knippert als het
mengen van vormen is uitgeschakeld,
of hij gaat kloppen als het mengen
van vormen is ingeschakeld. Druk
op de “PARAPHONIC” -knop om de
vormmixstatus te wisselen. Houd “OSC1
RANGE” ingedrukt om deze modus
teverlaten.
Evenzo, voor OSC2-vormmenging, houdt
u “OSC2 RANGE” ingedrukt; voor het
mengen van een LFO-vorm, houd “LFO KEY
SYNC” ingedrukt
AFSTEMMEN
De Neutron kalibreert zichzelf bij het
opstarten. Een extra “tune” -functie is
ontworpen om de gebruiker in staat te
stellen de oscillatoren handmatig af te
stemmen op de laatst gespeelde midi-noot.
Om OSC1 of OSC2 af te stemmen, houdt u
de juiste “RANGE” -knop ingedrukt totdat
de octaaf-LED begint te knipperen. Speel
een MIDI-noot. De LFO-vorm LED’s geven
de afstemming weer - draai aan de TUNE-
knop totdat alleen de dalende zaag-LED
brandt. Om de afstemmodus te verlaten,
houdt u de RANGE-knop ingedrukt totdat
de octaaf-LED stopt met knipperen.
Nootstemming is niet beschikbaar in de
+/- 10 octaafmodus. (3 octaaf-LED’s aan).
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Raadpleeg de Neutron-
gebruikershandleiding die beschikbaar
is op musictri.be voor meer
gedetailleerdeinformatie.
(NL) Stap 4: Door de gebruiker congureerbare
optiesenfuncties
76 77Quick Start GuideNEUTRON