Bedieningshandleiding
Inhoudsopgave >>> INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 2 >D Veiligheidsvoorschriften 6 > GB De Traffic Assist Inhoud van de gebruiksaanwijzing Gebruik 8 8 8 >F Navigatie Muziek* Foto's* Video* Telefoon >I >E >P De Traffic Assist uitpakken Levering controleren Levering Bij reclamaties Behandeling van de verpakking > NL > DK >S Beschrijving van het apparaat >N Traffic Assist - basisapparaat Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Accu USB-verbindingskabel Apparaathouder Accessoires Voeding
INHOUDSOPGAVE Gebruiksmodus Navigatie Wat is navigatie? Navigatie kiezen De snelkoppeling Snelkoppeling opvragen Het overzicht bestemmingen Gebruikte pictogrammen Snelkoppeling bedienen Adresinvoer via spraak Met aanwezige bestemming starten In het bestemmingsgeheugen bladeren Bestemming weergeven of bewerken Huisadres Menu Bestemming invoeren oproepen Het menu Bestemmingen invoeren Structuur van het menu Bestemming invoeren Adres invoeren POI selecteren Persoonlijke bestemmingen Contacten Op kaart selecte
>>> INHOUDSOPGAVE Kaartweergave bedienen Laatste aankondiging herhalen Volume van aankondigingen veranderen Kaart in-/uitzoomen Kaart verschuiven Opties voor de kaartweergave Bijzondere bestemming op de route TMC op de route Navigatie afbreken Routeopties wijzigen Traject blokkeren Kaartweergave omschakelen Oriëntatie van de kaart wijzigen Tripcomputer Dag-/nachtmodus instellen Voertuigprofiel kiezen/instellen Bestemming invoeren Tussenstop invoeren/wissen.
INHOUDSOPGAVE Instellingen Systeeminstellingen selecteren 122 122 Het menu Systeeminstellingen Bediening Keuzemogelijkheden Menu instellingen sluiten De afzonderlijke menuopties Accu Dag-/nachtmodus Kalibrering Helderheid Taal Automatisch aan/uit Tonen Kleur instellen Fabrieksinstellingen Informatie My XTRAS 122 122 122 122 123 123 123 124 124 124 125 125 126 126 126 127 Terminologie 128 Trefworden 130 Technische specificaties 134 NORMEN EN RICHTLIJNEN EG-conformiteitsverklaring Afvoer van het app
>>> VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheidsvoorschriften >D !Veiligheidsvoorschriften > GB • Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent, dat u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt hinderen of tot last zult zijn. >F >I • In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming worden ingevoerd.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN >>> • De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden overschreden. Als u dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en kan de accu exploderen. >D • Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot verlies van de vergunning. >F > GB >I • Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER.
>>> DE TRAFFIC ASSIST Inhoud van de gebruiksaanwijzing De Traffic Assist >D > GB In deze gebruikshandleiding wordt het toestel Traffic Assist Z217 beschreven. Functies die alleen als optie ter beschikking staan, zijn met een sterretje (*) en een bijbehorende voetnoot gemarkeerd. Deze optionele functies kunnen naderhand tegen betaling via de Contentmanager worden geactiveerd.
DE TRAFFIC ASSIST De Traffic Assist uitpakken Muziek* Met behulp van de geïntegreerde MP3-Player kunt u uw lievelingsmuziek mee op reis nemen. Foto's* De Traffic Assist beschikt over een Picture Viewer met vele functies voor het weergeven van foto's. >>> Levering >D Opmerking: Uw Traffic Assist wordt in een stevige verpakking geleverd. Wanneer de verpakking of de inhoud van de verpakking ernstig beschadigd is, mag het apparaat niet verder worden uitgepakt.
>>> DE TRAFFIC ASSIST Bij reclamaties Neem in geval van reclamaties contact op met uw leverancier. Het apparaat kan ook in de originale verpakking rechtstreeks aan Harman/Becker worden gestuurd. >D > GB >F >I Behandeling van de verpakking >E De originele verpakking moet minimaal gedurende de garantietijd op een droge plaats worden bewaard. >P > NL Opmerking: De verpakking moet overeenkomstig de landspecifieke voorschriften als afval worden behandeld. De verpakking mag niet worden verbrand.
DE TRAFFIC ASSIST Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Deze kabel maakt het mogelijk om het apparaat op de sigarettenaansteker van het voertuig aan te sluiten. Eisen die aan de voedingsspanning worden gesteld zijn: • gelijkstroom 12/24 volt 0,5 ampère Accu Na het ontladen van de geïntegreerde accu kan deze door het aansluiten van de Traffic Assist op de voeding weer worden opgeladen.
>>> DE TRAFFIC ASSIST Hoofdtelefoon Tijdens het gebruik van de Traffic Assist kan een in de handel verkrijgbare hoofdtelefoon met 3,5mm-steker of geschikte adapter worden aangesloten (niet meegeleverd). >D > GB >F >I !Gevaar! >E Gehoorschade vermijden Het gebruik van hoofdtelefoons en oortelefoons gedurende een lange periode met een hoog volume kan permanente gehoorbeschadiging veroorzaken.
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>> >D 1 > GB 2 >F >I >E >P > NL > DK 4 3 >S >N Omvang levering 1 Traffic Assist - PND (Personal Navigation Device) 2 USB-verbindingskabel 3 Apparaathouder met draagplaat 4 Kabel voor voeding via de sigarettenaansteker (12/24 volt) met ingebouwde TMC-antenne Overzicht Traffic Assist > FIN > TR > GR > PL > CZ >H > SK 13
>>> OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >D 2 > GB >F >I >E 3 >P 4 > NL > DK 5 1 >S >N > FIN Apparaatfront met bedienings- en weergave-elementen 1 Becker-toets ( ) Drukken = in de meeste toepassingen de functie Terug Lang drukken = hoofdmenu oproepen 2 Touchscreen met gekozen hoofdmenu 3 Touchscreen-toets indrukken = activeren van het desbetreffende toetscommando 4 Microfoon > TR > GR > PL > CZ >H > SK 14 Achterkant apparaat 5 Aansluitmogelijkheid voor externe antenne (externe antenne wordt niet meegeleve
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>> >D > GB >F >I 1 2 3 4 >E 5 >P > NL > DK >S >N Bovenkant van het toestel 1 De Traffic Assist in-/uitschakelen (stand-by) > FIN Onderkant van het toestel 2 Sleuf voor micro-SD-kaart 3 3,5mm-aansluiting voor hoofdtelefoon (hoofdtelefoon niet meegeleverd) 4 Mini-USB-aansluiting/voedingsaansluiting 5 On/Off-schakelaar > TR > GR > PL > CZ >H > SK 15
>>> ALGEMENE BEDIENING Onderhoud en verzorging Algemene bediening >D Het toestel is onderhoudsvrij. Ter verzorging kan een standaard reinigingsmiddel voor elektronische apparatuur met een vochtige, zachte doek worden aangebracht. > GB >F >I !Gevaar! >E Levensgevaar door elektrische schokken. Schakel het toestel vóór het verzorgen van het toestel, de meegeleverde onderdelen en de accessoires altijd uit en verwijder de voeding.
ALGEMENE BEDIENING Accukwaliteit Displaykwaliteit De capaciteit van de accu van uw mobiele navigatietoestel neemt bij elke laad-/ontlaadcyclus af. Ook kan de capaciteit als gevolg van ondeskundige opslag bij een te hoge of lage temperatuur langzamerhand afnemen. Op deze wijze kan de bedrijfstijd ook bij een volle accu aanzienlijk worden verkort.
>>> ALGEMENE BEDIENING Voeding via accu's De interne voeding wordt verzorgd via een ingebouwde accu. De accu is onderhoudsvrij en behoeft geen bijzondere verzorging. >D > GB >F Opmerking: Bij een volledig ontladen accu kan het tot een minuut duren voordat het toestel weer kan worden ingeschakeld. >I >E >P Opmerking: Neem bij een defecte accu contact op met de dealer. Probeer de accu niet zelf uit te bouwen.
