Bedieningshandleiding
Inhoudsopgave >>> INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 2 >D Veiligheidsvoorschriften 5 > GB De Traffic Assist Inhoud van de gebruiksaanwijzing Gebruik 7 7 7 >F Navigatie Telefoon* >I De Traffic Assist uitpakken >E Levering controleren Levering Bij reclamaties Behandeling van de verpakking >P > NL Beschrijving van het apparaat > DK Traffic Assist - basisapparaat Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Accu USB-verbindingskabel Apparaathouder Accessoires Voeding stopcontact >S >N > FIN
INHOUDSOPGAVE Het menu Bestemmingen invoeren Structuur van het menu Bestemming invoeren Adres invoeren POI selecteren Persoonlijke bestemmingen Contacten Op kaart selecteren Geo-coördinaten invoeren Route plannen Bestemming invoeren Land kiezen Adres kiezen en routebegeleiding starten Bijzondere bestemmingen Bijzondere bestemming in de omgeving Bijzondere bestemming bij een adres Bijzondere bestemming in de omgeving van de bestemming Bijzondere bestemming rechtstreeks invoeren Telefoonnummers van bijzondere
>>> INHOUDSOPGAVE Telefoon oproepen* Display uitschakelen Sneltoetsen definiëren >D TELEFOONFUNCTIE* Telefoonfunctie oproepen Telefoonmenu > GB >F Nummer kiezen Telefoonboek Nummerlijsten Gebruikte pictogrammen In de nummerlijst bladeren Bestaande nummers kiezen Vermeldingen weergeven of bewerken Van de mobiele telefoon geladen lijsten Bluetooth-telefoons aansluiten Apparaatlijst oproepen Automatische verbinding Mobiele telefoons zoeken Vanuit de apparaatlijst verbinden Verbinding vanuit de mobiele tel
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN >>> Veiligheidsvoorschriften >D !Veiligheidsvoorschriften > GB • Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent, dat u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt hinderen of tot last zult zijn. >F >I • In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming worden ingevoerd.
>>> VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden overschreden. Als u dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en kan de accu exploderen. >D > GB • Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot verlies van de vergunning. >F >I • Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER.
DE TRAFFIC ASSIST Inhoud van de gebruiksaanwijzing De Traffic Assist In deze gebruiksaanwijzing worden de toestellen Traffic Assist Z112, Traffic Assist Z113 en Traffic Assist Z116 beschreven. Op enkele plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zijn er verschillen tussen de genoemde toestellen. Deze verschillen worden door een sterretje gemarkeerd en in een voetnoot toegelicht. Functies die alleen als optie ter beschikking staan, zijn eveneens met een sterretje (*) en een bijbehorende voetnoot gemarkeerd.
>>> >D > GB >F >I >E >P > NL DE TRAFFIC ASSIST Telefoon* De Traffic Assist uitpakken Uw Traffic Assist is uitgerust met Bluetooth® wireless technology. Via Bluetooth® kunt u verbinding maken met een mobiele telefoon met Bluetooth® wireless technology. Uw Traffic Assist fungeert dan als uiterst comfortabele handsfree-installatie. Bovendien kunt u het adres- en telefoonboek van de mobiele telefoon bekijken. Opmerking: Uw Traffic Assist wordt in een stevige verpakking geleverd.
DE TRAFFIC ASSIST Bij reclamaties Neem in geval van reclamaties contact op met uw leverancier. Het apparaat kan ook in de originale verpakking rechtstreeks aan Harman/Becker worden gestuurd. Behandeling van de verpakking De originele verpakking moet minimaal gedurende de garantietijd op een droge plaats worden bewaard. Opmerking: De verpakking moet overeenkomstig de landspecifieke voorschriften als afval worden behandeld. De verpakking mag niet worden verbrand.
>>> DE TRAFFIC ASSIST >D Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Deze kabel maakt het mogelijk om het apparaat op de sigarettenaansteker van het voertuig aan te sluiten. Eisen die aan de voedingsspanning worden gesteld zijn: • gelijkstroom 12/24 volt 0,5 ampère > GB >F >I >E >P Accu > NL Na het ontladen van de geïntegreerde accu kan deze door het aansluiten van de Traffic Assist op de voeding weer worden opgeladen.
DE TRAFFIC ASSIST Aanwijzingen ten aanzien van de documentatie Quick Start Guide Voor een snelle inleiding tot de bedieningsopties van uw Traffic Assist verwijzen wij u naar de Quick Start Guide. In de Quick Start Guide vindt u nadere uitleg over de meest belangrijke basisfuncties van de Traffic Assist. Bedieningshandleiding Een uitvoerige beschrijving van de werking van de Traffic Assist vindt u in deze handleiding. >>> Registratie >D U kunt zich laten registreren bij onze software-service.
>>> OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >D 1 > GB 2 >F >I >E >P > NL > DK 4 >S >N Omvang levering 1 Traffic Assist - PND (Personal Navigation Device) 2 USB-verbindingskabel 3 Apparaathouder met draagplaat 4 Kabel voor voeding via de sigarettenaansteker (12/24 volt) met ingebouwde TMC-antenne* Overzicht Traffic Assist > FIN > TR > GR > PL > CZ >H > SK 12 *Geldt niet voor de Traffic Assist Z112 3
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >>> >D 2 > GB >F >I >E 3 >P 4 > NL > DK 1 >S >N > FIN Apparaatfront met bedienings- en weergave-elementen 1 Becker-toets ( ) Drukken = in de meeste toepassingen de functie Terug Lang drukken = hoofdmenu oproepen 2 Touchscreen met gekozen hoofdmenu 3 Touchscreen-toets indrukken = activeren van het desbetreffende toetscommando 4 Microfoon* > TR > GR > PL > CZ >H > SK *Geldt alleen voor de Traffic Assist Z116 13
>>> OVERZICHT TRAFFIC ASSIST >D > GB >F >I >E 1 >P 2 3 > NL > DK >S >N > FIN Bovenkant van het toestel 1 De Traffic Assist in-/uitschakelen (stand-by) > TR > GR > PL > CZ >H > SK 14 Onderkant van het toestel 2 Sleuf voor micro-SD-kaart 3 Mini-USB-aansluiting/voedingsaansluiting 4 On/Off-schakelaar 4
ALGEMENE BEDIENING Onderhoud en verzorging Algemene bediening Het toestel is onderhoudsvrij. Ter verzorging kan een standaard reinigingsmiddel voor elektronische apparatuur met een vochtige, zachte doek worden aangebracht. !Gevaar! Levensgevaar door elektrische schokken. Schakel het toestel vóór het verzorgen van het toestel, de meegeleverde onderdelen en de accessoires altijd uit en verwijder de voeding. Opmerkingen: gebruik geen agressieve of schurende middelen of wislappen die het oppervlak bekrassen.
