Operation Manual
79
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
In het linkergedeelte van het menu Opties
verschijnen vier sneltoetsen. U kunt zoals
beschreven onder 'Sneltoetsen definiëren'
op pagina 93 belangrijke functies van het
menu Opties aan deze knoppen toewij-
zen.
U sluit het menu Opties af door een func-
tie te selecteren of door op de knop te
drukken.
Bijzondere bestemming op de route
(Alleen beschikbaar bij geactiveerde navi-
gatie.)
Tijdens de navigatie kunt u bijzondere be-
stemmingen die op de route liggen laten
weergeven. U kunt hierbij de categorieën
bijzondere bestemmingen vastleggen.
Ook kunt u kiezen of u alleen de onmid-
dellijk volgende bijzondere bestemmin-
gen, de bijzondere bestemmingen van de
gehele route of alleen bijzondere bestem-
mingen in de buurt van de bestemming
wilt bekijken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
POI’s op route.
De volgende bijzondere bestemmingen
van de drie ingestelde categorieën ver-
schijnen. De eerste kilometeraanduiding
geeft de afstand tot de bijzondere bestem-
ming aan. De gegevens aan de rechterkant
toont de omweg die ontstaat als u naar de
bijzondere bestemming begint te rijden.
Aan de hand van de symbolen aan de
rechterrand kunt u in één oogopslag zien
of de omleiding naar de betreffende
bijzondere bestemming klein ( ),
gemiddeld ( ) of groot ( ) is.
Door op een van de bijzondere bestem-
mingen te drukken wordt de navigatie er-
heen gestart. Door te drukken op de knop
bij een bijzondere bestemming kunt u
informatie over de bijzondere bestem-
ming laten weergeven.
Categorieën vastleggen
> Druk op de toets
Categorieën:.
> Druk op de toets met de te wijzigen ca-
tegorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste cate-
gorie.
> Bevestig uw wijzigingen keuze door het
indrukken van de toets
OK.
Opmerking:
welke functies verschijnen, hangt ervan af
of navigatie of een route met meerdere
bestemmingen actief is.