ALGEMENE BEDIENING Aansluiten op het stopcontact TMC-antenne !Levensgevaar! De meegeleverde TMC-antenne is in de voedingskabel geïntegreerd. De TMC-antenne loopt bij levering parallel met de kabel voor de sigarettenaansteker. Als het TMC-ontvangst niet voldoet, dient u de kabel van de TMC-antenne van de kabel voor de sigarettenaansteker te verwijderen. Met de meegeleverde zuignap kunt u de TMC-antenne dan aan de voorruit bevestigen.
>>> ALGEMENE BEDIENING Externe antenne aansluiten Voor ontvangst onder slechte omstandigheden kan een externe GPS-antenne worden aangesloten (niet meegeleverd). Hiervoor bevindt er zich op de achterkant van de behuizing een afsluitbare aansluitbus. Sluit deze aansluiting altijd af als er geen externe antenne wordt aangesloten. >D > GB >F >I >E >P > NL > DK >S >N > Open de sluiting door licht aan de zijkant te trekken. > Sluit de externe antenne met de als optie verkrijgbare adapter aan.
ALGEMENE BEDIENING Geheugenkaart L R GND Audio Vereiste stekkerbezetting van de 3,5 mmjackplug voor de aansluiting van een audiokabel. Uw Traffic Assist beschikt over een sleuf voor een micro-SD-geheugenkaart. Omdat bij de Traffic Assist de kaartgegevens in een intern geheugen opgeslagen zijn, wordt de sleuf voor een micro-SDgeheugenkaart voor updates, voor het afspelen van muziek* en voor het bekijken van afbeeldingen* of video's gebruikt.
>>> ALGEMENE BEDIENING Apparaathouder >D De Traffic Assist kan met de apparaathouder rechtstreeks op de voorruit worden bevestigd. > GB >F 3 1 7 Opmerking: De Traffic Assist en de apparaathouder mogen niet gedurende langere tijd worden blootgesteld aan de rechtstreekse inwerking van zonnestralen. Binnentemperaturen van +70 C en hoger kunnen de onderdelen van de houder beschadigen.
ALGEMENE BEDIENING Op de voorruit Met de zuignap kan de apparaathouder direct op de voorruit worden gemonteerd. > Schuif de draagplaat op de vier bevestigingsnokken van de apparaathouder. > Zoek een geschikte plaats. > Draai de klemschroeven 4 en 5 iets los. > Druk de voet 2 met de zuignap 1 tegen de voorruit. Draai de apparaathouder zodanig dat de draagplaat ongeveer in de gewenste kijkrichting staat. > Druk de hendel 3 naar onderen. De houder heeft zich aan de voorruit vastgezogen.
>>> ALGEMENE BEDIENING Inschakelen > Zet de On/Off-schakelaar aan de onderkant van het toestel op On. > Druk op de toets aan de bovenkant van de Traffic Assist. Het toestel wordt ingeschakeld. Op het aanraakscherm verschijnt het logo van de fabrikant. >D > GB >F >I >E >P > Druk op het keuzeveld van de gewenste taal. > Bevestig uw keuze door de knop OK in te drukken. > Als u deze boodschap accepteert, drukt u op de knop OK 5003 > NL > Selecteer nu de gewenste spreker.
ALGEMENE BEDIENING Uitschakelen U kunt het apparaat op elk gewenst moment uitschakelen. > Druk op de toets aan de bovenkant van de Traffic Assist. De Traffic Assist schakelt over naar de slaapstand. > Zet de On/Off-schakelaar aan de onderkant van het toestel op Off om de Traffic Assist helemaal uit te schakelen. Opmerking: Bij korte onderbrekingen (tot een week) in het gebruik raden wij u aan de Traffic Assist alleen in de slaapstand te zetten.
>>> ALGEMENE BEDIENING De menu's >D Bij de bediening wordt u geholpen door middel van de verschillende menu's en het invoerscherm. > GB >F >I Het hoofdmenu >E Het bovenste menuniveau is het hoofdmenu. Vanuit het hoofdmenu worden de afzonderlijke toepassingen opgestart. >P Op het symbool van knop Telefoon ziet u of er al een telefoon verbonden is.
ALGEMENE BEDIENING Invoeren met behulp van het invoermenu In enkele toepassingen is het invoeren met behulp van het invoermenu noodzakelijk. Het invoermenu wordt net als een toetsenbord bediend. Tekens invoeren De tekens worden door het indrukken van de toetsen in het middengebied ingevoerd. 6007 In de bovenste schrijfregel geeft het invoermenu de via het toetsenbord ingevoerde tekens aan. Het middengebied dient voor het invoeren van de tekens. In de onderste regel worden de hulpfuncties aangegeven.
>>> ALGEMENE BEDIENING In de lijsten bladeren Indien al enkele letters van de gewenste keuze zijn ingevoerd, kunt u met behulp van de keuzelijst alle bestemmingen met de in aanmerking komende lettercombinaties laten weergeven. >D > GB >F De keuzelijst verschijnt. 6008 >I >E >P > NL > DK > Om de keuzelijst te kunnen openen moet u de toets indrukken. >S Opmerking: Het aantal keuzemogelijkheden wordt door het getal op de knop weergegeven.
ALGEMENE BEDIENING Andere tekensets Voor het toetsenbord van de Traffic Assist kunnen diverse tekensets worden ingesteld. Cijfers invoeren Ga voor het invoeren van cijfers naar het cijfertoetsenbord. > Druk op de toets . Het cijfertoetsenbord verschijnt. >>> Omschakeling hoofdletters/kleine letters Bij het invoeren van vrije tekst kan tussen hoofdletters, kleine letters en de automatische functie worden geschakeld.
>>> ALGEMENE BEDIENING >D Tekens wissen Om het laatst ingevoerde teken te kunnen wissen moet de backspace-toets worden ingedrukt. > GB De Becker-toets De toets is in de hoek linksonder van de behuizing geïntegreerd. >F >I >E >P > Om het teken links van de cursor te kunnen wissen, moet u de toets indrukken. > NL > DK >S Spatie invoegen Wanneer twee woorden, bijv. bij namen van steden, moeten worden ingevoerd, moeten deze door middel van een spatie van elkaar worden gescheiden.
ALGEMENE BEDIENING Content Manager installeren Volg onderstaande stappen om de Content Manager op uw pc te installeren: > Plaats de DVD met de Content Manager in het DVD-station van uw pc. > Als de DVD niet automatisch wordt gestart, gaat u naar de map „CONTENTMANAGER“ en start u het bestand „BECKERCMSETUP.EXE“. > Selecteer een taal uit de lijst en klik vervolgens op OK. > Lees de welkomsttekst en klik op Volgende om door te gaan. > Selecteer de installatiemap.
>>> ALGEMENE BEDIENING >D > Klik op de computer op Start > Alle programma‘s. > Selecteer Becker. > Klik op Content Manager. > GB >F Wanneer de Content Manager wordt gestart, voert het programma enkele stappen uit voordat u de content van de navigatiesoftware kunt beheren. Bij iedere oproep wordt verbinding gemaakt met het internet om na te gaan of een recentere versie van de Content Manager beschikbaar is.
