Operation Manual

81
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Routeopties wijzigen
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt de routeopties (o.a. keuze van de
route) tijdens de navigatie beïnvloeden..
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Routeopties.
> Stel, zoals onder 'De toets Routeopties'
op pagina 57 beschreven de routeopties
in.
Na een wijziging wordt de route opnieuw
berekend.
Traject blokkeren
U kunt een vóór u liggend deel van het
traject blokkeren. U legt hierbij een be-
paald traject vast waar u niet wilt rijden.
De Traffic Assist probeert daarna een om-
leiding te berekenen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Blokkeren.
> Kies met een van de toetsen de gewenste
lengte van de blokkering.
> U kunt nu kiezen of dit traject perma-
nent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
De verdere bediening komt overeen met
de beschrijving onder 'De toets Geblok-
keerde wegen' op pagina 68.
Aanwijzingen:
De gekozen lengte van de blokkering is
slechts een benadering, omdat de wer-
kelijk geblokkeerde afstand afhankelijk
is van de beschikbaarheid van een afrit.
U kunt ook bepalen of het traject per-
manent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
Aanwijzingen:
Als geen navigatie actief is, kunt u al-
leen tussen 200 en 500 m (250 en 500
yards) kiezen. U kunt dan direct bepa-
len op welke dagen en op welke tijden
het traject moet worden geblokkeerd.
Door op de toets
Alle tijdelijke
blokkeringen wissen
te drukken, wor-
den alle tijdelijke blokkeringen opge-
heven.