Extra Information
Jahaa,
het is een Batavus!
Batavus
Aanvullende handleiding
Let op! Laad de accu na gebruik altijd op, ongeacht de duur van
uw fietstocht. Als u de bovenstaande instructies volgt, blijft de
accu in optimale staat. De accu hoeft NIET leeg te zijn voordat u
deze oplaadt.
Door achter op de accu op
de toets
naast de LED-lampjes te
drukken, lichten
0 tot 4 lampjes op (afhanke-
lijk van de
resterende capaciteit)
Accu terugplaatsen in drager
Stap 1. Plaats de accu in de geleiders onder de bagagedrager.
Let op de pijl op bovenzijde van accu.
Stap 2. Schuif de accu naar voren langs de geleiders.
Stap 3. Schuif de accu helemaal naar voren, totdat u voelt dat de
accu contact maakt met de pinnen van de regeleenheid.
Waarschuwing! Zorg dat de pijl op de bovenzijde van de accu
zichtbaar is wanneer u de accu in de fiets plaatst.
Vergrendel de accu.
Door de pin onder de bagagedrager blijft de accu op zijn plaats.
Zorg dat de pin goed in de accubehuizing past. Vergrendel de accu
aan de drager met de sleutel in het slot achterin. Neem vervolgens
de sleutel uit, deze heeft u nodig voor het contactslot (voor in de
accu).
Gereed om weg te rijden
Schakel eerst de accu aan, met de sleutel in het contact links aan
de voorzijde van de accu.
Draai de sleutel rechtsom naar de AAN-stand. Wanneer het
systeem is ingeschakeld, lichten de indicatielampjes voor de accu-
capaciteit op het stuurdisplay (bij het linkerhandvat) op.
Let op! De ondersteuning is na een slag rondtrappen meteen voelbaar.
Door op de rode POWER-toets op de display op het stuur te drukken
bedient u de ondersteuning. De fiets start in een lichte ondersteuning, 1x
drukken geeft een matige en 2x drukken geeft een sterk voelbare onder-
steuning. (Zie lampjes op het display op het stuur.)
De actieradius (40 – 100 km met een volle accu) is sterk afhankelijk van de
wijze van gebruik van deze 3 ondersteuningstanden.
Fietsbekrachtiging (Power Assist System): uw elektrische fiets beschikt
over fietsbekrachtiging. Hierbij worden door een sensor in de pedalen
impulsen naar de motor gestuurd. Wanneer de pedalen naar voren draaien,
wordt de motor geactiveerd.
Dit systeem voldoet aan de Nederlandse wettelijke voorschriften. Dat wil
zeggen dat de motor wordt uitgeschakeld wanneer u sneller dan 25 km/u
fietst. U kunt desgewenst sneller fietsen, maar de motor helpt dan niet
mee.
Sensoren in trapas Motor in voorwiel
Idem met rollerbrake
Handremmen:
De handremmen zijn uitgerust met een veiligheidsschakelaar (zie de extra
kabel aan de handremgreep) waarmee de motor wordt uitgeschakeld.
Zodra u remt, ook al is het maar licht, wordt de motor uitgeschakeld.
Contactslot voor in accu
De sleutel is inklapbaar
Bedieningsdisplay op stuur
Bovenste lampjes geven accucapaciteit aan
Onderste lampjes geven de ondersteuningstand aan
(low, medium,high)