ALGEMENE BEDIENING >>> Bij storingen >D Storingen in het besturingssysteem of in het apparaat worden overeenkomstig weergegeven. Als de gewenste functie vervolgens niet kan worden uitgevoerd, moet u de Traffic Assist met de On/Off-schakelaar opnieuw starten. Indien de meldingen terugkeren of het apparaat door andere oorzaken niet goed werkt, verzoeken wij u om contact op te nemen met uw leverancier. U kunt ook op de homepage van Becker op www.mybecker.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Wat is navigatie? Gebruiksmodus Navigatie >D Onder navigatie (lat. navigare = op zee varen) verstaat men in het algemeen de plaatsbepaling van een voer- of vaartuig, de bepaling van richting en afstand ten opzichte van de gewenste bestemming, en het vaststellen van de route en het begeleiden naar de bestemming. Als navigatiehulpmiddelen worden o. a. sterren, markante punten, kompas en satellieten gebruikt. Bij de Traffic Assist zorgt de GPS-ontvanger voor de plaatsbepaling.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Navigatie kiezen De snelkoppeling De navigatiemodus wordt uit het hoofdmenu opgeroepen. In de snelkoppeling worden de laatste bestemmingen en de opgeslagen bestemmingen weergegeven en kunt u deze rechtstreeks kiezen. Ook kunt u via de snelkoppeling het menu Bestemmingen invoeren of de adresinvoer via spraak opvragen. > Druk in het hoofdmenu op Bestemming selecteren. De snelkoppeling Telefoon verschijnt.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Gebruikte pictogrammen In het overzicht bestemmingen worden de volgende pictogrammen gebruikt. > GB Pictogram >F Betekenis Deze bestemming is een standaardbestemming zonder bijzonderheden. Deze bestemming is beveiligd. Als het bestemmingengeheugen vol is, wordt deze bestemming niet automatisch gewist. U kunt dit indien gewenst handmatig doen. Bij een beveiligde vermelding kunt u de positie ook in de snelkoppeling vastleggen. Deze bestemming is het huidige thuisadres.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Keuze Betekenis Invoer wissen De bestemming wordt uit de snelkoppeling gewist. Invoer bevei- De bestemming wordt tegen automatisch wissen ligen beveiligd. Deze functie is alleen bij onbeveiligde bestemmingen beschikbaar. Beveil. ophef- De beveiliging van de bestemming wordt ongedaan fen gemaakt. Deze functie is alleen bij beveiligde bestemmingen beschikbaar. Omhoog De bestemming wordt een positie naar voren verschoven.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Structuur van het menu Bestemming invoeren Adres invoeren Met de toets Adres invoeren worden de verschillende stappen van het kiezen van een adres tot aan het starten van de navigatie mogelijk gemaakt. • Zie 'Bestemming invoeren' op pagina 38. > GB >F >I >E >P POI selecteren Met de toets POI selecteren kunt u een bijzondere bestemming als b. v. vliegvelden en veerhavens, restaurants, hotels, tankstations of openbare instellingen selecteren en een navigatie erheen starten.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Land kiezen Met het veld voor het land van bestemming kunt u de beschikbare landen kiezen. Na het kiezen van een land wordt dit automatisch in het menu voor het invoeren van adressen overgenomen. Als er al een land van bestemming is opgegeven, blijft dit behouden totdat u een ander land kiest. Opmerking: Druk indien gewenst op de pijltoets en rechts om door alle beschikbare landen te bladeren. Het symbool geeft aan voor welk land een adres via spraak kan worden ingevoerd.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Plaats selecteren De opgave van de plaats van bestemming kan plaatsvinden via de naam of via de postcode. Tijdens het invoeren van de letters van een plaats geeft de Traffic Assist voorstellen weer (zie 'Voorstellen overnemen' op pagina 27). Als u het voorstel niet wilt overnemen, voert u simpelweg de andere letters van de gewenste plaatsnaam in. De Traffic Assist verbiedt alle onmogelijke lettercombinaties en postcodes en activeert alleen letters resp.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Straat selecteren In de menuoptie Straat kunnen, via een letter- en cijferveld, de straatnaam en het huisnummer afzonderlijk worden ingevoerd. De Traffic Assist verbiedt alle onmogelijke lettercombinaties en activeert alleen nog lettervelden die behoren bij een bestaande straatnaam. Een huisnummer kunt u pas na het kiezen van de straatnaam selecteren en als de gegevens huisnummers bevatten.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Het huisnummer kiezen Nadat u de plaats en straatnaam van bestemming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere aanvulling een huisnummer invoeren. >D > GB >F Opmerking: In plaats van het huisnummer kunt u ook een dwarsstraat invoeren, maar beide tegelijkertijd is niet mogelijk. >I >E >P > Druk op de toets Nr. Het invoermenu voor het huisnummer verschijnt. > Voer het huisnummer in en druk vervolgens op .
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: Door de symbolen boven de statusbalk wordt op eventueel door u geactiveerde beperkingen (bijv. onverharde wegen, tolwegen) gewezen. Het symbool naast de statusbalk geeft aan dat de onder 'De toets Routeopties' op pagina 57 beschreven tijdafhankelijke navigatie geactiveerd is. Als er al een navigatie wordt uitgevoerd wordt u gevraagd of de nieuwe bestemming de oude bestemming moet vervangen of dat de nieuwe bestemming als tussenstop moet worden gebruikt.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Adres via spraak invoeren De adresinvoer kunt u via de snelkoppeling of het adresinvoermenu starten door op de toets te drukken. > GB Opmerkingen: • Via de spraakinvoer kan slechts één adres worden ingevoerd. Het gebruik van lijsten voor een nauwkeurigere keuze is via spraak niet mogelijk. • Het land van bestemming kan niet via spraak worden ingevoerd. • Het symbool geeft in de lijst met landen aan voor welk land een adres via spraak kan worden ingevoerd.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Kon de invoer niet eenduidig worden herkend, of kon de invoer door de Traffic Assist niet eenduidig aan een vermelding worden toegewezen, dan worden er lijsten weergegeven. U kunt vervolgens het gewenste adres in deze lijsten selecteren. Afhankelijk van uw invoer kunnen lijsten met plaatsnamen, lijsten met straatnamen of gecombineerde lijsten met plaats- en straatnamen worden weergegeven.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Kies een van de beschikbare categorëeen. >D > GB >F >I U kunt kiezen tussen: • een bijzondere bestemming in de omgeving,: • een bijzondere bestemming bij een adres, • een bijzondere bestemming bij de bestemming en • rechtstreeks een bijzondere bestemming invoeren. >E >P > NL > DK >S >N Bijzondere bestemming in de omgeving > Druk op POI nabij. > FIN Opmerking: U kunt ook op Alle categ. drukken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bijzondere bestemming bij een adres > Druk op POI‘s bij locatie. De beschikbare categorieën bijzondere bestemmingen voor de ingevoerde plaatsnaam verschijnen. > Kies zoals onder 'Bijzondere bestemming in de omgeving' op pagina 46 beschreven de gewenste bijzondere bestemming. >>> Bijzondere bestemming in de omgeving van de bestemming > Druk op POI nabij. >D > GB >F >I >E > Selecteer het gewenste land.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > Druk op de toets . De Traffic Assist toont in een lijst alle bijzondere bestemmingen die met de ingevoerde naam overeenkomen in een lijst. > GB Opmerking: De zoekradius is beperkt tot 50 kilometer rondom de huidige positie. >F >I >E > Selecteer de gewenste bestemming in de lijst. >P Telefoonnummers van bijzondere bestemmingen bellen U kunt telefoonnummers die in de informatie over een bijzondere bestemming worden vermeld, direct bellen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bestemming uit Persoonlijke bestemmingen selecteren U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde bijzondere bestemmingen van Google™ oproepen en de navigatie naar deze bestemmingen starten. Opmerking: Voor het bekijken van speciale eigen Google™ bestemmingen moeten de Google™ KML-bestanden in de directory iGO8\content\userdata\mydest van de Traffic Assist worden opgeslagen. > Druk in de snelkoppeling op de toets Bestemming invoeren. > Druk op de toets Persoonlijke bestemmingen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Bestemming uit Contacten selecteren U kunt in de Traffic Assist geïmporteerde contactpersonen van Microsoft® Outlook® oproepen en de navigatie naar het adres van deze contactpersonen starten. > GB >F >I Opmerking: het importeren van de Microsoft® Outlook®-contacten verloopt via de Content Manager. Er kunnen maximaal 2000 contacten worden geïmporteerd. >E >P > NL > DK > Druk in de snelkoppeling op Bestemming invoeren.