>>> >D > GB >F >I >E >P > NL > DK >S >N > FIN > TR > GR > PL > CZ >H > SK 16 ALGEMENE BEDIENING Accukwaliteit Displaykwaliteit De capaciteit van de accu van uw mobiele navigatietoestel neemt bij elke laad-/ontlaadcyclus af. Ook kan de capaciteit als gevolg van ondeskundige opslag bij een te hoge of lage temperatuur langzamerhand afnemen. Op deze wijze kan de bedrijfstijd ook bij een volle accu aanzienlijk worden verkort.
ALGEMENE BEDIENING Voeding via accu's De interne voeding wordt verzorgd via een ingebouwde accu. De accu is onderhoudsvrij en behoeft geen bijzondere verzorging. Opmerking: Bij een volledig ontladen accu kan het tot een minuut duren voordat het toestel weer kan worden ingeschakeld. Opmerking: Neem bij een defecte accu contact op met de dealer. Probeer de accu niet zelf uit te bouwen. Aansluiten op de sigarettenaansteker > Steek de adapter in de sigarettenaansteker.
>>> >D > GB ALGEMENE BEDIENING Aansluiten op het stopcontact TMC-antenne* !Levensgevaar! De meegeleverde TMC-antenne is in de voedingskabel geïntegreerd. De TMC-antenne loopt bij levering parallel met de kabel voor de sigarettenaansteker. Als het TMC-ontvangst niet voldoet, dient u de kabel van de TMC-antenne van de kabel voor de sigarettenaansteker te verwijderen. Met de meegeleverde zuignap kunt u de TMC-antenne dan aan de voorruit bevestigen.
ALGEMENE BEDIENING Geheugenkaart Uw Traffic Assist beschikt over een sleuf voor een micro-SD-geheugenkaart. Omdat bij de Traffic Assist de kaartgegevens in een intern geheugen opgeslagen zijn, wordt de sleuf voor een micro-SDgeheugenkaart voor updates gebruikt. De geheugenkaart kan ook voor een uitbreiding van de kaartgegevens worden gebruikt. Geheugenkaart plaatsen > Haal de Memory Card uit de verpakking zonder de contacten aan te raken en vuil te laten worden.
>>> ALGEMENE BEDIENING 1 >D De apparaathouder aanbrengen 6 > GB >F >I >E >P > NL > DK 2 >S 1 2 3 4 5 6 >N > FIN > TR > GR > PL > CZ >H > SK 20 3 Zuignap Hendel Voet Klemschroef Draagplaat Ongrendelknop 4 5 Opmerking: Bevestig de toestelhouder zodanig dat deze uw zicht met gemonteerde Traffic Assist niet inperkt en zich niet in het activeringsgebied van de airbag bevindt.
ALGEMENE BEDIENING Apparaathouder verstellen > Draai de klemschroeven 4 los tot de draagplaat 5 zonder veel kracht kan worden bewogen. > Zet de draagplaat 5 in de gewenste positie en houd de draagplaat in deze positie vast. > Draai de klemschroeven 4 weer zodanig vast dat de Traffic Assist tijdens het rijden veilig vast blijft zitten. Traffic Assist in-/uitschakelen Met de On/Off-schakelaar 1 kunt u de Traffic Assist inschakelen of helemaal uitschakelen.
>>> ALGEMENE BEDIENING >D > Druk op het keuzeveld van de gewenste taal. > Bevestig uw keuze door de knop OK in te drukken. > GB Uitschakelen >F >I > Als u deze boodschap accepteert, drukt u op de knop OK >E >P > NL > Selecteer nu de gewenste spreker. > DK Opmerking:* Sprekers die met (TTS) worden aangeduid, ondersteunen de weergave van teksten via spraak (bijv. straten melden).
ALGEMENE BEDIENING Het touchscreen De Traffic Assist is voorzien van een touchscreen. Bediening Als u een keuzeveld van het touchscreen aanraakt, verschijnt ter bevestiging van uw keuze kort een rood kader om dit keuzeveld. Als een keuzeveld aanraakt dat momenteel niet actief is, klinkt een kort signaal. Kalibrering Opmerking: Om het oppervlak van het display niet te beschadigen, mag dit alleen met de vingers of een stomp, niet smerend voorwerp worden aangeraakt.
>>> ALGEMENE BEDIENING >D *Op het symbool van knop Telefoon ziet u of er al een telefoon verbonden is. > GB 2 1 >F Als er al een navigatie actief is, verschijnt tussen de beide knoppenrijen het huidige bestemmingsadres en een knop voor het afbreken van de navigatie. 1 Telefoon verbonden 2 Telefoonniet verbonden >I >E Links op de knop Bestemming selecteren geeft een satellietsymbool aan of er momenteel GPS-ontvangst is.
ALGEMENE BEDIENING Tekens invoeren De tekens worden door het indrukken van de toetsen in het middengebied ingevoerd. Nadat de invoer is beëindigd, wordt deze met behulp van de toets afgesloten en voor bewerking aan de Traffic Assist doorgegeven. Bij de invoer van de navigatiebestemming vergelijkt de Traffic Assist de gegevens met het databestand. U kunt steeds alleen kiezen uit de op dat moment mogelijke letters. Tekens die u niet kunt kiezen, worden met een lichtere kleur weergegeven.
>>> ALGEMENE BEDIENING Andere tekensets Voor het toetsenbord van de Traffic Assist kunnen diverse tekensets worden ingesteld. De keuzelijst verschijnt. >D 6008 > GB >F >I > Druk op de pijltjestoetsen op de rechter beeldschermrand om door de lijst te bladeren. > Klik de gewenste bestemming aan. De bestemming wordt overgenomen en de keuzelijst wordt gesloten.
ALGEMENE BEDIENING Cijfers invoeren Ga voor het invoeren van cijfers naar het cijfertoetsenbord. > Druk op de toets . Het cijfertoetsenbord verschijnt. Omschakeling hoofdletters/kleine letters Bij het invoeren van vrije tekst kan tussen hoofdletters, kleine letters en de automatische functie worden geschakeld. >>> Tekens wissen Om het laatst ingevoerde teken te kunnen wissen moet de backspace-toets worden ingedrukt.
>>> ALGEMENE BEDIENING De Becker-toets De toets is in de hoek linksonder van de behuizing geïntegreerd. >D > GB >F >I >E >P > NL Deze heeft verschillende functies: • Afhankelijk van de menucontext zorgt de toets bij kortstondig indrukken voor de terugkeer naar een voorgaand invoerscherm. • Door lang te drukken, wordt het hoofdmenu weergegeven.
