Quick Start Guide
28 29Quick Start GuideMONITOR2USB
(IT) Passo 2: Controlli
(13) INGRESSO 2 accetta segnali audio bilanciati da
dispositivi che utilizzano cavi XLR. Per attivare
INPUT 2, premere il pulsante SOURCE 2 / USB
sul pannello anteriore. La sensibilità di questi
ingressi può essere modicata per adattarla
agli apparecchi audio professionali (+4 dBu) o
all’elettronica di consumo (-10 dBV) utilizzando
il pulsante +4 dBu / -10 dBV. Le connessioni
analogiche INPUT 2 rimangono attive quando
viene utilizzata la connessione audio USB e
l’audio di entrambe le connessioni verrà sommato
insieme. In questo segnale USB / INPUT 2
sommato, i livelli di segnale relativi dovranno
essere abbinati utilizzando i controlli di livello
sull’apparecchiatura sorgente.
NOTA! Se si utilizzano solo gli ingressi analogici
INPUT 2, scollegare il cavo USB dal pannello
posteriore per evitare rumore aggiuntivo che
potrebbe essere introdotto dai convertitori D /
A USB.
(14) INGRESSO 1 accetta segnali audio bilanciati da
dispositivi che utilizzano cavi XLR. Per attivare
INPUT 1, premere il pulsante SOURCE 1. INPUT 1
è impostato sullo standard di sensibilità +4 dBu
per l’uso con apparecchiature audio professionali.
(15) INGRESSO AC jack è il punto in cui si collega il
cavo di alimentazione incluso.
(16) ENERGIA i pulsanti accendono e
spengono l’unità.
(17) USCITA MONITOR Cdispone di un singolo
jack di uscita XLR da utilizzare con un singolo
altoparlante fullrange o un subwoofer.
Per attivare la connessione MONITOR
OUT C, premere il pulsante MONITOR C sul
pannello anteriore.
(18) USCITA MONITOR Bha due uscite XLR sinistra
e destra per l’uso con una coppia stereo di
altoparlanti monitor. Per attivare i collegamenti
MONITOR OUT B, premere il pulsante MONITOR B
sul pannello anteriore.
(19) USCITA MONITOR Aha due uscite XLR sinistra
e destra per l’uso con una coppia stereo di
altoparlanti monitor. Per attivare i collegamenti
MONITOR OUT A, premere il pulsante MONITOR A
sul pannello anteriore.
MONITOR2USB Controls
(NL) Stap 2: Bediening
(1) BRON 1 en SOURCE 2/USB
knoppen bepalen welke
ingangsbronnen actief zijn.
Wanneer een bron actief is,
licht de LED-ring rond de knop op.
(2) MONO Met de knop wordt
het links-rechts stereobeeld
samengevouwen tot mono.
(3) DIM knop verlaagt het
luistervolume met ongeveer 15 dB.
Gebruik deze functie om tijdens
het mixen snel te schakelen tussen
harde en zachte volumeniveaus.
U kunt deze functie ook gebruiken
bij het aansluiten, verwijderen of
wisselen tussen hoofdtelefoons
om uw gehoor te beschermen
tegen luide klikken, ploen of
schadelijke volumeverschillen
tussen twee hoofdtelefoons met
verschillende impedantiewaarden.
(4) VOLUME regelaar past het
algehele volumeniveau aan voor
alle luidsprekeruitgangen.
WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat alle volume- en
niveauregelaars volledig tegen de
klok in zijn gedraaid voordat u het
apparaat inschakelt.
WAARSCHUWING!
Overmatige, aanhoudende
volumeniveaus kunnen
gehoorbeschadiging veroorzaken.
(5) CROSSFEED regeling
combineert de linker en rechter
koptelefoonkanalen om het
karakteristieke stereopanorama te
simuleren dat wordt geproduceerd
door monitorluidsprekers in een
open akoestische ruimte. In een
open ruimte komt het geluid van
elke monitorluidspreker beide oren
binnen en geeft het de hersenen
extra timinginformatie over het
geluid, wat vervolgens de perceptie
van de luisteraar van het stereoveld
beïnvloedt. Koptelefoons
daarentegen voeden elk oor een
sterk gescheiden stereokanaal,
zonder crossover naar het andere
oor. Dit gebrek aan crossover kan
ervoor zorgen dat mixen heel
anders klinken op koptelefoons,
en ook een vermoeiende
luisterervaring opleveren.