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Route plannen Het menu Route plannen biedt de mogelijkheid individuele routes samen te stellen en te kiezen. Voer hiertoe de afzonderlijke bestemmingen van de gewenste route in. Deze punten kunnen achter elkaar zonder invoer van verdere gegevens worden bereikt. Ook kunt u de ingevoerde bestemmingen optimaliseren en daardoor de volgorde wijzigen. > Druk in de snelkoppeling op Bestemming invoeren. > Druk op de toets Route plannen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > GB >F >I > Kies het startpunt of de huidige positie als startpunt voor de navigatie. >E Opmerking: Als een startpunt wordt gekozen, dient dit alleen om een route te bekijken. >P > NL > DK De afzonderlijke etappes worden berekend. Vervolgens verschijnt een kaart met de etappes. >S >N > FIN > TR > GR > PL > Druk op de toets Start om de navigatie van de route te starten. > CZ >H > SK 52 Met de toets Opties kunt u de routeopties oproepen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Route bewerken > Kies de te bewerken route. > Druk op de toets vóór de etappe die u wilt bewerken. > Druk op de toets Plaats toevoegen om nog meer etappes, zoals bovenstaand omschreven over te nemen. > Druk op de toets Klaar als u alle etappes hebt ingevoerd. Keuze >>> Betekenis >D De etappe wordt een positie naar achteren verschoven. Plaats wissen De etappe wordt uit de route gewist. Plaats verU kunt de gekozen etappe door een andere etappe vangen? vervangen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Route optimaliseren Na het invoeren van meerdere bestemmingen van een route kunt u de Traffic Assist opdracht geven de bestemmingen op het traject te optimaliseren. De opgeslagen route blijft echter ook na het optimaliseren behouden. Roep de kaartweergave van de etappes op. >D > GB >F >I >E Bestemming vanuit de kaart selecteren U kunt een bestemming rechtstreeks in de kaartweergave selecteren. > Druk in de snelkoppeling op Bestemming invoeren.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Druk op de toets Details. Coördinaten invoeren U kunt uw bestemming ook invoeren met geografische coördinaten. > Druk in de snelkoppeling op Bestemming invoeren. Er verschijnt nu voorzover beschikbaar het adres van het gekozen punt. > Druk op de toets Start om de navigatie naar de gekozen bestemming meteen te starten. U kunt ook in de omgeving van het gekozen punt met de toets POI’s nabij naar bijzondere bestemmingen zoeken.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Navigatie-instellingen >D In de navigatie-instellingen bevinden zich alle voor de navigatiefuncties relevante instellingen. > GB >F Structuur In het menu staan u verschillende pagina’s met de functies ter beschikking: Opmerking: Alle instellingen moeten worden bevestigd door op de toets OK te drukken. Met de toets kunt u op elk gewenst moment het huidige menu verlaten zonder iets te hebben gewijzigd.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Instelling Betekenis Wegwijzers Bij geactiveerde functie krijgt u bij klaverbladen bovendien informatie over de borden die u moet volgen. Na het activeren van deze functie ontvangt u automatisch algemeen geldende verkeersinformatie over het desbetreffende land, bij het passeren van de landsgrens (b. v. snelheidslimieten). Als deze functie geactiveerd is, krijgt u, voor zover beschikbaar, bij veel klaverbladen een realistisch overzicht van de actuele rijstrooksituatie te zien.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Voertuigprofiel kiezen Deze instelling beïnvloedt de berekening van de vermoedelijke aankomsttijd en blokkeert bijv. voor de fiets de snelwegen of bij vrachtwagenprofielen wegen die niet aan de opgegeven criteria voldoen. >D > GB >F >I Opmerking: Op het kaartscherm worden wegen die volgens de instellingen van het vrachtwagenprofiel gesloten zijn, gemarkeerd met een lichtrode omlijning.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Tijdafhankelijke navigatie Als deze functie (Verkeerspatronen gebruiken) ingeschakeld is ( ), wordt voor zover beschikbaar (momenteel alleen Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië) bij de routeberekening rekening gehouden met (statistische) informatie over de mogelijke snelheid op bepaalde trajecten op bepaalde tijden. Op basis van deze gegevens kan de aankomsttijd nauwkeuriger worden berekend of kan een andere route worden gekozen.
>>> >D > GB >F >I >E >P > NL > DK >S >N GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Instelling Betekenis Instelling Betekenis De toets Kaartvenster Zender autom. inst. Geef aan of automatisch de zender met de beste ontvangst moet worden gezocht (functie ingeschakeld ). Door drukken op de pijltoets en wordt de automatische zenderzoekfunctie geactiveerd. De TMC-zender die nu wordt ontvangen, wordt in het veld daarnaast getoond. Het instellen is alleen mogelijk als de functie Herberek.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>> > Druk in het menu voor de kaartweergave op de toets 3D-gebouwen en schakel de functie in of uit . > Selecteer door het indrukken van de toets 4 resp. 5 of u de 2D- of 3Dweergave wilt gebruiken. > Druk op de toets 1 om de hele kaart te kiezen. >D > GB >F >I > Druk op de toets 3 voor de pijlweergave. >E >P Kaart met geactiveerde 3D-gebouwen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE In de uitgebreide instellingen hebt u de volgende instelopties: • Autozoom U kunt instellen hoe de kaart bij het naderen van een manoeuvreerpunt of bij het veranderen van de snelheid verandert. • POI-categ. selecteren U kunt instellen welke symbolen voor speciale bestemmingen in de kaart moeten worden weergegeven. • Straatnamen 2D/Straatnamen 3D U kunt instellen of in 3D- of 2D-weergave de straatnamen wel ( ) of niet ( )moeten worden weergegeven. • 2D rijricht.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Waarschuwingen > U kunt nu het weergaven van hele categorieën in- ( ) of uitschakelen ( ). Door te drukken op de toets achter een categorie kunt u in andere menu’s subcategorieën in- of uitschakelen. > Bevestig al uw instellingen door op de toets OK te drukken. In het instellingenvenster Waarschuwingen kunt u instellen welke waarschuwingen door de Traffic Assist moeten worden weergegeven of welke waarschuwingstonen er moeten klinken.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Bestuurderswaarschuwingen Voor zover deze informatie op de kaarten is opgeslagen, kunt u aanwijzingsborden voor bijv. gevaarlijke bochten of hellingen laten weergeven. Bovendien kunt u instellen of bij het weergeven van een aanwijzingsbord ook een waarschuwingssignaal moet klinken. > Druk in het instellingenmenu op de toets Bestuurderswaarschuwingen. Het venster Bestuurderswaarschuwingen wordt weergegeven.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Instelling Betekenis Geef aan of snelheidsbeperkingen nooit, altijd of alleen bij een snelheidsoverschrijding moeten worden weergegeven. In beb. kom Kies vanaf welke snelheidsoverschrijding u binnen de bebouwde kom akoestisch wilt worden gewaarschuwd. Buiten beb. Kies vanaf welke snelheidsoverschrijding u buikom ten de bebouwde kom akoestisch wilt worden gewaarschuwd. Voorwaardel.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE • Volume U kunt het volume van de verbale aanwijzingen standaard voor elke start van de Traffic Assist instellen of de verbale aanwijzingen helemaal uitschakelen. • Straten aankond. Met de knop Straten aankond. kunt u het melden van straatnamen waarheen u wilt afbuigen in- ( ) of uitschakelen ( ). >D > GB >F >I >E >P De toets Stem In het instellingenvenster Stem kunt u instellen welke spreker voor de ingestelde taal de navigatieaanwijzingen moet uitspreken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Formaat De toets Tijd In het instellingenvenster Formaat kunt u instellen welke welk formaat en welke maateenheden voor tijdstippen en afstanden moeten worden gebruikt. > Druk in het instellingenmenu op de toets Formaat. In het instellingenvenster Tijd kunt u de voor uw woonplaats geldende tijdzone instellen. Deze instelling is belangrijk voor het juist berekenen van vermoedelijke aankomsttijden. > Druk in het instellingenmenu op de toets Tijd.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Geblokkeerde wegen In het instellingenvenster Geblokkeerde wegen kunt u de blokkering van eerder permanent geblokkeerde straten (zie 'Delen van de route/straten blokkeren' op pagina 89) opheffen of aanpassen (tijdstip en weekdagen van de blokkering). > Druk in het instellingenmenu op de toets Geblokkeerde wegen. >D > GB >F >I >E >P Het venster met de reeds geblokkeerde straten verschijnt. > NL > DK > Selecteer de gewenste geblokkeerde straat.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: Druk op de toets Blok. 24 uur om de straat de hele dag te blokkeren. Druk op de toets Gebr. instelling voor om de blokkering ook op andere dagen toe te passen. > Bevestig uw instellingen door op de toets OK te drukken. De toets Resetten Verkeersberichten via TMC U kunt alle navigatie-instellingen op de fabrieksinstellingen terugzetten. Hierbij worden de instellingen teruggezet.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: Omdat de verkeersinformatie door radiozenders wordt uitgezonden, kunnen wij de volledigheid en juistheid van deze berichten niet garanderen. Oostenrijk: De locatie- en eventcode wordt door de ASFINAG en de BMVIT ter beschikking gesteld. >D > GB >F >I >E >P Door Traffic Assist wordt voortdurend gecontroleerd of er relevante verkeersberichten voor de ingestelde route zijn. Op de kaartweergave worden alle ontvangen verkeersopstoppingen weergegeven.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Met de pijltjestoets en aan de rechterkant van het beeldscherm kunt u door de lijst bladeren. Bij elk verkeersbericht ziet u: 1 het soort belemmering en de hemelsbrede afstand vanaf de huidige positie van de auto 2 het wegnummer (snelweg, provinciale of lokale weg) en het traject bij de rijrichting 3 de lengte van de belemmering Bij een TMC-melding op uw route wordt de melding door het teken aangegeven. Via TMCpro ontvangen verkeersberichten worden gekenmerkt met het symbool .