ALGEMENE BEDIENING > Klik op Installeren om het kopieerproces te starten. Klik op Details weergeven om tijdens het kopieerproces de details te bekijken. De Content Manager wordt meteen na het installeren automatisch gestart. Verwijder het vinkje uit het aankruisvakje als u dit niet wilt. Het installatieproces is voltooid. > Klik op Voltooien om het installatieproces te beëindigen.
>>> ALGEMENE BEDIENING • Klik op Nee om de Content Manager te starten met de geïnstalleerde oudere versie. • Wanneer de nieuwe versie een belangrijke upgrade bevat, wordt in plaats van Nee de optie Sluiten weergegeven. U moet dus ofwel de nieuwe versie installeren ofwel de toepassing afsluiten. Wanneer u de DVD in het DVD-station van uw pc plaatst, leest en catalogiseert de Content Manager automatisch de content van de DVD voor zover deze nog niet werd toegevoegd aan de lijst van contents.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Wat is navigatie? Gebruiksmodus Navigatie Onder navigatie (lat. navigare = op zee varen) verstaat men in het algemeen de plaatsbepaling van een voer- of vaartuig, de bepaling van richting en afstand ten opzichte van de gewenste bestemming, en het vaststellen van de route en het begeleiden naar de bestemming. Als navigatiehulpmiddelen worden o. a. sterren, markante punten, kompas en satellieten gebruikt. Bij de Traffic Assist zorgt de GPS-ontvanger voor de plaatsbepaling.
>>> >D > GB GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Navigatie kiezen De snelkoppeling De navigatiemodus wordt uit het hoofdmenu opgeroepen. In de snelkoppeling worden de laatste bestemmingen en de opgeslagen bestemmingen weergegeven en kunt u deze rechtstreeks kiezen. Ook kan via de snelkoppeling het menu Bestemmingen invoeren worden opgeroepen. >F >I >E >P > Druk in het hoofdmenu op Bestemming selecteren. De snelkoppeling Telefoon verschijnt.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Gebruikte pictogrammen In het overzicht bestemmingen worden de volgende pictogrammen gebruikt. Pictogram Betekenis Deze bestemming is een standaardbestemming zonder bijzonderheden. Deze bestemming is beveiligd. Als het bestemmingengeheugen vol is, wordt deze bestemming niet automatisch gewist. U kunt dit indien gewenst handmatig doen. Bij een beveiligde vermelding kunt u de positie ook in de snelkoppeling vastleggen. Deze bestemming is het huidige thuisadres.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Keuze >D Betekenis Invoer wissen De bestemming wordt uit de snelkoppeling gewist. > GB Invoer bevei- De bestemming wordt tegen automatisch wissen ligen >F beveiligd. Deze functie is alleen bij onbeveiligde bestemmingen beschikbaar. Beveil. ophef- De beveiliging van de bestemming wordt ongedaan fen gemaakt. Deze functie is alleen bij beveiligde bestemmingen beschikbaar. Omhoog De bestemming wordt een positie naar voren verschoven.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Structuur van het menu Bestemming invoeren Adres invoeren Met de toets Adres invoeren worden de verschillende stappen van het kiezen van een adres tot aan het starten van de navigatie mogelijk gemaakt. • Zie 'Bestemming invoeren' op pagina 35. POI selecteren Met de toets POI selecteren kunt u een bijzondere bestemming als b. v. vliegvelden en veerhavens, restaurants, hotels, tankstations of openbare instellingen selecteren en een navigatie erheen starten.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Land kiezen Met het veld voor het land van bestemming kunt u de beschikbare landen kiezen. Na het kiezen van een land wordt dit automatisch in het menu voor het invoeren van adressen overgenomen. Als er al een land van bestemming is opgegeven, blijft dit behouden totdat u een ander land kiest. >D > GB >F >I >E Opmerking: Door indrukken van de toets naast het land kunt u landspecifieke informatie, zoals bijv. de toegestane maximumsnelheid, voor het ingestelde land weergeven.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Plaats selecteren De opgave van de plaats van bestemming kan plaatsvinden via de naam of via de postcode. Tijdens het invoeren van de letters van een plaats geeft de Traffic Assist voorstellen weer (zie 'Voorstellen overnemen' op pagina 25). Als u het voorstel niet wilt overnemen, voert u simpelweg de andere letters van de gewenste plaatsnaam in. De Traffic Assist verbiedt alle onmogelijke lettercombinaties en postcodes en activeert alleen letters resp.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Straat selecteren In de menuoptie Straat kunnen, via een letter- en cijferveld, de straatnaam en het huisnummer afzonderlijk worden ingevoerd. De Traffic Assist verbiedt alle onmogelijke lettercombinaties en activeert alleen nog lettervelden die behoren bij een bestaande straatnaam. Een huisnummer kunt u pas na het kiezen van de straatnaam selecteren en als de gegevens huisnummers bevatten.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Het huisnummer kiezen Nadat u de plaats en straatnaam van bestemming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere aanvulling een huisnummer invoeren. Opmerking: In plaats van het huisnummer kunt u ook een dwarsstraat invoeren, maar beide tegelijkertijd is niet mogelijk. > Druk op de toets Nr. Het invoermenu voor het huisnummer verschijnt. > Voer het huisnummer in en druk vervolgens op .
