Operation Manual
6
2.2.2 Laden
1. Laad de accu’s VOLLEDIG op voordat u deze voor de
eerste keer in gebruik neemt.
2. Kijk of de lader geschikt is voor de lokale
voltage dat door uw stroomnet wordt geleverd.
3. Verwijder het dekseltje van de stekkerverbinding en sluit
de lader aan (fig. 1).
Tijdens het laden brandt er een rood lampje op de lader.
4. Kijk op de display voor de vullingsgraad van het
batterijpakket.
5. De lithium polymeer accu wordt in ca. vijf uur volledig
geladen. Een groen lampje op de lader geeft aan wanneer
de batterij vol is (fig. 2).
6. Verwijder de laderkabel voor u gaat fietsen.
2.2.3 Lader en accubescherming
• Het batterijpakket moet na gebruik volledig geladen worden.
• U moet de lader ook verwijderen na de afgeronde lading. Daarbij is het wel belangrijk dat
u minimaal eens per drie maanden de lader aansluit om het batterijpakket bij te laden. Zo
voorkomt u dat er diepte-ontlading optreedt.
• De accu en de lader hebben een ingebouwde oververhittingssensor. Indien de temperatuur
te hoog oploopt wordt het systeem automatisch uitgeschakeld, voordat er schade kan
ontstaan.
• De lader schakelt de toevoer van elektriciteit na 6 uur automatisch uit.
Iedere batterij loopt na verloop van tijd leeg. Dit proces heet ‘’ontlading’’. Wordt de batterij te
veel ontladen dan treedt diepte-ontlading op. Een diepte-ontlading kan permanente schade
aan het batterijpakket veroorzaken.
De garantie vervalt als diepte-ontlading is geconstateerd.
2.2.4 Aanbevelingen voor onderhoud en opslag
• Bewaar de accu op een koele en droge plaats.
• Bewaar de accu altijd in een ruimte die voldoende wordt geventileerd, vermijd contact met
zonlicht.
• De accu ten minste om de drie maanden volledig opladen. Hierdoor blijft de kwaliteit van de
accu ook behouden indien deze voor langere tijd wordt opgeslagen.
• Accu’s dienen voor het eerste gebruik volledig te worden opgeladen.
Figuur 1
Figuur 2