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Betreffende straat in de kaart weergeven > Druk in de melding op de toets . De betreffende straat verschijnt op de kaart. >D > GB >F >I >E >P > NL Door op de toets Lijst te drukken kunt u weer naar het meldingenscherm gaan. Op de onderste regel kunt u met de toets en en alle meldingen in het meldingenoverzicht doorbladeren en op de kaart weergeven. Met de toets Toepassen kunt u voor elke melding vastleggen of het gemelde traject bij een routeberekening moet worden vermeden.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De kaartweergave Het scherm geeft een overzicht van de berekende uitwijkroute. Het rood of bij een opstopping blauw gemarkeerde traject toont de oorspronkelijke route. Het geel gemarkeerde traject toont de berekende uitwijkroute. In het rechtergedeelte van het display wordt aangegeven in hoeverre de nieuwe route gewijzigd is ten opzichte van de oorspronkelijke route en hoeveel tijdwinst u naar verwachting behaalt door de uitwijkroute te nemen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE 5 Positie van auto 6 Huidige straat 7 Infobox (indien weergegeven) met >D > GB snelheid en hoogte boven zeeniveau van de auto >F >I Kaartweergave met navigatie >E 14 >P 13 3 7 12 > NL 1 2 11 6 4 > DK 10 >S 9 8 5 1 Maximumsnelheid voor de straat >N > FIN 2 3 4 5 > TR > GR > PL > CZ >H > SK 74 waarop u nu rijdt (aanduiding niet voor alle straten beschikbaar) Waarschuwingen voor de bestuurder Zoomknoppen Indicator laadtoestand/telefoonstatus Knop voor het op
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Verder wordt in de hoek linksonder de vooraankondiging met bijbehorende informatie getoond. Als een TMC-melding zich op uw route bevindt, wordt in het vooraankondigingsgedeelte aan de linkerrand het volgende symbool weergegeven. Gedeeld beeldscherm met navigatie Daarbij wordt het verdere verloop van de reis via een pijl, met daaronder de resterende afstand, getoond.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D 8 Volgende rijmanoeuvre 9 Bijzondere bestemmingen op de rou- > GB 10 >F 11 12 >I >E 13 >P 14 15 > NL > DK >S >N > FIN > TR te weergeven Huidige straat of straat waar de volgende rijmanoeuvre naartoe leidt Afstand tot de volgende rijmanoeuvre Balk voor visualisatie van de afstand tot aan de volgende rijmanoeuvre TMC-meldingen van de route weergeven Volumeregeling oproepen Vermoedelijke aankomsttijd, resterende reistijd en resterende afstand tot de volgende bestemmi
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Kaartweergave met Junction View Bij veel klaverbladen kunt u een gedetailleerd en realistisch overzicht van de rijstroken laten weergeven. Schakel hiervoor zoals onder 'De toets Begeleidingsinfo' op pagina 56 beschreven de functie Junction View in. Als de Traffic Assist u nu via een klaverblad leidt, verschijnt deze op het scherm. Kaartweergave bedienen Opmerking: Door op het scherm te drukken, kunt u weer naar de normale kaartweergave terugkeren.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Kaart in-/uitzoomen Met de zoomtoets en kunt u stapsgewijs op de kaart in- of uitzoomen. > GB Kaart verschuiven U kunt de kaart op een willekeurig punt verschuiven. > Druk hiervoor kort op de kaart. >F > Druk op Inzoomen om op de kaart in te zoomen en meer details te zien. > Druk op Uitzoomen om op de kaart uit te zoomen voor een beter overzicht. > Druk op de toets om na een verandering weer het ingestelde zoomniveau in te schakelen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: welke functies verschijnen, hangt ervan af of navigatie of een route met meerdere bestemmingen actief is. In het linkergedeelte van het menu Opties verschijnen vier sneltoetsen. U kunt zoals beschreven onder 'Sneltoetsen definiëren' op pagina 93 belangrijke functies van het menu Opties aan deze knoppen toewijzen. U sluit het menu Opties af door een functie te selecteren of door op de knop te drukken.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bijzondere bestemming in de buurt van de bestemming/op de gehele route > Druk in het menu Bijzondere bestemmingen op de route voor bijzondere bestemmingen in de buurt van de bestemming op toets of voor bijzondere bestemmingen op de gehele route op toets . >D > GB >F >I >E >P TMC op de route (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt TMC-meldingen die op uw route liggen bekijken en bewerken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Routeopties wijzigen (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt de routeopties (o.a. keuze van de route) tijdens de navigatie beïnvloeden.. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Routeopties. > Stel, zoals onder 'De toets Routeopties' op pagina 57 beschreven de routeopties in. Na een wijziging wordt de route opnieuw berekend. Traject blokkeren U kunt een vóór u liggend deel van het traject blokkeren.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Kaartweergave omschakelen U kunt de kaartweergave tussen 3D- of 2D-weergave, een gedeeld beeldscherm met 3D- of 2D-weergave of de pijlweergave omschakelen. Ook kunt u instellen of in 3D-weergave in steden beschikbare 3D-gebouwen wel of niet moeten worden weergegeven. In de uitgebreide instellingen kunt u kiezen uit nog meer instelopties. >D > GB >F >I >E >P Oriëntatie van de kaart wijzigen U kunt de omgeving rondom uw positie in de 3D-modus bekijken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Tripcomputer Op de tripcomputer kunt u onder andere de gemiddelde snelheid en de maximale snelheid laten weergeven. Bovendien beschikt u hiermee over een stopwatch met rondetijdregistratie. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Rittencomputer. 1 6 7 8 9 >>> Rijtijd zonder ritonderbrekingen Rijtijd met ritonderbrekingen Kompas Stopwatch met rondetijdregistratie oproepen Druk op de toets Resetten om de waarden weer op nul te zetten.