Door de CROSSFEED-functie te
gebruiken, kunt u het stereogeluid
van monitoren nauwkeuriger
simuleren tijdens het mixen op een
hoofdtelefoon, wat betekent uw
koptelefoonmixen komen beter
overeen met de mixen u produceert
op monitoren en u zult minder
vermoeidheid van het oor ervaren
tijdens lange sessies hoofdtelefoon
dragen.
(6) TELEFOONS knoppen regelen
het volumeniveau voor elk van de
twee hoofdtelefoonuitgangen.
(7) MONITOR knoppen activeren
en deactiveren de A, B en C
luidsprekergroepen die zijn
aangesloten op de gerelateerde
MONITOR OUT XLR-aansluitingen.
Door deze knoppen te gebruiken,
kunt u mixen op verschillende sets
stereoluidsprekers (groepen A en
B) vergelijken, of u kunt een enkele
luidspreker met volledig bereik
activeren voor een extra optie om
in mono te monitoren (groep C,
die slechts één uitgang heeft). De
groep C uitgang kan ook gebruikt
worden om een aparte subwoofer
aan te sluiten om de extreem lage
frequenties in je mix te checken.
Als een bepaalde MONITOR-groep
actief is, gaat de LED-ring rond de
betreende knop branden.
(8) CROSSFEED OP knop activeert de
CROSSFEED-functie. Als CROSSFEED
actief is, gaat de LED-ring rond de
knop branden.
(9) TELEFOONS 1 en PHONES 2
uitgangen accepteren
koptelefoonaansluitingen via
¼" TRS-stereoconnectoren.
Elke uitgang heeft een
speciale knop voor individuele
volumeregeling. Wanneer
u van koptelefoon wisselt,
drukt u op de DIM-knop om uw
gehoor te beschermen tegen
klikken, ploen of onverwachte
volumeverschillen tussen
koptelefoons met verschillende
impedantieclassicaties.
(10) ACTIVATIE LAMPJE licht op als het
apparaat is ingeschakeld.
(11) USB type B-aansluiting stelt u
in staat om audio rechtstreeks
vanaf de MONITOR2USB naar de
MONITOR2USB te streamen jouw
computer. De USB-verbinding
wordt geactiveerd door de SOURCE
2 / USB-knop. Als de USB-
aansluiting in gebruik is, zijn de
INPUT 2 analoge aansluitingen nog
steeds actief en wordt de audio
van beide aansluitingen bij elkaar
opgeteld. In dit gesommeerde
USB / INPUT 2-signaal moeten
de relatieve signaalniveaus
worden afgestemd met behulp
van de niveauregelaars op
de bronapparatuur.
OPMERKING! De USB-audio-
interface is klasse-compatibel,
dus er zijn geen speciale
softwarestuurprogramma’s vereist,
en ASIO* -stuurprogramma’s
met lage latentie kunnen
ook worden gebruikt (zoals
ASIO4ALL). Afhankelijk van de
gebruikte hostsoftware kan de
standaard USB-ingang echter in
de software worden ingesteld
als een monomicrofoon met
buitensporige softwareversterking,
moet de gebruiker de USB-
ingang mogelijk opnieuw
congureren als stereobron en de
softwareversterking terugbrengen
tot een geschikt niveau.
*ASIO is een handelsmerk en
software van Steinberg Media
Technologies GmbH.
(12) +4 dBu / -10 dBV knop stelt u
in staat de niveaugevoeligheid
van de INPUT 2-groep XLR-
aansluitingen te wijzigen.
De +4 dBu-instelling komt
overeen met de lijnniveau-
standaard voor professionele
audioapparatuur, terwijl de
-10 dBV-instelling overeenkomt
met de gevoeligheidsnorm
voor consumentenaudio (bijv.
Cd- / dvd-spelers). Door de
ingangsgevoeligheid goed af
te stemmen, kunt u de niveaus
tussen de twee groepen stereo-
ingangen gemakkelijker op
elkaar afstemmen en zo grote
volumeverschillen bij de outputs.










