Quick Start Guide
(NL) Bediening(IT) Controlli
(1) COARSE – Gebruik deze knop om het gewenste
algemene frequentiegebied in te stellen voor de
hoogdoorlaatdrempel, de laagdoorlaatdrempel, de
banddoorlaatmiddenfrequentie en de middenfrequentie
van het notchlter, en ga vervolgens naar de FINE-knop
om de frequentie-instelling te verjnen. De frequentie die
is ingesteld met de COARSE- en FINE-knoppen (“fc”) wordt
gelijktijdig gebruikt voor elk lter in de module.
(2) FINE – Gebruik deze knop om de frequentie te verjnen
en scherp te stellen die is ingesteld met de GROVE
FREQUENTIE-knop.
(3) RESONANCE (NORM/LIM) – Met deze schuifschakelaar
kunt u kiezen tussen de normale resonantiemodus
(NORM) en de begrenzingsmodus (LIM), die de hoogte
van de resonantiepiek van een lter beperkt. De LIM-
instelling voorkomt overbelasting van het circuit bij het
focussen van een lter op een sterke harmonische of
fundamentele frequentie, vooral bij hoge Q-instellingen
op de RESONANCE (Q)-knop. In andere situaties kan de
LIM-instelling resulteren in een zeer laag uitgangssignaal,
en daarom heeft de NORM-instelling meestal de voorkeur.
(4) RESONANCE (Q) – Deze knop regelt de breedte/
gladheid en smalheid/scherpte van de ltercurves.
Bij lage Q-instellingen zijn de ltercurven breder
en vloeiender, met een zachter eect op het geluid
(behalve het notch-lter, dat het meest eectief werkt
bij lage Q-instellingen). Naarmate u de Q-instelling
verhoogt, worden de ltercurven geleidelijk smaller en
scherper, waardoor u zich kunt concentreren op smalle
frequentiebanden. Bij hogere Q-instellingen kunnen de
verschillende lters resonantiepieken in de ltercurves
produceren die sommige frequenties versterken en kan
het nodig zijn de RESONANCE (NORM/LIM)-schakelaar naar
de LIM-instelling te verplaatsen om overbelasting van het
circuit te voorkomen (of de INPUT-verzwakkerknop kan
worden gedraaid naar beneden).
(5) F CV 1 – Deze knop regelt de sterkte van het
stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
F CV 1-aansluiting.
(6) F CV 2 – Deze knop regelt de sterkte van het
stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
F CV 2-aansluiting.
(7) NOTCH FEQUENCY/fc – Gebruik deze knop om
de middenfrequentie (‘fc’) van het notch-lter te
compenseren die is ingesteld met de frequentieregelaars
COARSE en FINE. Voor standaard notch-ltergedrag moet
de NOTCH FREQ/fc-regelaar worden ingesteld op “1” op
de schaal. Deze standaardinstelling kan vervolgens
worden aangepast door de NOTCH FREQ/fc-knop heel licht
rond “1” te bewegen. Ook als hogere Q-waarden worden
toegevoegd via de RESONANCE-knop terwijl het notch-
lter is verschoven ten opzichte van fc, resulteren de
hogere Q-waarden in een resonantiepiek bij fc,
waarbij de inkeping op het punt is ingesteld door de
NOTCH FREQ/fc-knop.
(8) INPUT – Deze knop regelt de sterkte van het audiosignaal
dat via de INPUT-aansluiting komt.
(9) Q CV – Deze knop past de sterkte aan van het
Q-stuurspanningssignaal dat binnenkomt via de
Q CV-aansluiting.
(10) INPUT – Gebruik deze aansluiting om audiosignalen naar
de module te leiden via kabels met 3,5 mm-connectoren.
U kunt ook een keyboard gate-signaal insturen om
het lter te “ringen” en een uniek percussief geluid te
produceren wanneer u op een toets drukt.
(11) F CV 1 – Gebruik deze aansluiting om externe
stuurspannings- of modulatiesignalen voor de
lterfrequentie-instelling via kabels met 3,5 mm-
connectoren in de module te leiden.
(12) F CV 2 – Gebruik deze aansluiting om externe
stuurspannings- of modulatiesignalen voor de
lterfrequentie-instelling via kabels met 3,5 mm-
connectoren in de module te leiden.
(13) Q CV – Gebruik deze aansluiting om externe
stuurspanningssignalen voor de RESONANCE (Q)-instelling
naar de module te leiden via kabels met 3,5 mm-connectoren.
(14) LP – Deze jack zendt het eindsignaal van het
laagdoorlaatlter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
(15) HP – Deze jack zendt het eindsignaal van het
hoogdoorlaatlter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
(16) NOTCH – Deze jack zendt het eindsignaal van het notch-
lter uit via kabels met 3,5 mm-connectoren.
(17) BP – Deze jack stuurt het eindsignaal van het
banddoorlaatlter via kabels met 3,5 mm-connectoren.
(1) COARSE – Utilizzare questa manopola per selezionare
l’area di frequenza generale desiderata per la soglia
passa-alto, la soglia passa-basso, la frequenza centrale
passa banda e la frequenza centrale del ltro notch,
quindi andare alla manopola FINE per perfezionare
l’impostazione della frequenza. La frequenza impostata
dalle manopole COARSE e FINE (“fc”) verrà utilizzata
contemporaneamente per ogni ltro del modulo.
