Instructions

b) Instelling voor WLAN
Om de buiteneenheid per LAN op uw netwerk aan te sluiten, gaat
u als volgt te werk. Indien u de deurintercom reeds via WLAN
hebt verbonden, zet u deze eerst terug op de fabrieksinstellingen.
Aansluiten:
Sluit eerst een 1-op-1 verbonden LAN-kabel aan op de netwerk-
adapter van de buiteneenheid.
Verbind de andere zijde van de LAN-kabel met uw WLAN-rou-
ter of met uw netwerkschakelaar.
Steek de netvoedingadapter voor spanningsvoorziening voor
de buiteneenheid in een stopcontact en wacht ongeveer
30 seconden tot het startproces is afgesloten.
Instellen:
Tik in het hoofdmenu van de app op de + rechtsboven om de
buiteneenheid toe te voegen.
Tik op de knop LAN-Scan.
Nu wordt er normaliter een nieuw apparaat weergegeven in
de app.
Tik op de witte vlakken van het nieuwe apparaat.
Wijzig eventueel de naam van de intercom en voer een nieuw
wachtwoord in.
Tot slot tikt u op de knop rechtsboven om de instellingen te
bewaren.
De app wisselt weer naar het hoofdmenu. De nieuwe Wi-
Fi-deurintercom moet nu als online worden weergegeven in
de apparatenlijst.
27