User manual

11
5.2 Schakelpunten instellen
Het instellen van de schakelpunt
gebeurt in afhankelijkheid van de
geleidbaarheid van het water aan
de trimpotentiometers. Meestal is
het voldoende, bij de toepassing
met regen- of kraanwater , om de
potentiometer in de gevoeligste
positie (rechter aanslag) in te
stellen, wat overeenkomt met een
schakelpunt van ca. 12S. Vanaf
fabriek zijn de potentiometers in
het midden ingesteld.
Indien nodig kan de gevoeligheid
voor elke elektrode apart
ingesteld worden. Bij het draaien
tegen de klok in wordt een
mindere gevoeligheid bereikt, dit
geeft bij vuilwater een beter
resultaat.
Meestal staan alle potentiometers
op dezelfde positie, alleen bij heel
verschillende afstanden van de
elektroden naar de referentie-
elektrode of bij lange
aansluitkabels, is het zinvol, de
instelling steeds aan te passen.
Na het veranderen van
kabellengte moet de instelling
steeds gecontroleerd worden.
5.3 Lichtdioden
De apparaatstatus wordt via in totaal 8 lichtdiodes aangeduid, die zich onderaan aan de
printplaat bevinden.
LED Functie
P Voedingsspanning 5 V
E Tank leeg, geen contact met een elektrode
L1 Niveau 1 (eerste elektrode boven de tankbodem
L2 Niveau 2 (tweede elektrode boven de tankbodem
L3 Niveau 3 (derde elektrode boven de tankbodem
L4 Niveau 4 (vierde elektrode boven de tankbodem
R2 Relais 2, voor bovenste twee elektroden E3 en E4
R1 Relais 1, voor onderste elektroden E1 en E2
Op de frontplaat bevinden zich eveneens led's die de status van het apparaat aangeven.
Bovendien zijn er nog twee toetsen waarmee de uitgangsrelais handmatig geschakeld
kunnen worden.