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: Door de symbolen boven de statusbalk wordt op eventueel door u geactiveerde beperkingen (bijv. onverharde wegen, tolwegen) gewezen. *Het symbool naast de statusbalk geeft aan dat de onder 'De toets Routeopties' op pagina 53 beschreven tijdafhankelijke navigatie geactiveerd is.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bijzondere bestemmingen Bijzondere bestemmingen, of kortweg ook POI (Point of Interest) genannt, staan op de kaart en kunnen daar worden weergegeven. Bijzondere bestemmingen zijn o.a. vliegvelden en veerhavens, restaurants, hotels, tankstations of openbare instellingen. U kunt bijzondere bestemmingen als bestemming voor navigatie invoeren. Opmerking: Bijzondere bestemmingen uit de huidige omgeving zijn alleen een optie als er voldoende GPS-ontvangst voor de positiebepaling is.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > Selecteer de gewenste bijzondere bestemming. Bijzondere bestemming bij een adres > Druk op POI‘s bij locatie. Er verschijnt nu informatie m.b.t. de gekozen bestemming. > Druk op de toets Start om de navigatie naar de bijzondere bestemming meteen te starten.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bijzondere bestemming in de omgeving van de bestemming > Druk op POI nabij. > Druk op de toets . De Traffic Assist toont in een lijst alle bijzondere bestemmingen die met de ingevoerde naam overeenkomen in een lijst. Opmerking: De zoekradius is beperkt tot 50 kilometer rondom de huidige positie. De beschikbare categorieën bij de bestemming verschijnen. > Kies zoals onder 'Bijzondere bestemming in de omgeving' op pagina 41 beschreven de gewenste bijzondere bestemming.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Aanvullende informatie over bijzondere bestemmingen Als een bijzondere bestemming aanvullende informatie bevat, kunt u deze informatie laten weergeven. >D > GB >F >I >E >P > NL Druk in de informatie over de bijzonder bestemming op de toets Meer in het onderste gedeelte om de aanvullende informatie op te roepen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Persoonlijke bestemmingen bewerken > Druk in de lijst met eigen bestemmingen op de toets voor de bestemming die u wilt bewerken. U kunt nu met Invoer wissen de bestemming uit de lijst verwijderen. Met Alle invoer wissen kunt u de complete lijst wissen. Met Details weergeven kunt u de details van de bestemming laten weergeven.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Route plannen >D > GB 1 >F 2 >I Druk op de toets Start om de navigatie naar het bij deze contactpersoon weergegeven adres meteen te starten. U kunt het weergegeven adres van de contactpersoon echter ook op de kaart laten verschijnen (Op kaart) of in de snelkoppeling opslaan (Opslaan), u kunt de route naar de bestemming laten weergeven (Route wrg.) of het weergegeven telefoonnummer bellen* als dat beschikbaar is (toets met het symbool ).
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE U kunt nu door te drukken op Plaats toevoegen een etappe aan de route toevoegen. Na het indrukken van Route hernoemen kunt u een nieuwe naam aan de route toekennen. Door te drukken op Route wissen kunt u de route uit de opgeslagen routes wissen. Route selecteren en starten > Door op het desbetreffende keuzevlak te drukken kiest u een route. De route wordt geladen en in het etappemenu weergegeven. > Kies het startpunt of de huidige positie als startpunt voor de navigatie.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Nieuwe route aanmaken > Druk in het routemenu op Nieuwe route maken. > GB Route bewerken > Kies de te bewerken route. > Druk op de toets vóór de etappe die u wilt bewerken. >F >I >E >P U kunt dan, zoals onder 'Het menu Bestemmingen invoeren' op pagina 34 beschreven (Adres invoeren, POI selecteren, Persoonlijke bestemmingen, Contacten, Op kaart selecteren of Geocoördinaten invoeren), beschreven een tussenstop invoeren. Ook kunt u met de toets Uit laatste best.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Keuze Betekenis Plaats vervangen? U kunt de gekozen etappe door een andere etappe vervangen. Route optimaliseren Na het invoeren van meerdere bestemmingen van een route kunt u de Traffic Assist opdracht geven de bestemmingen op het traject te optimaliseren. De opgeslagen route blijft echter ook na het optimaliseren behouden. Roep de kaartweergave van de etappes op. >>> Bestemming vanuit de kaart selecteren >D U kunt een bestemming rechtstreeks in de kaartweergave selecteren.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Druk op de toets Details. Coördinaten invoeren U kunt uw bestemming ook invoeren met geografische coördinaten. > Druk in de snelkoppeling op Bestemming invoeren. >D > GB >F >I > Druk op het scherm licht op het gewenste punt. Op deze plek verschijnt een pulserende rode cirkel. >E >P > NL Opmerking: Door indrukken van de toets Terug n GPS kunt u weer uw huidige positie laten verschijnen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Voer daarna de gewenste waarden met de toets en tot en met in. U kunt coördinaten op drie verschillende schrijfwijzen invoeren. De volgende schrijfwijzen zijn mogelijk: • Graad Minuut Seconde Decimaalseconde, bijv. 42°52’46.801“ • Graad Minuut.Decimaalminuut, bijv. 48° 53.56667' • Graad Decimaal, bijv. 48,89277778 Aanwijzingen: • De ingevoerde coördinaten moeten overeenkomen met WGS84 (World Geodetic System 1984 ).
>>> >D > GB >F GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Begeleidingsinfo Instelling Betekenis In het venster Begeleidingsinfo kunt u instellen, welke extra informatie tijdens de navigatie wordt weergegeven. > Druk in het instellingenmenu op de toets Begeleidingsinfo. Wegwijzers Bij geactiveerde functie krijgt u bij klaverbladen bovendien informatie over de borden die u moet volgen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Routeopties In het instellingenmenu Routeopties kunt u uw rijprofiel instellen. De hier gemaakte instellingen hebben invloed op de routekeuze en de berekening van de vermoedelijke rittijden. > Druk in het instellingenmenu op de toets Routeopties. Het venster Routeopties wordt weergegeven. > Kies na het drukken op het veld naast Voertuig de manier waarop u zich verplaatst. Deze instelling beïnvloedt de berekening van de vermoedelijke aankomsttijd en blokkeert bijv.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Mijden van soorten wegen Na het drukken op het veld naast Vermijden kunt u verschillende soorten wegen (bijv. snelwegen, veren en tolwegen van de routeberekening uitsluiten. >D > GB >F U kunt voor deze types een van de volgende opties instellen. >I >E Optie Toegestaan >P > NL > DK Vermijden >S >N Verboden > FIN > TR > GR Betekenis De toets TMC* In het instellingenvenster TMC kunt u de ontvangst van de verkeersmeldingen instellen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Instelling Herberek. Betekenis De toets Kaartvenster Met dit keuzevlak kunt u kiezen of een routeverandering Nooit, Automatisch of Handm. plaatsvindt. (Zie 'Rekening houden met berichten voor de routeberekening*' op pagina 67.) De instelling Nooit komt overeen met het uitschakelen van de TMCfunctionaliteit. U kunt de kaartweergave tussen 3D- of 2D-weergave, een gedeeld beeldscherm met 3D- of 2D-weergave of de pijlweergave omschakelen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Druk in het menu voor de kaartweergave op de toets 3D-gebouwen en schakel de functie in of uit . >D > GB >F >I > Druk op de toets 3 voor de pijlweergave. >E >P Kaart met geactiveerde 3D-gebouwen. > NL > Bevestig de instellingen door het indrukken van de toets OK Voor het opvragen van de uitgebreide instellingen drukt u op de toets Geavanceerd.