Operation Manual
33
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Gebruikte pictogrammen
In het overzicht bestemmingen worden de
volgende pictogrammen gebruikt.
Snelkoppeling bedienen
Met aanwezige bestemming starten.
De bestemmingen in de snelkoppeling
verschijnen in de bestemmingenlijst.
> Druk op de toets met de gewenste be-
stemming om de routeberekening te
starten.
De berekening wordt gestart.
Na het berekenen verschijnt de kaartweer-
gave en begint de navigatie.
In het bestemmingsgeheugen bladeren
Met de toets en kunt u in de
desbetreffende pijlrichting in de lijstweer-
gave bladeren.
Bestemming weergeven of bewerken
Elke bestemming in de snelkoppeling kan
worden weergegeven of bewerkt.
> Druk op het toets enpaneel links naast
de gewenste bestemming.
> Op het display verschijnt een keuzeme-
nu.
Picto-
gram
Betekenis
Deze bestemming is een stan-
daardbestemming zonder bij-
zonderheden.
Deze bestemming is beveiligd.
Als het bestemmingengeheu-
gen vol is, wordt deze bestem-
ming niet automatisch gewist.
U kunt dit indien gewenst
handmatig doen.
Bij een beveiligde vermelding
kunt u de positie ook in de
snelkoppeling vastleggen.
Deze bestemming is het huidi-
ge thuisadres.
Keuze Betekenis
Details weer-
geven
De gegevens m.b.t. de be-
stemming worden weerge-
geven. Via dit scherm kunt
u de bestemming op de
kaart weergeven, de route
weergeven of de navigatie
starten.
Naaminvoer De naam van de bestem-
ming kan worden gewij-
zigd. De bestemming
wordt automatisch bevei-
ligd als deze een naam
heeft.










