User Manual

(NL) Stap 2: Bediening
STUDIO L & XL Bediening
(1) INPUT 1 GAIN – controle maakt het mogelijk om versterking
toe te passen op het ingangssignaal.
(2) INGANG 2 VERSTERKING – controle maakt het mogelijk om
versterking toe te passen op het ingangssignaal.
(3) 48 V – past 48 V fantoomvoeding toe op ingangen 1 en 2.
(4) STEREO – schakelt ingangen 1 en 2 naar mono of stereo.
(5) INGANG 1/2 KEUZE – selecteert ingang 1/2 als
de monitorbron.
(6) TRIM 3/4 – ± 12 dB niveauregeling voor lijningangen 3/4.
(7) TRIM 5/6 – ± 12 dB niveauregeling voor lijningangen 5/6
(alleen STUDIO XL).
(8) INGANG 3/4 KEUZE – selecteert ingang 3/4 als de
monitorbron.
(9) INGANG 5/6 KEUZE – selecteert ingang 5/6 als de
monitorbron (alleen STUDIO XL).
(10) MIC – gebruikt om te communiceren met 2 track (alleen
STUDIO XL) of cue talkback output.
(11) USB SELECTEREN – selecteert USB 1/2 als de monitorbron.
(12) METER – geeft het huidige niveau van de geselecteerde
bron weer.
(13) VOLUMEREGELING – regelt de niveaus die naar de
monitoruitgangen worden gestuurd.
(14) MONITOR EEN TRIM – pas het uitgangsniveau van MONITOR A
aan van -12 dB tot 0 dB.
(15) MONITOR EEN SELECTIE – activeert of deactiveert de
luidsprekers die zijn aangesloten op MONITOR A.
(16) MONITOR B-BEKLEDING – stel het uitgangsniveau van
MONITOR B af van -12 dB tot 0 dB.
(17) MONITOR B SELECTEREN – activeert of deactiveert de
luidsprekers die zijn aangesloten op MONITOR B.
(18) MONITOR C TRIM – pas het uitgangsniveau van MONITOR C
aan van -12 dB tot 0 dB. (Alleen STUDIO XL).
(19) MONITOR C SELECTEREN – activeert of deactiveert de
luidsprekers die zijn aangesloten op MONITOR C. (alleen
STUDIO XL).
(20) CUE BRON – selecteer ofwel de Aux Mix-ingang, de
geselecteerde 2-TR-bron of de USB-ingang 3/4 om naar de
cue-bus te worden gestuurd (alleen STUDIO XL).
(21) STUDIO OUT CONTROLE – stelt het niveau van Studio Out in
(alleen STUDIO XL).
(22) STUDIO UIT AAN – activeert of deactiveert de Studio-
uitgangen (alleen STUDIO XL).
(23) INGANGEN / CUE – mengt tussen de ingangsbronnen en het
cue-bus-signaal.
(24) TELEFOONS 1 NIVEAU – stelt het niveau van de
hoofdtelefoonuitgang in 1.
(25) TELEFOONS 2TR / CUE – selecteert ofwel de 2-track bron
of de cue bus bron (voor Phones 1 + 2 op STUDIO L, Phones
1 op STUDIO XL).
(26) TELEFOONS 2 NIVEAU – stelt het niveau van de
hoofdtelefoonuitgang in 2.
(27) TELEFOONS 2 2TR / CUE – selecteert of de 2-track bron of
de cue bus bron (alleen STUDIO XL).
(28) MONO – schakelaar verandert het stereo-ingangssignaal
in een monofoon signaal uit de MONITOR-
luidsprekeruitgangen.
(29) DEMPEN – dempt het signaal dat naar de
MONITOR-luidsprekeruitgangen gaat.
(30) DIM – vermindert het signaal dat naar de
MONITOR-luidsprekers gaat met 20 dB.
(31) PRAAT TERUG – niveauregeling past de versterking van
de TALKBACK MIC aan.
(32) STROOM / USB – Deze LED's geven aan of het apparaat is
ingeschakeld en of er een actieve USB-verbinding met de
computer is.
(33) NAAR 2-TRACK – knop stuurt het TALKBACK MIC-signaal
naar de 2-TRACK-uitgang (alleen STUDIO XL).
(34) OP CUE – stuurt het TALKBACK MIC-signaal naar de
Cue-bus.
(35) USB – sluit aan op een computer om te gebruiken als een
2-in / 2-out geluidskaart (STUDIO L) of een 2-in / 4-out
geluidskaart (STUDIO XL).
(36) VERMOGEN – zet het apparaat aan en uit.
(37) REC SRC SEL – knop selecteert de opnamebron als 2-track
of alleen ingangen 1/2.
(38) DC-INGANG – sluit de meegeleverde voeding aan.
(39) EXT MIC – ingang voor een externe microfoon te
gebruiken voor talkback (alleen STUDIO XL).
(40) TALKBACK SELECTEREN – selecteert interne of externe
talkback-microfoon (alleen STUDIO XL).
(41) VOETZW – ingang voor een standaard voetschakelaar om
de talkback aan en uit te zetten (alleen STUDIO XL).
(42) MONITOR C – gebalanceerde of ongebalanceerde
MONITOR C-uitgang op lijnniveau (alleen STUDIO XL).
(43) MONITOR B – gebalanceerde of ongebalanceerde
MONITOR B-uitgang op lijnniveau.
(44) MONITOR A – gebalanceerde of ongebalanceerde
MONITOR A-uitgang op lijnniveau.
(45) STUDIO / PHONES AMP – gebalanceerde of
ongebalanceerde lijnniveau-uitgang (alleen STUDIO XL).
(46) 2-TRACK – gebalanceerde of ongebalanceerde
TRACK-uitgang op lijnniveau 2.
(47) + 4 / –10 – schakelt de 2-TRACK output van +4 dB naar
10 dB niveau.
(48) CUE IN – gebalanceerde of ongebalanceerde aux-
mixingang op lijnniveau (alleen STUDIO XL).
(49) INGANG 5/6 – gebalanceerde of ongebalanceerde
lijningang (alleen STUDIO XL).
(50) + 4 / –10 – schakelt input 3/4 (STUDIO L) of 5/6
(STUDIO XL) van +4 dB naar –10 dB niveau.
(51) INGANG 3/4 gebalanceerde of ongebalanceerde ingang
op lijnniveau.
(52) INGANG 1/2 – gebalanceerde of ongebalanceerde
microfoon- of lijnniveau-ingang.
(53) INGANG 3/4 STUDIO L OF 5/6 STUDIO XL – 3,5 mm
(⁄") gebalanceerde stereo lijnniveau-ingang.
(54) HOOFDTELEFOON 1 – 6,35 mm (¼") aansluiting.
(55) HOOFDTELEFOON 2 – 6,35 mm (¼") aansluiting.
30 31Quick Start GuideSTUDIO L & XL