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Autozoom > Druk in de uitgebreide instellingen op de toets Autozoom. Door te drukken op de toets Autozoom kunt u de zoomfunctie in- ( ) of uitschakelen ( ). Bij het inschakelen van de zoomfunctie kunt u voor een zwakke, middelmatige of een sterke autozoom kiezen. >>> POI-categorieën instellen U kunt instellen welke POI-symbolen op de kaart moeten worden weergegeven. > Druk in de uitgebreide instellingen op de toets POI-categ. selecteren.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Waarschuwingen In het instellingenvenster Waarschuwingen kunt u instellen welke waarschuwingen door de Traffic Assist moeten worden weergegeven of welke waarschuwingstonen er moeten klinken. > Druk in het instellingenmenu op de toets Waarschuwingen. >D > GB >F >I >E >P Het venster Waarschuwingen wordt weergegeven.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De afzonderlijke categorieën bevatten de volgende aanwijzingsborden: • Bochtwaarschuwing Deze categorie bevat waarschuwingsborden die betrekking hebben op scherpe bochten. • Algemene waarschuwing Deze categorie bevat de overige waarschuwingsborden die bijv. waarschuwen voor hellingen of steenslag. • Verkeersreglement Deze categorie bevat verkeersvoorschriften zoals inhaalverboden. • Informatieve verkeersborden Deze categorie bevat alle beschikbare aanwijzingsborden.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Instelling >D Betekenis Voorwaardel. Kies of u ook bij snelheidssnelheidslimi beperkingen die alleen bij eten regen, sneeuwval of op be- > GB paalde tijdstippen gelden, akoestisch wilt worden gewaarschuwd ( functie ingeschakeld). >F >I >E > Bevestig uw keuze door het indrukken van de toets OK. >P De toets Gespr. begeleiding In het instellingenvenster Gespr. begeleiding kunt u instellingen m.b.t. de spraakbesturing van de Traffic Assist instellen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Stem In het instellingenvenster Stem kunt u instellen welke spreker voor de ingestelde taal de navigatieaanwijzingen moet uitspreken. > Druk in het instellingenmenu op de toets Stem. Het venster Stem wordt weergegeven. De toets Volume Met het instellingenvenster Volume kunt u het volume van de verbale aanwijzingen standaard voor elke start van Traffic Assist instellen of de verbale aanwijzingen helemaal uitschakelen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Tijd In het instellingenvenster Tijd kunt u de voor uw woonplaats geldende tijdzone instellen. Deze instelling is belangrijk voor het juist berekenen van vermoedelijke aankomsttijden. > Druk in het instellingenmenu op de toets Tijd. >D > GB >F >I >E >P Na het uitschakelen van de automatische functie kunt u door te drukken op de toets onder Tijdzone de gewenste tijdzone kiezen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE > Selecteer de gewenste geblokkeerde straat. > Druk op de toets Form. wis. om de straat uit de lijst te verwijderen. of > Druk op de toets Wijzigen om de blokkering aan te passen. U kunt nu voor elke dag van de week instellen of de straat wel of niet moet worden geblokkeerd. > Druk op de toetsen met de dagen waarop de straat niet geblokkeerd moet zijn (het kloksymbool onder de dag verdwijnt). > Bevestig uw instellingen door op de toets OK te drukken.
>>> >D > GB >F >I >E >P GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De toets Resetten Verkeersberichten via TMC* U kunt alle navigatie-instellingen op de fabrieksinstellingen terugzetten. Hierbij worden de instellingen teruggezet. De gegevens van de snelkoppeling, opgeslagen routes, geblokkeerde straten van de sprekers en het huisadres blijven behouden. Uw Traffic Assist kan verkeersberichten (TMC-meldingen) van radiozenders ontvangen. Hiervoor moeten de TMC-antenne en de voeding op de draagplaat aangesloten zijn.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Weergave van TMC-berichten op de wegenkaart* Actuele TMC-meldingen worden op de kaart grafisch weergegeven. Zo worden weggedeelten waarop zich een verkeersbelemmering bevindt, blauw gemarkeerd. Verder geven pijlen de richting van de rijstrook met de verkeersopstopping aan. De kleurmarkering wordt aangevuld met een gevaarteken bij het desbetreffende weggedeelte.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D Melding lezen* > Druk op de gewenste melding in de lijst. De melding wordt weergegeven. > GB Betreffende straat in de kaart weergeven* > Druk in de melding op de toets . De betreffende straat verschijnt op de kaart. >F >I >E >P > Druk op de pijltoets en om door de meldingen te bladeren. > Druk op de toets om terug te gaan naar de lijst met meldingen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Rekening houden met berichten voor de routeberekening* Uw Traffic Assist kan bij het berekenen van een route rekening houden met verkeersmeldingen. Of dat automatisch, handmatig of nooit gebeurt, kunt u met 'De toets TMC*' op pagina 54 instellen. Automatisch een nieuwe route berekenen* Als er een verkeersopstopping op uw route is, wordt door de Traffic Assist gecontroleerd of de opstopping via een zinvolle omleiding kan worden omzeild.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE De kaartweergave >D De kaartweergave wordt op de eerste plaats voor de navigatie gebruikt. U kunt via de kaartweergave echter ook zonder navigatie altijd uw huidige positie nagaan en bijv. bij snelheidsovertredingen een waarschuwing doen uitgaan.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE 6 Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde wegen met meerdere rijstroken te zien, groene pijlen = aanbevolen rijstroken) Opmerking: als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D *Als een TMC-melding zich op uw route bevindt, wordt in het vooraankondigingsgedeelte aan de linkerrand het volgende symbool weergegeven. > GB >F Gedeeld beeldscherm met navigatie 1 15 14 9 13 8 3 Door te drukken op het symbool verschijnen de TMC-meldingen die op de route liggen. Zie 'TMC op de route*' op pagina 75. >E >P > NL >N Druk links op het beeldscherm op het symbool voor bijzondere bestemmingen. De bijzondere bestemmingen verschijnen.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Navigatie met pijlen 15 14 13 9 12 10 11 10 Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde 8 1 7 2 3 6 4 5 wegen met meerdere rijstroken te zien, zwarte pijlen = aanbevolen rijstroken) Opmerking: als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Kaartweergave bedienen >D Kaart in-/uitzoomen Met de zoomtoets en kunt u stapsgewijs op de kaart in- of uitzoomen. Laatste aankondiging herhalen Tijdens de navigatie ontvangt u belangrijke informatie, b. v.de volgende afslag. De laatste aankondiging kan met geactualiseerde gegevens worden herhaald. > GB >F >I >E >P > Druk tijdens actieve navigatie in de preview op het luidsprekersymbool. De laatste aankondiging wordt herhaald met geactualiseerde gegevens.