Operation Manual

7
NEDERLANDS
7
3 Display en bediening
3.1 Functies stuurbediening
C
B
A
A. In- en uitschakelen trapbekrachtiging
Gebruik voor het in- en uitschakelen van de trapbekrachtiging de mode
knop. U kunt de trapbekrachtiging op ieder moment in- en uitschakelen,
ooktijdenshetetsen.Drukvoorhetinschakelenéénsecondeopde
mode-knop. Druk voor het uitschakelen drie seconden op de mode knop.
B. Wijzigen trapbekrachtigingsniveau
Met behulp van de
en knoppen (bedieningsunit) kunt u de mate van
trapbekrachtiging instellen. Er zijn vijf trapbekrachtigingsniveaus.
U kunt met behulp van de
en knoppen altijd aangeven of u
meer of minder trapbekrachtiging wenst. Na het inschakelen staat de
trapbekrachtiging ingesteld op het eerste niveau.
C. Verlichting
Door de
knop 3 seconden ingedrukt te houden kunt u wisselen tussen
verlichting aan, verlichting uit en verlichting automatisch. Kiest u voor
verlichtingautomatisch,danschakeltdeetsverlichtingautomatischaanen
uit. Een lichtsensor meet voortdurend de hoeveelheid licht en schakelt aan
de hand daarvan de verlichting aan en uit. De gemaakte keuze verschijnt
links onder in beeld. Het gebruik van verlichting is echter alleen mogelijk
wanneer het elektrisch systeem aan staat. Wilt u alleen gebruik maken van
de verlichting en niet van de trapbekrachtiging dan kunt u door middel van
de
knop de trapbekrachtiging uitzetten.