Operation Manual

80
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Bijzondere bestemming in de buurt van
de bestemming/op de gehele route
> Druk in het menu Bijzondere bestem-
mingen op de route voor bijzondere be-
stemmingen in de buurt van de
bestemming op toets of voor
bijzondere bestemmingen op de gehele
route op toets .
> Selecteer de gewenste categorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste bijzon-
dere bestemming.
De navigatie naar de gekozen bijzondere
bestemming wordt gestart.
TMC op de route
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt TMC-meldingen die op uw route
liggen bekijken en bewerken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
TMC op route.
De TMC-meldingen die op uw route lig-
gen, verschijnen.
Na het kiezen van een melding kunt u
bijv. beïnvloeden of u wel of niet om de
verkeersopstopping heen wordt geleid.
Neem hiervoor de beschrijvingen onder
'Verkeersberichten via TMC' op
pagina 69 in acht.
Navigatie afbreken
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
U kunt een actieve navigatie afbreken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Stop geleiding.
De navigatie naar alle bestemmingen
wordt afgebroken.
Opmerking:
Ook de TMC-meldingen die tot een
wijziging van de route hebben geleid
worden weergegeven.
Opmerking:
Zo nodig kunt u de navigatie zoals be-
schreven onder 'Het hoofdmenu' op
pagina 26 afbreken.