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Kaart verschuiven U kunt de kaart op een willekeurig punt verschuiven. > Druk hiervoor kort op de kaart. Opties voor de kaartweergave In de opties voor de kaartweergave kunt u instellingenvenster voor de navigatie, voor het weergeven van de kaart en voor de route configureren. Druk in de kaartweergave op de knop rechtsonder. > Druk op een willekeurig punt op de kaart en verschuif deze onmiddellijk in de gewenste richting. De kaart wordt nu ook in dezelfde richting verschoven.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Bijzondere bestemming op de route (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) Tijdens de navigatie kunt u bijzondere bestemmingen die op de route liggen laten weergeven. U kunt hierbij de categorieën bijzondere bestemmingen vastleggen. Ook kunt u kiezen of u alleen de onmiddellijk volgende bijzondere bestemmingen, de bijzondere bestemmingen van de gehele route of alleen bijzondere bestemmingen in de buurt van de bestemming wilt bekijken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE TMC op de route* (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt TMC-meldingen die op uw route liggen bekijken en bewerken. Opmerking: Ook de TMC-meldingen die tot een wijziging van de route hebben geleid worden weergegeven. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets TMC op route. Navigatie afbreken (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt een actieve navigatie afbreken. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Traject blokkeren U kunt een vóór u liggend deel van het traject blokkeren. U legt hierbij een bepaald traject vast waar u niet wilt rijden. De Traffic Assist probeert daarna een omleiding te berekenen. >D > GB >F >I Aanwijzingen: • De gekozen lengte van de blokkering is slechts een benadering, omdat de werkelijk geblokkeerde afstand afhankelijk is van de beschikbaarheid van een afrit.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Oriëntatie van de kaart wijzigen U kunt de omgeving rondom uw positie in de 3D-modus bekijken. Hierbij kunt u de kijkrichting, de kaarthoek en de grootte van het kaartgedeelte wijzigen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. Door de toetsen 3 kunt u de grootte van het zichtbare gedeelte van de kaart veranderen. U verlaat dit scherm met de toets . > Druk op de toets Kaartrichting.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE 6 7 8 9 >D > GB >F Rijtijd zonder ritonderbrekingen Rijtijd met ritonderbrekingen Kompas Stopwatch met rondetijdregistratie oproepen Druk op de toets Resetten om de waarden weer op nul te zetten. >I >E Om de stopwatch met de rondetijdregistratie weer te geven, drukt u in het gegevensscherm op de toets 9 . >P > NL Druk op de toets Stop om de registratie te stoppen. Wanneer u na het stoppen van de registratie weer op de toets Start drukt, gaat de tijd verder.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Dag-/nachtmodus instellen U kunt het scherm van de Traffic Assist van de dagmodus naar de nachtmodus en omgekeerd instellen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Dag / Nacht. Het scherm wisselt van de dagmodus naar de nachtmodus en omgekeerd. Bestemming invoeren (Alleen beschikbaar bij niet geactiveerde navigatie.) U kunt een bestemming invoeren. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. >>> Tussenstop invoeren/wissen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >D > GB >F >I De ingevoerde tussenstop wordt op de kaart met een rood vlaggetje aangegeven. >E >P Tussenstop wissen > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > NL > DK >S Gehele route weergeven (Alleen beschikbaar bij geactiveerde navigatie.) U kunt de gehele route naar de bestemming op de kaart laten weergeven. Bovendien kunt u een complete routebeschrijving bekijken en bepaalde delen van de route/straten permanent blokkeren.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE U kunt de routebeschrijving ook als lijst opvragen. Druk hiervoor op de toets Lijst. > Druk op de pijltoets en rechts op het scherm om in de lijst te bladeren. Als u op een vermelding in de routebeschrijving drukt, verschijnt deze op de kaart. Delen van de route/straten blokkeren U kunt afzonderlijke delen van de route/ straten blokkeren. De Traffic Assist berekent dan een nieuwe zinvolle omleiding om het geblokkeerde weggedeelte heen.
>>> GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Opmerking: Druk op de toets Blok. 24 uur om de straat de hele dag te blokkeren. Druk op de toets Gebr. instelling voor om de blokkering ook op andere dagen toe te passen. >D > GB >F >I > Bevestig uw instellingen door op de toets OK te drukken. >E >P Opmerking: De lijst met door u permanent geblokkeerde straten kunt u zoals onder 'De toets Geblokkeerde wegen' op pagina 62 beschreven bewerken.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Op de onderste regel kunt u met de toets en en de afzonderlijke etappes van de route doorbladeren. Bij het bladeren verschijnt dan de desbetreffende etappe. Door het kiezen van Form. wis. kunt u de desbetreffende etappe laten blokkeren. Druk op Lijst om de etappes van de route als een lijst weer te geven. De afzonderlijke etappes van de route verschijnen in de vorm van een lijst. Met de bovenste de toets kunt u weer naar navigatie van de route terugkeren.
>>> >D > GB >F >I >E GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Na het indrukken van Landinfo kunt u landspecifieke informatie, zoals bijv. de toegestane maximumsnelheid voor het land waar u zich op dat moment bevindt laten weergeven. Positie opslaan U kunt de huidige positie opslaan. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. Telefoon oproepen* U kunt de telefoonfuncties opvragen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. Na het indrukken van GPS-info verschijnt er informatie over de GPS-ontvangst.
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE Sneltoetsen definiëren De Traffic Assist heeft links in het menu Opties vier vrij toewijsbare toetsen waaraan u functies van het menu Opties kunt toewijzen. Zo hebt u snel toegang tot functies die belangrijk voor u zijn. De toetsen zijn al af fabriek toegewezen. > Roep het optiemenu voor de kaartweergave op. > Druk op de toets Sneltoetsen. >>> >D > GB >F >I > Selecteer in de weergegeven lijst de gewenste functie. > Bevestig uw keuze door het indrukken van de toets OK.
>>> TELEFOONFUNCTIE* U kunt uw Traffic Assist verbinden met een mobiele telefoon die over Bluetooth® wireless technology beschikt. Uw Traffic Assist fungeert dan als uiterst comfortabele handsfree-installatie. TELEFOONFUNCTIE* >D > GB >F Opmerkingen: • Bij sommige met Bluetooth® wireless technology uitgevoerde mobiele telefoons zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. • Bij de onderstaande beschrijvingen wordt aangenomen dat Bluetooth op de telefoon ingeschakeld is.
TELEFOONFUNCTIE* Traffic Assist probeert nu een verbinding tot stand te brengen met de mobiele telefoon waarmee het laatst een verbinding tot stand is gekomen. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt korte tijd het telefoonmenu. Als nog geen verbinding met een mobiele telefoon bestaat of als het laatst verbonden toestel niet beschikbaar is, verschijnt de volgende melding.
