Instructions
39
a) Monteren en aansluiten
Verbindt de stekker pas na de volledige montage van de staafmixer met het stopcontact.
•  Steek de schacht op de motoreenheid, zodat de pijl op de motoreenheid overeen komt met het geopende slot-
symbool op de schacht.
•  Draai de schacht met de klok mee, totdat de pijl overeen komt met het gesloten slot-symbool.
•  Draai de stroomkabel (7) volledig af en steek de stekker in een stopcontact.
•  De staafmixer is gereed voor gebruik
b) Pureren/mixen
Gebruik de staafmixer niet langer dan een minuut zonder onderbrekingen. Laat hem vervolgens 
minstens een minuut afkoelen. Na 5 werkcycli met max. een minuut dient u het product voor verder 
gebruik ca. een uur op kamertemperatuur te laten afkoelen. Langer gebruik kan de motor 
beschadigen.
Doe nooit te veel in het mixreservoir, aangezien het te mixen product anders eruit kan lopen tijdens het 
gebruik.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor de bereiding van zachte levensmiddelen of vloeistoffen. Verwerk in 
geen geval harde levensmiddelen. Verwerk ook geen pitten van vruchten en botten. Deze kunnen het mes 
beschadigen en het kan tot letsel leiden.
Bij het verwerken van hete levensmiddelen bestaat het gevaar op brandwonden. Er mogen alleen 
levensmiddelen met een maximale temperatuur van 100 °C worden verwerkt. Verwerk nooit heet vet of 
hete olie.
Indien de mixer tijdens het gebruik blokkeert, dient u hem direct uit te schakelen en de stekker uit het 
stopcontact te trekken, voordat u de blokkade verwijderd.
•  Doe het te mixen product in een geschikt mixreservoir (niet inbegrepen). Gebruik bij voorkeur een hoger/dieper 
mixreservoir.
•  Stel het gewenste toerental in met behulp van de toerentalregelaar (6) (MIN = minimaal toerental, MAX = maximaal 
toerental). Gebruik een laag toerental voor zachte/vloeibare levensmiddelen en hogere toerentallen voor stevigere 
levensmiddelen.
De toerental kan alleen worden geregeld in snelheid I. 
De toerental van de versnellingsgang II is ingesteld op de hoogste snelheid en kan niet handmatig 
worden aangepast.
•  Houd de staafmixer stevig vast aan de motoreenheid en dompel de staafmixer in het te mixen product. Houd de 
snelheidsschakelaar I (4) of II (5) ingedrukt, om de staafmixer in te schakelen en het mixproces te starten (I = lage 
snelheid, II = hoge snelheid). 
Schakel de staafmixer pas aan, nadat u hem in het te mixen product heeft gedompeld. Gevaar op 
spetters! 










