Operation Manual

Andere tekensets
Voor het toetsenbord van het navigatieapparaat kunnen verschillende tekensets worden ingesteld.
> Druk net zo vaak op de met de pijl gemarkeerde toets tot de gewenste tekenset is ingesteld.
Getallen invoeren
Voor het invoeren van getallen moet worden overgeschakeld naar het cijfertoetsenbord.
> Druk op de toets .
Het cijfertoetsenbord verschijnt.
> Om weer terug te gaan naar het invoeren van letters drukt u op de met de pijl aangeduide toets.
Omschakelen hoofdletters/kleine letters
Bij de invoer van gewone tekst kan worden omgeschakeld tussen hoofd- en kleine letters en de automatische functie.
> Druk net zo vaak op de toets in de rechter bovenhoek van het display tot de gewenste invoermethode is geactiveerd.
Het opschrift van de toets symboliseert de invoermethode.
De toets staat voor de automatische modus. Dat betekent dat bij de invoer van de eerste letter automatisch een hoofdletter wordt
gekozen en daarna automatisch wordt overgeschakeld naar kleine letters.
De toets staat voor de invoer van hoofdletters.
De toets staat voor de invoer van kleine letters.