>>> TELEFOONFUNCTIE* Opmerking: >D Druk op de toets om een ingevoerd teken te wissen. Druk op de toets Pauze om tijdens het kiezen een pauze in te voeren. > GB >F >I > Druk op de toets Kiezen. De Traffic Assist probeert nu een verbinding tot stand te brengen met het ingevoerde telefoonnummer. Meer informatie over de verdere bediening vindt u onder 'Telefoongesprekken' op pagina 95.
TELEFOONFUNCTIE* > Kies in het invoermenu de beginletter van de gezochte vermelding. Opmerkingen: • Als u bijvoorbeeld de letters 'M' en 'I' hebt ingevoerd, worden vermeldingen weergegeven waarvan de achternaam of voornaam met 'MI' begint. Zoals bijvoorbeeld 'Miller John' of 'Bauer Michael'. • U kunt de beginletter van de achternaam gevolgd door een spatie (toets ) en vervolgens de beginletter van de voornaam invoeren. > Druk op toets als de gewenste naam op de bovenste regel wordt weergegeven.
>>> TELEFOONFUNCTIE* Nummerlijsten In de nummerlijsten worden de laatst gekozen, aangenomen of nietaangenomen nummers of namen in chronologische volgorde weergegeven. Voor zover mogelijk worden in de diverse lijsten ook de telefoonnummers of de namen van de in de mobiele telefoon opgeslagen lijst weergegeven. >D > GB >F >I >E >P > Druk in het telefoonmenu op het keuzeveld Laatste oproepen.
TELEFOONFUNCTIE* Bestaande nummers kiezen De nummers/namen in de nummerlijst kunnen rechtstreeks worden gekozen. > Druk op de toets met de gewenste vermelding om het bellen te starten. De vermelding wordt gebeld. Vermeldingen weergeven of bewerken Elke vermelding in de nummerlijst kan worden weergegeven of bewerkt. > Druk op het toetsenpaneel links naast de gewenste vermelding. Op het display verschijnt een keuzemenu.
>>> TELEFOONFUNCTIE* Bluetooth-telefoons aansluiten U kunt met de Traffic Assist telefoneren door een mobiele telefoon die over Bluetooth® wireless technology beschikt met de Traffic Assist te verbinden. In het volgende gedeelte worden de verschillende mogelijkheden voor het tot stand brengen van een verbinding beschreven. >D > GB >F >I >E Apparaatlijst oproepen > Druk in het telefoonmenu op het keuzeveld Telefoons. >P > NL > DK >S >N > FIN De apparaatlijst wordt weergegeven.
TELEFOONFUNCTIE* Automatische verbinding Uw Traffic Assist probeert na het inschakelen een verbinding tot stand te brengen met de mobiele telefoon waarmee het laatst een verbinding tot stand is gekomen. Mobiele telefoons zoeken Voorwaarden voor een succesvolle verbinding zijn: • Op uw Traffic Assist is Bluetooth® ingeschakeld. (Zie 'Bluetooth in-/ uitschakelen' op pagina 98.) • De mobiele telefoon is ingeschakeld, bevindt zich binnen bereik en Bluetooth® is geactiveerd.
>>> TELEFOONFUNCTIE* Vanuit de apparaatlijst verbinden Vanuit de apparaatlijst kunt een verbinding met een mobiele telefoons tot stand brengen. Als al een verbinding met een mobiele telefoon bestaat, wordt deze automatisch verbroken en wordt de verbinding met het nieuwe apparaat tot stand gebracht. > Roep de apparaatlijst op. >D > GB >F >I >E Verbinding vanuit de mobiele telefoon U kunt ook proberen om de verbinding met de Traffic Assist vanuit de mobiele telefoon tot stand te brengen.
TELEFOONFUNCTIE* Telefoongesprekken Onder het gedeelte Telefoongesprekken vindt u een overzicht van de bedieningsopties voor het tot stand brengen van een gesprek, het aannemen van een oproep en het beëindigen van een gesprek. Oproep aannemen Bij een binnenkomende oproep hoort u een beltoon. Bovendien verschijnt het volgende display. Gesprek tot stand brengen > Voer een telefoonnummer in of kies een vermelding uit de nummerlijst of het telefoonboek. Het nummer wordt gekozen.
>>> >D TELEFOONFUNCTIE* Gesprek beëindigen Tijdens een gesprek U kunt een actief gesprek beëindigen. Tijdens een gesprek hebt verschillende bedieningsopties. > GB u de > Druk op de toets Opties om het optiemenu van het gespreksscherm op te roepen. >F >I >E > Druk in het gespreksscherm op de toets Einde oproep. Het gesprek wordt beëindigd. Het laatste actieve display verschijnt. >P > NL > DK Opmerking: Het gesprek wordt ook beëindigd als de gesprekspartner ophangt.
TELEFOONFUNCTIE* • Privémodus/Handsfree U kunt een gesprek weer op de mobiele telefoon zelf voeren. De handsfreefunctie wordt dan beëindigd. Na het beëindigen van het gesprek wordt de verbinding met de mobiele telefoon automatisch weer tot stand gebracht. Druk op de toets Privémodus. De handsfree-functie wordt beëindigd. Druk op de toets Handsfree om weer via de Traffic Assist te telefoneren voordat het gesprek wordt beëindigd. • DTMF-beltonen U kunt tijdens een gesprek DTMFtonen verzenden (bijv.
>>> >D > GB TELEFOONFUNCTIE* Bluetooth in-/uitschakelen Automatisch aannemen Met de toets Bluetooth kunt u Bluetooth in- of uitschakelen. Met deze functie kunt u instellen of en na hoeveel tijd een binnenkomende oproep automatisch wordt aangenomen. > Druk in het instellingenmenu op de toets Bluetooth. Naargelang de vorige instelling schakelt u Bluetooth in of uit.
TELEFOONFUNCTIE* Volume van de telefoon Telefoonboek bijwerken Bluetooth-naam U kunt met deze functie het beltoonvolume en het gespreksvolume instellen. Met deze functie kunt u de opgeslagen telefoonboekvermeldingen in de Traffic Assist bijwerken en opnieuw overdragen. Met deze functie kunt u voor uw Traffic Assist een naam opgeven. Deze toegekende naam wordt door andere Bluetooth-apparaten weergegeven. > Druk in het instellingenmenu op de toets Volume.
>>> INSTELLINGEN Systeeminstellingen selecteren Instellingen >D > GB U kunt verschillende elementaire instellingen voor alle toepassingen van de Traffic Assist configureren. >F >I >E >P > NL > DK > Druk in het hoofdmenu op Instell.. >S >N > FIN > TR > Druk op de toets Systeeminst.. Het menu van de systeeminstellingen wordt opgeroepen. > GR > PL > CZ >H > SK 100 Het menu Systeeminstellingen Het menu Systeeminstellingen biedt de keuze uit de verschillende instelopties.