>>> >D > GB >F >I >E >P GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Druk op de toets Stop om de registratie te stoppen. Wanneer u na het stoppen van de registratie weer op de toets Start drukt, gaat de tijd verder. Druk op de toets Resetten om alle registraties te wissen en alle tijden weer op nul te zetten. Dag-/nachtmodus instellen U kunt het scherm van de Traffic Assist van de dagmodus naar de nachtmodus en omgekeerd instellen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE !Gevaar voor ongevallen! De informatie op het kaartmateriaal kan vanwege kortstondige wijzigingen (bijvoorbeeld wegwerkzaamheden) onjuist zijn. De verkeerssituatie en de borden ter plaatse hebben prioriteit boven de informatie van het navigatiesysteem. Opmerking: Op het kaartscherm worden wegen die volgens de instellingen van het vrachtwagenprofiel gesloten zijn, gemarkeerd met een lichtrode omlijning.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Vrachtwagenprofielen instellen > Kies een van de opgeslagen vrachtwagenprofielen of het algemene vrachtwagenprofiel. > GB >F 6 Formaat instellen > Druk in de profielinstelling op de toets voor het instellen van het formaat. 1 2 1 2 2 >I 5 >E 3 4 >P U kunt nu het gekozen profiel instellen: 1 Met deze toets kunt u het formaat van de vrachtwagen instellen. 2 Met deze toets kunt u instellen of de vrachtwagen een aanhanger heeft en kunt u het aantal assen instellen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Voer het gewenste gewicht in. > Bevestig de invoer in het invoermenu door op te drukken. Druk tot slot op OK om de gewenste instellingen te bevestigen. Klasse van gevaarlijke stoffen instellen > Druk in de profielinstelling op de toets voor het instellen van de klasse van gevaarlijke stoffen. > Kies de juiste klasse van gevaarlijke stoffen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bestemming invoeren (Alleen beschikbaar bij niet geactiveerde navigatie.) U kunt een bestemming invoeren. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. >D > GB >F >I >E Tussenstop invoeren/wissen. (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt met deze functie een tussenstop invoeren of een ingevoerde tussenstop weer wissen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Bestemming invoeren. >P > Druk op de toets Tuss. toev..
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Gehele route weergeven (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt de gehele route naar de bestemming op de kaart laten weergeven. Bovendien kunt u een complete routebeschrijving bekijken en bepaalde delen van de route/straten permanent blokkeren. Als verdere optie kunt u de verschillende routes die u bij de routeopties kunt instellen, laten weergeven en indien gewenst ook kiezen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Route wrg..
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > GB >F >I > Kies Voor huidige route blokkeren om het deel van de route alleen voor de huidige routebegeleiding te blokkeren. >E >P Opmerking: Bij een traject van meer dan 10 km kunt u in een submenu aangeven of het gehele traject of slechts een deel van het traject moet worden geblokkeerd. > NL > DK >S > Kies Permanent blokkeren om het deel van de route ook voor toekomstige routebegeleidingen te blokkeren.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Verschillende routetypes weergeven/ kiezen U kunt de verschillende routes door de Traffic Assist op een scherm laten weergeven. > Druk met de gehele route op het scherm op de toets Alternatief. Na korte tijd verschijnt de kaart. De afzonderlijke routes worden achter elkaar berekend en op de kaart ingetekend.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE • Met Omhoog en Omlaag de volgorde van de etappes wijzigen. • Met Plaats wissen de gekozen etappe wissen. • Met Geleiding starten die navigatie voor de gekozen etappe starten. • Geef met Laadtijd instellen: de vermoedelijke laadtijd op. >D > GB >F >I >E Bestemming overslaan Als er een geplande route met meerdere bestemmingen actief is, kunt u de actuele bestemming van de route wissen. Vervolgens wordt de navigatie naar de volgende bestemming gestart.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Positie opslaan U kunt de huidige positie opslaan. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Positie opslaan. > Voer de gewenste naam voor de positie in. > Druk op de toets om de naam te bevestigen. Telefoon oproepen U kunt de telefoonfuncties opvragen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Telefoon. De telefoonfunctie wordt opgeroepen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > GB >F >I > Selecteer in de weergegeven lijst de gewenste functie. > Bevestig uw keuze door het indrukken van de toets OK. Het kaartscherm verschijnt en bij de volgende keer opvragen van het menu Opties heeft de sneltoets de door u geselecteerde functie.
TELEFOONFUNCTIE U kunt uw Traffic Assist verbinden met een mobiele telefoon die over Bluetooth® wireless technology beschikt. Uw Traffic Assist fungeert dan als uiterst comfortabele handsfree-installatie. TELEFOONFUNCTIE Opmerkingen: • Bij sommige met Bluetooth® wireless technology uitgevoerde mobiele telefoons zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. • Bij de onderstaande beschrijvingen wordt aangenomen dat Bluetooth op de telefoon ingeschakeld is.
>>> TELEFOONFUNCTIE Traffic Assist probeert nu een verbinding tot stand te brengen met de mobiele telefoon waarmee het laatst een verbinding tot stand is gekomen. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt korte tijd het telefoonmenu. Als nog geen verbinding met een mobiele telefoon bestaat of als het laatst verbonden toestel niet beschikbaar is, verschijnt de volgende melding.
TELEFOONFUNCTIE Opmerking: Druk op de toets om een ingevoerd teken te wissen. Druk op de toets Pauze om tijdens het kiezen een pauze in te voeren. > Druk op de toets Kiezen. De Traffic Assist probeert nu een verbinding tot stand te brengen met het ingevoerde telefoonnummer. Meer informatie over de verdere bediening vindt u onder 'Telefoongesprekken' op pagina 105.
>>> TELEFOONFUNCTIE >D > Kies in het invoermenu de beginletter van de gezochte vermelding. Opmerkingen: • Als u bijvoorbeeld de letters 'M' en 'I' hebt ingevoerd, worden vermeldingen weergegeven waarvan de achternaam of voornaam met 'MI' begint. Zoals bijvoorbeeld 'Miller John' of 'Bauer Michael'. • U kunt de beginletter van de achternaam gevolgd door een spatie (toets ) en vervolgens de beginletter van de voornaam invoeren.
TELEFOONFUNCTIE SMS-berichten Voor zover deze functie door de mobiele telefoon wordt ondersteund, worden alle SMS-berichten op de SIM-kaart en in het geheugen van de mobiele telefoon in de Traffic Assist geladen. De SMS-berichten kunnen hier worden weergegeven, voorgelezen en bewerkt. > Druk in het telefoonmenu op het keuzeveld SMS. Het gekozen SMS-bericht wordt weergegeven. > Druk op de toets Oplezen om het bericht te laten voorlezen.
>>> TELEFOONFUNCTIE Binnenkomend SMS-bericht Een binnenkomend SMS-bericht wordt afhankelijk van de instelling onder 'SMSaankondiging' op pagina 110 op verschillende wijze aangeduid. Bij de instelling Pop-up tonen verschijnt bij een nieuw SMS-bericht het volgende menu. >D > GB >F >I >E >P Nummerlijsten In de nummerlijsten worden de laatst gekozen, aangenomen of nietaangenomen nummers of namen in chronologische volgorde weergegeven.
TELEFOONFUNCTIE Gebruikte pictogrammen In de nummerlijst worden de volgende pictogrammen gebruikt. Pictogram Betekenis Deze vermelding is een standaardvermelding zonder bijzonderheden. Deze vermelding is beveiligd. Als de nummerlijst vol is, wordt deze vermelding niet automatisch gewist. U kunt dit indien gewenst handmatig doen. Bij een beveiligde vermelding kunt u de positie ook in de snelkoppeling vastleggen.
>>> TELEFOONFUNCTIE >D Van de mobiele telefoon geladen lijsten > Roep in de nummerlijst de desbetreffende lijst op via de toetsen Gemist, Aangenomen en Gekozen. > GB >F >I >E >P Met de toetsen kunt u in de desbetreffende pijlrichting in de lijst bladeren. > Druk op de toets met de gewenste vermelding om het bellen te starten.
TELEFOONFUNCTIE Automatische verbinding Uw Traffic Assist probeert na het inschakelen een verbinding tot stand te brengen met de mobiele telefoon waarmee het laatst een verbinding tot stand is gekomen. Keuze Betekenis Invoer bevei- Het apparaat wordt ligen tegen automatisch verwijderen beveiligd (alleen bij onbeveiligde apparaten beschikbaar). Beveil. ophef- De beveiliging van het fen apparaat wordt opgeheven (alleen bij onbeveiligde apparaten beschikbaar).
>>> TELEFOONFUNCTIE >D > GB >F >I > Druk nu op de naam van de mobiele telefoon die u wilt verbinden. De Traffic Assist probeert nu de verbinding tot stand te brengen. De mobiele telefoon moet nu om de invoer van een wachtwoord vragen. Dit wachtwoord wordt door de Traffic Assist bepaald. >E >P > NL > DK >S Vanuit de apparaatlijst verbinden Vanuit de apparaatlijst kunt een verbinding met een mobiele telefoons tot stand brengen.
