Use and care guide
27
NL
ENERGIEBESPARING
• Zorg voor het verkorten van de droogtijd
dat het wasgoed met de hoogst mogelijke
centrifugeersnelheid van het droogprogramma
wordt gecentrifugeerd . Dit verlaagt het
vochtgehalte in het wasgoed.
• Droog bij voorkeur een volledige lading,
zoals aangegeven in de Programmatabel. Dit
optimaliseert het betreende energieverbruik.
• Het wasgoed niet te droog laten worden.
• Na elke droogcyclus het deurlter reinigen.
• Na elke vijfde droogcyclus het onderste lter
reinigen.
• De optimale omgevingstemperatuur is tussen
15°C en 20°C. Bij een hogere temperatuur de kamer
luchten.
• De "Delicaat" optie alleen bij kleine ladingen
gebruiken.
• Bij het drogen van katoenen of synthetische was
strijkdroog en kastdroog wasgoed tegelijk laten
draaien. Het programma starten met droogniveau
Strijkdroog. Aan het einde van het programma het
wasgoed dat gestreken moet worden verwijderen.
Beëindig het droogproces voor de resterende
lading met droogniveau Kastdroog.
• Gebruik de modus Afstandsbediening om de
droger te programmeren en te starten wanneer de
energiekosten lager zijn
ENERGIEBESPARING
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
De droger is ontworpen om energie te besparen.
Nadat het programma is voltooid wordt het
daarom automatisch na ongeveer een kwartier
uitgeschakeld.
De periode van einde programma tot automatische
uitschakeling (= Ecomodus) kan verlengd worden,
en de automatische uitschakelfunctie kan zelfs
uitgeschakeld worden. Raadpleeg FUNCTIES /
INSTELLINGEN










