Operation Manual
NL3
Gebruik een magneet om te controleren of de pan geschikt is om op de inductiekookplaat te worden gebruikt: als de pannen de magneet niet aantrekken, zijn ze niet
geschikt.
- Controleer of de bodem van de pannen niet ruw is, anders kunnen ze krassen op het glaskeramische oppervlak van de kookplaat maken. Controleer het
serviesgoed.
- Zet nooit warme pannen en koekenpannen op het bedieningspaneel van de kookplaat. Dit kan tot beschadigingen leiden.
BELANGRIJK: zie de paragraaf “Sensorfunctie” voor de diameter van pannen die gebruikt kunnen worden op zones met de "sensor" functie.
VOOR HET GEBRUIK
BELANGRIJK: als de pannen niet de vereiste afmetingen hebben, zullen de kookzones niet werken. Gebruik alleen pannen met het symbool
"INDUCTION SYSTEM" (afbeelding hiernaast). Voordat u de kookplaat inschakelt, eerst de pan op de gewenste kookzone zetten.
GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN
AANBEVOLEN DIAMETER PANBODEM
NOOK
Ø
30 cm
Ø
24 cm
Ø
18 cm
Ø
Ø
Ø
14 cm
17 cm
14 cm
30 cm
24 cm
18 cm
Ø
28 cm
Ø
21 cm
Ø
14,5 cm
Ø
Ø
Ø
18 cm
14 cm (Dubbele zone)
15 cm
11 cm
28 cm
21 cm
14,5 cm
XL
L
S
XL
L
M
(Dubbele Zone)
Flexicook
39 cm
Max.
Min.
18 cm
23 cm (ESMIF 8740)
Ø
14 cm
12 cm (ESMIF 8740)