TELEFOONFUNCTIE Verbinding met telefoon verbreken U kunt de verbinding met de momenteel via Bluetooth verbonden mobiele telefoon verbreken. Telefoongesprekken Onder het gedeelte Telefoongesprekken vindt u een overzicht van de bedieningsopties voor het tot stand brengen van een gesprek, het aannemen van een oproep en het beëindigen van een gesprek. >>> Oproep aannemen Bij een binnenkomende oproep hoort u een beltoon. Bovendien verschijnt het volgende display.
>>> TELEFOONFUNCTIE Keuze >D Negeren > GB >F >I Betekenis De beltoon wordt uitgeschakeld. Het laatste actieve display verschijnt. Het gesprek wordt beëindigd als de beller ophangt. Als u zoals onder 'Automatisch aannemen' op pagina 109 beschreven het automatisch aannemen van oproepen inschakelt, verschijnt bij de toets Aannemen bovendien de tijd tot aan het aannemen van de oproep.
TELEFOONFUNCTIE > Druk op de toets Opties om het optiemenu van het gespreksscherm op te roepen. • Volume Door op de toets Volume te drukken, kunt u de volume-instelling oproepen. Zie 'Volume van de telefoon' op pagina 109. • Microfoon uit/Microfoon aan Voor een privégesprek in de auto kunt u de microfoon van de Traffic Assist uitschakelen. De gesprekspartner aan de telefoon hoort dan niets. Druk op de toets Microfoon uit om de microfoon uit te schakelen.
>>> TELEFOONFUNCTIE >D U komt in het telefooninstellingen. > GB menu voor de Structuur In het menu staan u verschillende pagina’s met de functies ter beschikking: >F >I Bluetooth in-/uitschakelen Met de toets Bluetooth kunt u Bluetooth in- of uitschakelen. > Druk in het instellingenmenu op de toets Bluetooth. Naargelang de vorige instelling schakelt u Bluetooth in of uit.
TELEFOONFUNCTIE Automatisch aannemen Volume van de telefoon Telefoonboek bijwerken Met deze functie kunt u instellen of en na hoeveel tijd een binnenkomende oproep automatisch wordt aangenomen. U kunt met deze functie het beltoonvolume en het gespreksvolume instellen. Met deze functie kunt u de opgeslagen telefoonboekvermeldingen in de Traffic Assist bijwerken en opnieuw overdragen. >>> >D > GB >F > Druk in het instellingenmenu op de toets Autom.aangen..
>>> >D > GB >F TELEFOONFUNCTIE Bluetooth-naam SMS-aankondiging Met deze functie kunt u voor uw Traffic Assist een naam opgeven. Deze toegekende naam wordt door andere Bluetooth-apparaten weergegeven. Met deze functie kunt u instellen wat er op de Traffic Assist moet gebeuren zodra een nieuw SMS-bericht wordt ontvangen. >I > Druk in het instellingenmenu op de toets Bluetooth-naam. >E > Druk in het instellingenmenu op de toets SMS-signaal.
TOETS EXTRA Onder Extra vindt u de volgende functies: • MP3-speler* • Picture Viewer* • Videoplayer* • Landspecifieke informatie Via het hoofdmenu gaat u naar het menu Extra. toets Extra Mp3-speler* Met de mp3-speler kunt u de mp3-titels op een geplaatste micro-SD-geheugenkaart of in het interne geheugen afspelen. >>> Titel kiezen Titels kunnen via het keuzemenu worden gekozen. >D > GB >F >I >E > Druk in het hoofdmenu op Extra’s. Het menu Extra wordt weergegeven.
>>> TOETS EXTRA • Genres Na het kiezen van Genres worden de titels op de geheugenkaart gesorteerd op genres (bijv. rock, pop) ter keuze aangeboden. • Albums Na het kiezen van Albums worden de titels op de geheugenkaart gesorteerd op albums ter keuze aangeboden. • Mappen Na het kiezen van Mappen kunt u de titel van de geheugenkaart aan de hand van de mappenstructuur op de geheugenkaart kiezen.
TOETS EXTRA Het weergavemenu In het weergavemenu kunt u de weergave van de mp3-titels aansturen.
>>> TOETS EXTRA >D Titelherhaling/shuffle U kunt een nummer steeds laten herhalen of de nummers in een willekeurige volgorde laten afspelen. > GB >F Volume instellen U kunt het volume van de mp3-weergave instellen. !Let op! Stel het geluidsvolume zo in dat u de omgevingsgeluiden goed kunt waarnemen. >I > Druk in het weergavemenu op >E . >P > Druk steeds op de knop met het pijltje totdat de gewenste functie is ingeschakeld. Het weergegeven pictogram verandert al naar gelang de gewenste functie.
TOETS EXTRA Picture Viewer* >>> Het Picture Viewer-menu In het Picture Viewer-menu kunt u afbeeldingen selecteren, een diapresentatie starten en de instellingen opvragen. Opmerking: U kunt de Picture Viewer niet tijdens de navigatie opvragen. Met de Picture Viewer kunt u de afbeeldingen op een geplaatste micro-SD-geheugenkaart of in het interne geheugen bekijken. De indelingen jpg en bmp worden ondersteund. U wordt gemeld dat de Picture Viewer onderweg niet mag worden gebruikt.
>>> TOETS EXTRA Afbeelding selecteren >D > GB >F Druk op de knoppen rechts en links naast de afbeelding om naar de volgende resp. vorige afbeelding te gaan. Druk midden op de afbeelding om het afbeeldingenmenu te verbergen. Afbeelding vergroten > Laat het afbeeldingenmenu verschijnen. > Druk op de toets Zoomen. >I >E > Kies in het Picture Viewer-menu de gewenste map en vervolgens de gewenste afbeelding. Met de toets en en kunt u de andere pagina’s met afbeeldingen en mappen opvragen.
TOETS EXTRA Afbeeldinginformatie weergeven > Laat het afbeeldingenmenu verschijnen. > Druk op de toets EXIF. Er verschijnt informatie over de huidige afbeelding. > Druk op de toets om de informatie af te sluiten. >>> Diavoorstelling Tijdens de diavoorstelling verschijnen afbeeldingen van het huidige mapniveau automatisch achter elkaar. > Druk in het Picture Viewer-menu op de toets Diashow.
>>> TOETS EXTRA Videoplayer* >D Opmerking: U kunt de videoplayer niet tijdens de navigatie opvragen. U mag de videoplayer onderweg niet gebruiken. > GB >F >I >E Met de videoplayer kunt u de video's op een geplaatste micro-SD-geheugenkaart of in het interne geheugen bekijken. De Traffic Assist ondersteunt het mpeg4 part2 videoformaat met de extensie .avi. >P > NL > DK U wordt gemeld dat de videospeler onderweg niet mag worden gebruikt. Neem deze melding in acht.
TOETS EXTRA Videomenu weergeven In het videomenu kunt u de weergave van de video aansturen. > Druk tijdens een video in de volledigeschermmodus op het scherm. 8 1 2 7 6 5 4 Afspelen De weergegeven video wordt met de volgende toets afgespeeld: Weergave onderbreken U kunt de weergave te allen tijde onderbreken en weer voortzetten. > Druk op de toets met het pictogram Afspelen. De videoplayer start de weergave. De weergave van de toets schakelt over op het pictogram Pauze.
>>> TOETS EXTRA >D Volume instellen U kunt het volume van de mp3-weergave instellen. > GB !Let op! >F Stel het geluidsvolume zo in dat u de omgevingsgeluiden goed kunt waarnemen. >I > Druk in het weergavemenu op >E Landspecifieke informatie Met de landspecifieke informatie kunt u voor veel landen specifieke informatie (toegestane maximumsnelheid, promillagegrenzen, enz.) laten weergeven. De landspecifieke informatie (toegestane maximumsnelheid, promillagegrenzen, enz.) wordt weergeven. .