INSTELLINGEN De afzonderlijke menuopties Accu Uw Traffic Assist kan met een externe stroomvoorziening of met de ingebouwde accu werken. Opmerking: Bij het werken met accu is de actuele ladingstoestand belangrijk. Als er nog maar weinig energie ter beschikking staat, kan. B. de navigatie niet meer tot aan de bestemming worden volgehouden. Het laadniveau verschijnt op basis van de peilindicator. In dit voorbeeld is de accu nog voor ca. twee derde geladen.
>>> INSTELLINGEN >D Kalibrering Als het touchscreen niet goed op het aantippen van velden reageert, moet u het systeem kalibreren. > GB >F Kalibreren starten Met de volgende toets kunt u het kalibreren starten: >I >E >P Helderheid U kunt de helderheid van het display voor de dag- en nachtweergave apart instellen. Met de volgende toets kunt u de instelling opvragen: > DK >S > Druk op de toets Taal. Op het display verschijnt de taalkeuze.
INSTELLINGEN Bladeren Met de toets en kunt u in de desbetreffende pijlrichting in de lijstweergave bladeren. Taal selecteren > Druk op het keuzeveld van de gewenste taal. > Bevestig uw keuze door de knop OK in te drukken. Er verschijnt een melding dat de software opnieuw wordt gestart en de vraag of u de taal inderdaad wenst te wijzigen. > Bevestig de boodschap met Ja. Taalkeuze afbreken Door indrukken van de toets wordt de taalkeuze afgebroken en verschijnt het menu Instellingen.
>>> INSTELLINGEN >D Kleur instellen U kunt de kleur van de pictogrammen en andere designelementen veranderen. > GB >F > Druk op de toets Kleuren. >I >E >P 1 2 > NL Fabrieksinstellingen U kunt de fabrieksinstellingen voor de Traffic Assist herstellen. Hierbij worden de volgende gewijzigde gegevens gewist: opgeslagen bestemmingen, opgeslagen routes, het huisadres, de telefoongegevens, in het interne geheugen opgeslagen afbeeldingen, video's, enz.
INSTELLINGEN >>> My XTRAS U kunt laten weergeven welke inhoud op uw Traffic Assist is geïnstalleerd, welke inhoud al is bijgewerkt, welke inhoud is gekocht en welke extra inhoud nog via de Contentmanager kan worden aangeschaft. >D > GB >F >I >E > Druk op de toets XTRAS. >P > NL > DK >S >N > Druk op de toets met de informatie over de gewenste inhoud. De inhoud wordt weergegeven. Door op de verschillende inhoud te drukken, kunt u extra informatie bekijken.
>>> TERMINOLOGIE GMT (Greenwich Mean Time) Midden-Europese tijd De tijd op de lengtegraad 0 (de lengtegraad die over Greenwich, Groot-Brittannië loopt). Deze tijd wordt wereldwijd als standaardtijd voor de synchronisatie van dataregistratie gebruikt. Terminologie >D > GB >F >I >E Bluetooth Draadloze datacommunicatietechniek voor afstanden tot ca. 10 meter. >P > NL > DK GPS (Global Positioning System) GPS bepaalt m.b.v. van satellieten uw actuele geografische positie. Dit wordt gedaan d.m.v.
Trefworden TREFWORDEN Numerics 3D-gebouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 3D-weergave . . . . . . . . . . . . . . . .55, 76 A aankomsttijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Aanwijzingsborden weergeven . . . . . . 58 Adres invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Automatisch aannemen . . . . . . . . . . . 98 Automatisch verbinden . . . . . . . . . . . 98 Automatische verbinding . . . . . . . . . . 93 B Beperkingen Snelwegen . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Tolwegen . . . . . . .
>>> TREFWORDEN H Hoofdmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoogte boven zeeniveau . . . . . . . . . . Hoogte boven zeeniveau van auto . . Huidige positie . . . . . . . . . . . . . . . . . Huisadres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Huisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . >D > GB >F >I >E L 23 69 69 83 34 39 I >P > DK Instellingen Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
TREFWORDEN S Satellieten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Snelheid weergeven . . . . . . . . . . . . . . 69 Snelheidsbeperking . . . . . . . . . . . . . . 59 Snelheidslimiet . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Snelkoppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . 33 pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . 90 Snelle route . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Snelwegen . . . . . . . . . . . . .
>>> TECHNISCHE SPECIFICATIES Technische specificaties • Afmetingen: (b x h x d) in mm 126,4 x 81,4 x 19,7 • Gewicht: 214 gram • Processor: 400 MHz-processor • Beeldscherm: 4,3 inch touchscreen 6400 Kleuren Reflectie-arm Displayresolutie: 480 horizontaal en 272 verticaal • Geheugen: 2 GB Flash-geheugen 128 MB SD-RAM (Z116) 64 MB SD-RAM (Z112, Z113) • Micro SD-kaartlezer: Ondersteuning tot 8 GB class 6 SDHC FAT 32 formatteerd • USB-interface: USB Client 2.
NORMEN EN RICHTLIJNEN Geachte klant, Dit apparaat mag volgens de geldende EG-richtlijn door iedereen worden gebruikt. Dit toestel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlijnen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit is voldaan.
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN Afvoer van het apparaat >D Informatie voor de klant m.b.t. de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur (privéhuishoudens) Overeenkomstig de zelf voorgeschreven bedrijfsprincipes van Harman/Becker Automotive Systems GmbH werd dit product uit hoogwaardige en recyclebare materialen en componenten ontwikkeld en vervaardigd.
NORMEN EN RICHTLIJNEN >>> Afvoer van de accu >D Informatieplicht conform het Besluit verwijdering batterijen > GB Batterijen en accu's horen niet in de vuilnisbak. De consument is wettelijk verplicht afgedankte batterijen en accu's in te leveren. U kunt deze op alle plaatsen waar batterijen worden verkocht en bij de verzamelpunten van uw gemeente inleveren. Hiermee levert u een concrete bijdrage aan de bescherming van het milieu.
>>> NORMEN EN RICHTLIJNEN 5 >D > GB >F >I >E 4 >P 3 > NL > DK 2 1 >S >N > Zorg ervoor dat de accu helemaal ontladen is (apparaat zonder externe voeding ingeschakeld laten tot het vanzelf uitschakelt). > Verwijder de twee rubberafdekkingen 1 via de schroefgaten. > Draai de twee schroeven 2 met een kleine kruiskopschroevendraaier uit de behuizing. > Wip met een sleufschroevendraaier (bij de sleuven aan de zijkanten van de behuizing ) de achterkant van de behuizing 3 eraf.