Datasheet
Aansluiting- en bedieningshandleiding
Technische wijzigingen voorbehouden
0141 0316-112 07.2014
Niveauregeling voor geleidbare vloeistoffen
– uitvoering 230V in behuizing - WLS-GEH230V
2.4 Omvang levering
Bij het apparaat wordt een aansluitkabel voor de meetvoelers, 6-polig met RJ12 stekker, geleverd, echter zonder elektroden. Standaard-
voeler zijn als accessoires verkrijgbaar of kunnen ook zelf gemaakt worden. De 12 V/24 V uitvoering wordt als module (printplaat) 95 x
75 mm zonder behuizing en zonder bedieningsgedeelte geleverd. De 230 V uitvoering wordt compleet ingebouwd in een behuizing met
geïntegreerde netvoeding en met bedieningsgedeelte geleverd. De buitenafmeting bedraagt 100 x 100 x 60 mm. De schroefaansluitin-
gen voor de kabels worden meegeleverd.
3. Montage, instelling en conguratie
3.1 Elektrische aansluiting
3.1.1 Veiligheidsaanwijzingen
!
Voorzichtig! Bij aanraking spanningvoerende onderdelen bestaat levensgevaar. De montage mag daarom uitsluitend door vakkundig
geschoold personeel gebeuren. De geldende veiligheidsbepalingen dienen beslist in acht worden genomen. Het schakelapparaat dient in
een schakelkast of een gesloten kunststofbehuizing ingebouwd te zijn. Het apparaat mag alleen in een droge ruimte gemonteerd worden!
!
Door het foutieve aanhaalmoment op de aansluitklemmen of door ongeschikt gereedschap kan de klem beschadigd raken. Slecht
aangesloten kabels kunnen tijdens bedrijf losraken waardoor een aanzienlijk veiligheidsrisico bestaat. Door overgangsweerstanden aan
klemverbindingen ontwikkeld zich warmte die een brand kan veroorzaken. Foutieve bedrading van de aansluitingen kunnen elektrische
componenten vernielen of andere schaden veroorzaken.
3.1.2 Kabels naar de meetvoeler
De RJ12- stekker is bedoeld voor een directe aansluiting van de voelerkabel. De kabel wordt door het boorgat in de behuizing geleid en
de PG7 schroefverbinding vakkundig gemonteerd. De aansluiting van de kant-en-klare voelers vindt u in het meegeleverde datablad.
De aansluitlengte voor zelf gemaakte voelers mag niet langer zijn dan 5 m. Voor korte aansluitkabel tot 3 m kunnen eenvoudige niet-
afgeschermde kabel (5-polig) gebruikt worden. Voor langere kabels of bij een kritieke EMC- omgeving moeten afgeschermde kabels
gebruikt worden. De afscherming ligt op COM (referentie-elektrode). Bij lange aansluitkabels kan zich door de capacitieve belasting van
de elektrode-ingang de instelling van de potentiometer veranderen. De instelling moet daarom evt. naar verandering van de kabellengte
gecontroleerd worden.
6 / 11










