Instructions

40
16. Voorgeschreven spanningsuitgang
Het laadapparaat biedt de mogelijkheid om de laaduitgang (beide uitgangsbussen van 4 mm), zoals een normaal
regelbare stekkertransformator te gebruiken.
Het laadapparaat levert in dit geval aan de uitgangsbussen een gelijkspanning, een instelling tussen 5,0 V/DC tot
24,0 V/DC is mogelijk. De uitgangsstroom kan tussen 0,1 tot 10,0 A ingesteld worden. Let op dat de maximale uit-
gangsstroom niet mogelijk is bij maximale spanning; het laadapparaat kan max. 80 W leveren.
Let op, belangrijk!
Als deze functie wordt gebruikt, sluit u in geen geval een accu aan beide uitgangsbussen van het laadap-
paraat aan.
Voor u deze functie activeert en een uitgangsspanning en uitgangsstroom instelt, ontkoppelt u in elk geval
een aangesloten accu van het laadapparaat.
Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Ga als volgt te werk:
Ontkoppel eerst een aangesloten accu van het laadapparaat (zowel van de 4 mm-uitgangsbus als van de balancer-
aansluiting).
Het laadapparaat moet zich in het hoofdmenu bevinden. Kies hier met de
knop "STOP" of "–" de functie "Digital Power", zie afbeelding rechts.
Bevestig de keuze met de knop "START".
Op het display verschijnt de aanduiding "POWER MODE". Linksonder op
het scherm wordt de ingestelde uitgangsstroom weergegeven, rechts daar-
naast de uitgangsstroom.
Om de uitgangsstroom en uitgangsspanning in te stellen, drukt u kort op de knop "START". De waarde van de
uitgangsstroom begint te knipperen.
Verander de uitgangsstroom met de knopp "+" of "–". Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer
ingedrukt te houden.
Druk kort op de knop "START" en de uitgangsspanning knippert.
Verander de uitgangsspanning met de knop "+" resp. "–". Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop
langer ingedrukt te houden.
Druk kort op de knop "START", de weergave stopt met knipperen.
Houd de knop "START" langer ingedrukt (ca. 3 seconden) en het laadapparaat activeert de vaste spanningsuit-
gang. Een geluidssignaal weerklinkt (indien dit in het instelmenu niet werd uitgeschakeld). Bovendien begint de
ventilator te werken.
Op het scherm worden de huidige stroomopname ("CURRENT") en de uit-
gangsspanning ("VOLTAGE") weergegeven.
Lichte schommelingen bij de weergave van spanning/stroom zijn
normaal (meettechnisch bepaald). Bovendien wordt daarom ook
een (lagere) uitgangsstroom weergegeven wanneer aan de uit-
gang niets is aangesloten.
PROGRAM SELECT
Digital Power
POWER MODE
1.0A 12.0V
CURRENT 0.52A
VOLTAGE 12.0V