Operation Manual
69
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE >>>
> D
> GB
> F
> I
> E
> P
> NL
> DK
> S
> N
> FIN
> TR
> GR
> PL
> CZ
> H
> SK
Door op een van de bijzondere bestem-
mingen te drukken wordt de navigatie er-
heen gestart. Door te drukken op de knop
bij een bijzondere bestemming kunt u
informatie over de bijzondere bestem-
ming laten weergeven.
Categorieën vastleggen
> Druk op de toets
Categorieën:.
> Druk op de toets met de te wijzigen ca-
tegorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste cate-
gorie.
> Bevestig uw wijzigingen keuze door het
indrukken van de toets
OK.
Bijzondere bestemming in de buurt van
de bestemming/op de gehele route
> Druk in het menu Bijzondere bestem-
mingen op de route voor bijzondere be-
stemmingen in de buurt van de
bestemming op toets of voor
bijzondere bestemmingen op de gehele
route op toets .
> Selecteer de gewenste categorie.
> Selecteer vervolgens de gewenste bijzon-
dere bestemming.
De navigatie naar de gekozen bijzondere
bestemming wordt gestart.
TMC op de route*
U kunt TMC-meldingen die op uw route
liggen bekijken en bewerken.
> Roep het optiemenu voor de kaartweer-
gave op.
> Druk op de toets
Route.
> Druk op de toets
TMC op route.
De TMC-meldingen die op uw route lig-
gen, verschijnen.
Na het kiezen van een melding kunt u
bijv. beïnvloeden of u wel of niet om de
verkeersopstopping heen wordt geleid.
Neem hiervoor de beschrijvingen onder
'Verkeersberichten via TMC*' op
pagina 55 in acht.
*Geldt enkel voor Traffic Assist Z 103










