Operation Manual
7
GAARHEID
N
IVEAU EFFECT
GAARHEID +2 GEEFT DE HOOGSTE EINDTEMPERATUUR
GAARHEID +1 GEEFT EEN HOGERE EINDTEMPERATUUR
GAARHEID 0GEEFT DE STANDAARDINSTELLING
GAARHEID -1 GEEFT EEN LAGERE EINDTEMPERATUUR
GAARHEID -2 GEEFT DE LAAGSTE EINDTEMPERATUUR
GAARHEID
GAARHEID IS BESCHIKBAAR bij de Auto-
functies maar niet bij Rapid defrost .
BIJ DE AUTO-FUNCTIES kunt u zelf het
eindresultaat controleren d.m.v. de
mogelijkheid Adjust doneness. Met
deze functie kunt u een hogere of la-
gere eindtemperatuur instellen verge-
leken met de standaardinstelling.
WANNEER U een van deze functies gebruikt,
kiest de oven de standaardinstelling. Deze in-
stelling geeft gewoonlijk het beste resultaat.
Als het door u opgewarmde voedsel echter
te heet was om meteen te eten, kunt u dit ge-
makkelijk aanpassen voordat u die functie de
volgende keer gebruikt. U doet dit door een
Gaarheidsniveau te kiezen met de instelknop,
meteen nadat u op de Starttoets hebt gedrukt.
O
PMERKING:
DE GAARHEID kan alleen worden ingesteld of ge-
wijzigd gedurende de eerste 20 seconden na-
dat de oven gestart is.
AUTO (HL) HETE LUCHT COMBI: De Gaarheid kan al-
leen worden ingesteld of veranderd geduren-
de de eerste 20 seconden van de voorverwar-
mingsperiode (voedselklassen 3, 4 en 5).
AFKOELEN
ALS EEN FUNCTIE IS VOLTOOID, voert de oven een af-
koelprocedure uit. Dit is normaal.
Na deze procedure wordt de oven automa-
tisch uitgeschakeld.
D
OOR DE DEUR te openen kan zonder schadelij-
ke gevolgen voor de oven de afkoelprocedure
worden onderbroken.