Operation Manual
53
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
> Druk op de gewenste vermelding op de
desbetreffende functie in of uit te
schakelen .
U kunt ook vastleggen of en welke symbo-
len voor bijzondere bestemmingen op de
kaart moeten worden weergegeven.
> Druk op de toets
POI-categ.
selecteren
.
Door selectie van
Alle POI‘s weergeven
verschijnen alle bijzondere bestemmingen
op de kaart.
Door selectie van
Geen POI‘s weergeven
verschijnen er geen bijzondere bestem-
mingen.
Door selectie van
Gebruikersvoorkeuren
en het vervolgens indrukken van de toets
POI‘s selecteren kunt u in het daaropvol-
gende menu voor elke categorie bijzonde-
re bestemmingen zelf bepalen of bijzonde-
re bestemmingen van deze categorie wel of
niet op de kaart moeten verschijnen.
> Bevestig al uw instellingen door op de
toets
OK te drukken.
De toets Snelheidsinfo
In het instellingenvenster Snelheidsinfo
kunt u parallel aan de navigatie snelheids-
beperkingen laten weergeven. Bovendien
kunt u bij het overschrijden van de snel-
heid een akoestische waarschuwing instel-
len.
> Druk in het instellingenmenu op de
toets
Snelheidsinfo.
Het venster Snelheidsinfo wordt weerge-
geven.
Instelling Betekenis
Straatnamen
2D
Bij het inschakelen van
de vermelding verschij-
nen op de kaart alle
straatnamen in de twee-
dimensionale modus.
Straatnamen
3D
Na het inschakelen van
de vermelding verschij-
nen op de kaart alle
straatnamen in de driedi-
mensionale modus.
Infobox
(hoogte,
snelh.)
Na het inschakelen van
de vermelding
verschijnen op de kaart
de snelheid, een kompas
en de hoogte boven
zeeniveau.
Opmerking:
Deze informatie kan alleen worden weer-
gegeven als deze in het kaartmateriaal
aanwezig is.
!Gevaar voor ongevallen!
De informatie op het kaartmateriaal kan
vanwege kortstondige wijzigingen (bij-
voorbeeld wegwerkzaamheden) onjuist
zijn.
De verkeerssituatie en de borden ter
plaatse hebben prioriteit boven de infor-
matie van het navigatiesysteem.