(2) FINE – Utilizzare questa manopola per perfezionare e
focalizzare la frequenza impostata dalla manopola
COARSE FREQUENCY.
(3) RESONANCE (NORM/LIM) – Questo interruttore a
scorrimento consente di scegliere tra la modalità di
risonanza normale (NORM) e la modalità di limitazione
(LIM), che limita l’altezza del picco di risonanza di un ltro.
L’impostazione LIM previene il sovraccarico del circuito
quando si focalizza un ltro su una forte frequenza
armonica o fondamentale, specialmente con impostazioni
Q elevate sulla manopola RESONANCE (Q). In altre
situazioni, l’impostazione LIM può portare a un segnale
di uscita molto basso, quindi l’impostazione NORM è
generalmente preferita.
(4) RESONANCE (Q) – Questa manopola controlla la
larghezza/uniformità e la ristrettezza/nitidezza delle
curve del ltro. Con impostazioni Q basse, le curve
del ltro sono più ampie e uniformi, con un eetto
più delicato sul suono (ad eccezione del ltro notch,
che funziona in modo più ecace con impostazioni
Q basse). Aumentando l’impostazione Q, le curve del
ltro diventano gradualmente più strette e nitide, il
che può aiutarti a concentrarti su bande di frequenza
strette. A impostazioni Q più alte, i vari ltri possono
produrre picchi risonanti nelle curve del ltro che
amplicano alcune frequenze e potrebbe richiedere
lo spostamento dell’interruttore RESONANCE (NORM/
LIM) sull’impostazione LIM per evitare di sovraccaricare
il circuito (oppure è possibile ruotare la manopola
dell’attenuatore INPUT giù).
(5) F CV 1 – Questa manopola regola l’intensità del segnale di
tensione di controllo che arriva attraverso il jack F CV 1.
(6) F CV 2 – Questa manopola regola l’intensità del segnale di
tensione di controllo che entra attraverso il jack F CV 2.
(7) NOTCH FEQUENCY/fc – Utilizzare questa manopola per
compensare la frequenza centrale del ltro notch (“fc”)
impostata dai controlli di frequenza COARSE e FINE. Per
il comportamento del ltro notch standard, il controllo
NOTCH FREQ/fc deve essere impostato su “1” sulla
scala. Questa impostazione standard può quindi essere
modicata spostando leggermente la manopola NOTCH
FREQ/fc intorno a “1”. Inoltre, se valori Q più alti vengono
aggiunti tramite la manopola RESONANCE mentre il ltro
notch è sfalsato da fc, i valori Q più alti determinano un
picco di risonanza a fc, con il notch nel punto impostato
dalla manopola NOTCH FREQ/fc.
(8) INPUT – Questa manopola regola l’intensità del segnale
audio proveniente dal jack INPUT.
(9) Q CV – Questa manopola regola l’intensità del segnale di
tensione di controllo Q che entra attraverso il jack Q CV.
(10) INPUT – Utilizzare questo jack per instradare i segnali
audio nel modulo tramite cavi con connettori da 3,5
mm. Potete anche indirizzare in un segnale di gate
della tastiera per “squillare” il ltro e produrre un suono
percussivo unico quando premete un tasto.
(11) F CV 1 – Utilizzare questo jack per instradare la tensione
di controllo esterna oi segnali di modulazione per
l’impostazione della frequenza del ltro nel modulo
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
(12) F CV 2 – Utilizzare questo jack per instradare la tensione
di controllo esterna oi segnali di modulazione per
l’impostazione della frequenza del ltro nel modulo
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
(13) Q CV – Utilizzare questo jack per instradare i segnali
di tensione di controllo esterni per l’impostazione
RESONANCE (Q) nel modulo tramite cavi con connettori
da 3,5 mm.
(14) LP – Questo jack invia il segnale nale dal ltro passa
basso tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
(15) HP – Questo jack invia il segnale nale dal ltro passa-
alto tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
(16) NOTCH – Questo jack invia il segnale nale dal ltro notch
tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
(17) BP – Questo jack invia il segnale nale dal ltro passa
banda tramite cavi con connettori da 3,5 mm.
MULTIMODE FILTER / RESONATOR MODULE 1047 Controls
Impostazione
della manopola
Eetto
Full CCW
L'uscita del ltro notch diventa
una copia dell'uscita passa-alto
CCW a 1/4
La frequenza della tacca si
sposta signicativamente al di
sotto di fc
CW a 4
La frequenza della tacca si
sposta signicativamente al di
sopra di fc
Full CW
L'uscita del ltro notch diventa
una copia dell'uscita del ltro
passa-basso
Knop
instelling
Eect
Volledige
CCW
Notch-lteruitvoer wordt een
kopie van de high-pass-uitvoer
Linksom
naar 1/4
Notch-frequentie verschuift
aanzienlijk onder fc
CW tot 4
Notch-frequentie verschuift
aanzienlijk boven fc
Volledige
CW
Notch-lteruitvoer wordt
een kopie van de
laagdoorlaatlter-uitvoer
10 11Quick Start GuideMULTIMODE FILTER / RESONATOR MODULE 1047