Operation Manual
76
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Traject blokkeren
U kunt een vóór u liggend deel van het
traject blokkeren. U legt hierbij een be-
paald traject vast waar u niet wilt rijden.
De Traffic Assist probeert daarna een om-
leiding te berekenen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Blokkeren.
> Kies met een van de toetsen de gewenste
lengte van de blokkering.
> U kunt nu kiezen of dit traject perma-
nent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
De verdere bediening komt overeen met
de beschrijving onder 'De toets Geblok-
keerde wegen' op pagina 62.
Kaartweergave omschakelen
U kunt de kaartweergave tussen 3D- of
2D-weergave, een gedeeld beeldscherm
met 3D- of 2D-weergave of de pijlweerga-
ve omschakelen.
*Ook kunt u instellen of in 3D-weergave
in steden beschikbare 3D-gebouwen wel
of niet moeten worden weergegeven.
In de uitgebreide instellingen kunt u kie-
zen uit nog meer instelopties.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Kaartvenster.
Zie voor de verdere bediening de beschrij-
ving onder 'De toets Kaartvenster' op
pagina 55.
Aanwijzingen:
• De gekozen lengte van de blokkering is
slechts een benadering, omdat de wer-
kelijk geblokkeerde afstand afhankelijk
is van de beschikbaarheid van een afrit.
• U kunt ook bepalen of het traject per-
manent of alleen voor de actuele route
moet worden geblokkeerd.
Aanwijzingen:
• Als geen navigatie actief is, kunt u al-
leen tussen 200 en 500 m (250 en 500
yards) kiezen. U kunt dan direct bepa-
len op welke dagen en op welke tijden
het traject moet worden geblokkeerd.
• Door op de toets
Alle tijdelijke
blokkeringen wissen
te drukken, wor-
den alle tijdelijke blokkeringen opge-
heven.
1 2 3
4
*Functie kan via de Contentmanager naderhand worden geactiveerd.