TOETS EXTRA >>> Symbool Betekenis Maximumsnelheid binnen de bebouwde kom >D > GB Maximumsnelheid buiten de bebouwde kom >F >I Maximumsnelheid op de autosnelweg >E Promillagegrens >P > NL Veiligheidsvest verplicht > DK Licht voeren overdag verplicht >S >N Sleepkabel in de auto verplicht > FIN Reservelampjes in de auto verplicht > TR Brandblusser in de auto verplicht Door op OK of op u het menu.
>>> INSTELLINGEN Systeeminstellingen selecteren Instellingen >D > GB U kunt verschillende elementaire instellingen voor alle toepassingen van de Traffic Assist configureren. >F >I >E >P > NL > DK > Druk in het hoofdmenu op Instell.. >S >N > FIN > TR > Druk op de toets Systeeminst.. Het menu van de systeeminstellingen wordt opgeroepen. > GR > PL > CZ >H > SK 122 Het menu Systeeminstellingen Het menu Systeeminstellingen biedt de keuze uit de verschillende instelopties.
INSTELLINGEN De afzonderlijke menuopties Accu Uw Traffic Assist kan met een externe stroomvoorziening of met de ingebouwde accu werken. Opmerking: Bij het werken met accu is de actuele ladingstoestand belangrijk. Als er nog maar weinig energie ter beschikking staat, kan. B. de navigatie niet meer tot aan de bestemming worden volgehouden. Het laadniveau verschijnt op basis van de peilindicator. In dit voorbeeld is de accu nog voor ca. twee derde geladen.
>>> INSTELLINGEN >D Kalibrering Als het touchscreen niet goed op het aantippen van velden reageert, moet u het systeem kalibreren. > GB >F Kalibreren starten Met de volgende toets kunt u het kalibreren starten: >I >E >P Helderheid U kunt de helderheid van het display voor de dag- en nachtweergave apart instellen. Met de volgende toets kunt u de instelling opvragen: > DK >S > Druk op de toets Taal. Op het display verschijnt de taalkeuze.
INSTELLINGEN Bladeren Met de toets en kunt u in de desbetreffende pijlrichting in de lijstweergave bladeren. Taal selecteren > Druk op het keuzeveld van de gewenste taal. > Bevestig uw keuze door de knop OK in te drukken. Er verschijnt een melding dat de software opnieuw wordt gestart en de vraag of u de taal inderdaad wenst te wijzigen. > Bevestig de boodschap met Ja. Taalkeuze afbreken Door indrukken van de toets wordt de taalkeuze afgebroken en verschijnt het menu Instellingen.
>>> INSTELLINGEN >D Kleur instellen U kunt de kleur van de pictogrammen en andere designelementen veranderen. > GB >F > Druk op de toets Kleuren. >I >E >P 1 2 > NL Fabrieksinstellingen U kunt de fabrieksinstellingen voor de Traffic Assist herstellen. Hierbij worden de volgende gewijzigde gegevens gewist: opgeslagen bestemmingen, opgeslagen routes, het huisadres, de telefoongegevens, in het interne geheugen opgeslagen afbeeldingen, video's, enz.
INSTELLINGEN >>> My XTRAS U kunt laten weergeven welke inhoud op uw Traffic Assist is geïnstalleerd, welke inhoud al is bijgewerkt, welke inhoud is gekocht en welke extra inhoud nog via de Contentmanager kan worden aangeschaft. >D > GB >F >I >E > Druk op de toets XTRAS. >P > NL > DK >S >N > Druk op de toets met de informatie over de gewenste inhoud. De inhoud wordt weergegeven. Door op de verschillende inhoud te drukken, kunt u extra informatie bekijken.
>>> TERMINOLOGIE GMT (Greenwich Mean Time) Midden-Europese tijd De tijd op de lengtegraad 0 (de lengtegraad die over Greenwich, Groot-Brittannië loopt). Deze tijd wordt wereldwijd als standaardtijd voor de synchronisatie van dataregistratie gebruikt. Terminologie >D > GB >F >I >E Bluetooth Draadloze datacommunicatietechniek voor afstanden tot ca. 10 meter. >P > NL > DK GPS (Global Positioning System) GPS bepaalt m.b.v. van satellieten uw actuele geografische positie. Dit wordt gedaan d.m.v.
TERMINOLOGIE >>> TMC (Traffic Message Channel) Verkeersberichten die door sommige FMzenders via RDS worden ovegebracht. Basis voor de dynamische navigatie. >D > GB >F USB (Universal Serial Bus) De Universal Serial Bus (USB) is een bussysteem om een computer aan te sluiten op externe USB-randapparatuur, voor het uitwisselen van data.
Trefworden >>> TREFWORDEN Numerics 3D-gebouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 3D-weergave . . . . . . . . . . . . . . . 60, 82 >D > GB A >F aankomsttijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Aanwijzingsborden weergeven . . . . . 64 Adres invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Adres via spraak invoeren . . . . . . . . . 44 Automatisch aannemen . . . . . . . . . 109 Automatisch verbinden . . . . . . . . . 108 Automatische verbinding . . . . . . . .
TREFWORDEN G I L Geblokkeerde straten . . . . . . . . . . . . . 68 Gebouwen in 3D . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Geografische coördinaten . . . . . . . . . 55 Gesprek aannemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 beëindigen . . . . . . . . . . . .105, 106 negeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 weigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Gesprekslijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 GMT . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
>>> >D > GB >F >I >E >P TREFWORDEN N R Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 afbreken . . . . . . . . . . . . . . . 26, 80 starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Nieuwe bestemming . . . . . . . . . . . . . 37 Nummer kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Nummerlijst bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 doorbladeren . . . . . . . . . . . . . . 101 Nummer kiezen . . . . . . . . . . . 101 Nummerlijsten . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Reglementair gebruik . . .
TREFWORDEN >>> U USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 >D > GB V >F Veerboten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . .6, 34 Verkeersinformatie . . . . . . . . . .57, 120 Videoplayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Weergave onderbreken . . . . . . . 119 Voertuigprofiel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 kiezen . . . . . . . . . . . . . .
>>> TECHNISCHE SPECIFICATIES Technische specificaties • Afmetingen: (b x h x d) in mm 126,4 x 81,4 x 19,7 • Gewicht: 214 gram • Processor: 600 MHz-processor • Beeldscherm: 4,3 inch touchscreen 6400 Kleuren Reflectie-arm Displayresolutie: 480 horizontaal en 272 verticaal • Geheugen: 4 GB Flash-geheugen 128 MB SD-RAM • Micro SD-kaartlezer: Ondersteuning tot 8 GB class 6 SDHC FAT 32 formatteerd • USB-interface: USB Client 2.
NORMEN EN RICHTLIJNEN Geachte klant, Dit apparaat mag volgens de geldende EG-richtlijn door iedereen worden gebruikt. Dit toestel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlijnen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit is voldaan.
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN Afvoer van het apparaat >D Informatie voor de klant m.b.t. de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur (privéhuishoudens) Overeenkomstig de zelf voorgeschreven bedrijfsprincipes van Harman/Becker Automotive Systems GmbH werd dit product uit hoogwaardige en recyclebare materialen en componenten ontwikkeld en vervaardigd.
NORMEN EN RICHTLIJNEN >>> Afvoer van de accu >D Informatieplicht conform het Besluit verwijdering batterijen > GB Batterijen en accu's horen niet in de vuilnisbak. De consument is wettelijk verplicht afgedankte batterijen en accu's in te leveren. U kunt deze op alle plaatsen waar batterijen worden verkocht en bij de verzamelpunten van uw gemeente inleveren. Hiermee levert u een concrete bijdrage aan de bescherming van het milieu.
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN 5 >D > GB >F >I >E 4 >P 3 > NL > DK 2 1 >S >N > Zorg ervoor dat de accu helemaal ontladen is (apparaat zonder externe voeding ingeschakeld laten tot het vanzelf uitschakelt). > Verwijder de twee rubberafdekkingen 1 via de schroefgaten. > Draai de twee schroeven 2 met een kleine kruiskopschroevendraaier uit de behuizing. > Wip met een sleufschroevendraaier (bij de sleuven aan de zijkanten van de behuizing ) de achterkant van de behuizing 3 eraf.