Operation Manual
50
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Bevestig uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Kaartinfo
In het instellingenvenster Kaartinfo kunt
u de extra informatie in de kaartweergave
instellen.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Kaartinfo.
Het venster Kaartinfo wordt weergege-
ven.
> Druk op de gewenste vermelding op de
desbetreffende functie in of uit te
schakelen .
U kunt ook vastleggen of en welke symbo-
len voor bijzondere bestemmingen op de
kaart moeten worden weergegeven.
> Druk op de toets
POI-categ.
selecteren
.
Door drukken op de pijl-
toets en wordt de auto-
matische zenderzoek-
functie geactiveerd. De
TMC-zender die nu
wordt ontvangen, wordt
in het veld daarnaast ge-
toond. Het instellen is al-
leen mogelijk als de func-
tie
Zender autom. inst.
uitgeschakeld is.
Herberek. Met dit keuzevlak kunt u
kiezen of een routeveran-
dering
Nooit,
Automatisch of Handm.
plaatsvindt. (Zie 'Reke-
ning houden met berich-
ten voor de routebereke-
ning' op pagina 57.) De
instelling
Nooit komt
overeen met het uitscha-
kelen van de TMC-func-
tionaliteit.
Instelling Betekenis
Instelling Betekenis
Straatnamen
2D
Bij het inschakelen van
de vermelding verschij-
nen op de kaart alle
straatnamen in de twee-
dimensionale modus.
Straatnamen
3D
Na het inschakelen van
de vermelding verschij-
nen op de kaart alle
straatnamen in de driedi-
mensionale modus.
Infobox
(hoogte,
snelh.)
Na het inschakelen van
de vermelding verschij-
nen op de kaart de snel-
heid en de hoogte boven
zeeniveau.










